Rotterdams Nieuwsblad
Frans Happel

OP DE GRENS VAN WEER VEEL BUITENLAND:

Een boekje van Herman voor Daniël den Hoed

26 oktober 1987


Den Haag — Zo is 'ie weg, zo is 'ie terug en zo is 'ie weer verdwenen. Voor Nederland is de wandel van Herman van Veen langzamerhand niet meer te volgen.

Maar als Herman hier is, dan richt hij iets aan. Niet alleen vermaakte hij zaterdagavond een bomvolle PWA-zaal van het Nederlands Congresgebouw met een van de laatste voorstellingen van zijn show 1986/1987. Hij had ook nog een goed doel in petto. Verbijsterd als hij was door een tv-reportage over jonge leukemie-patiëntjes, die in Rotterdam in de dr. Daniël den Hoed-kliniek langdurig geïsoleerd moeten worden in verband met een beenmergtransplantantie, besloot hij een bijdrage te leveren aan de realisatie van het plan om die kinderen voortaan op een isolatie-afdeling te kunnen onderbrengen.



Wat die bijdrage in concreto is, werd zaterdagavond na afloop van de voorstelling duidelijk. Tijdens het slotapplaus werd er een boekje ten doop gehouden:
'Donkerlokje en het land van het licht'. Geschreven door Van Veen samen met Roger Hendriks en geïllustreerd door Luuk Poorthuis. De netto-opbrengst van dit boekje (vanaf nu in de winkel voor ƒ 22,50) is bestemd voor de nieuwe isolatie-afdeling van de Daniël den Hoed-kliniek. Directeur J. Weggemans van de betrokken uitgeverij La Rivière & Voorhoeve: „Dit is een mooi project en daar doen we dus graag aan mee. We hopen dan ook dat het publiek 'Donkerlokje' om meer redenen dan het boekje alleen zal kopen. De eerste oplage, 12.000 exemplaren, houdt gelijke tred met die verwachting".

Herman van Veen zelf: „Er zijn nu eenmaal dingen die moeten gebeuren. Dit moest. Meer heb ik er niet aan toe te voegen".


Maanden weg


Herman van Veen laat daarmee niet alleen een bijzonder boekje achter, maar ongeveer ook een herinnering aan zichzelf. Want de komende maanden speelt hij uitsluitend in het buitenland. Op zijn programma staat eerst een toernee door de DDR (onlangs vierde hij in Oost-Berlijn het 750-jarig bestaan van Berlijn al mee met voorstellingen van zijn kinderspektakel 'Alfred Jodocus Kwak'). Vervolgens treedt hij een aantal malen op in Wallonië, om het Franstalige van dat deel van België nadien voort te zetten in Parijs: van l tot en met 6 december staat hij in het nieuwe Montmartre-theater 'La cigale'.

Herman: „Natuurlijk kijk ik erg uit naar Parijs, maar de trip door de DDR vind ik ook iets heel aparts. Buiten Oost-Berlijn heb ik in dat land nog nooit opgetreden. En spelen achter het IJzeren Gordijn is toch even iets anders, onder meer omdat je met een publiek te maken hebt dat weinig of nooit reist - dus een minder brede blik heeft - en omdat in dat soort landen op de eerste plaats wordt gekeken naar de structuur van de voorstelling".

Als hij dan na Kerstmis weer terug is in Nederland, is dat niet om zelf op te treden, maar om de eerste produktie van het RO Theater in de nieuwe Rotterdamse Schouwburg - de opera 'Pol' (naar 'Polletje Piekhaar' van Willem van lependaal) - in het vat te helpen gieten. Van Veen, die samen met Erik van der Wurff de muziek componeerde voor 'Pol': „Tja, wat wordt het, wat moet ik daar nou van zeggen? Het is een beetje alsof je een schilder vraagt om zijn schilderij uit te leggen... In ieder geval wordt het een heel Hollands stuk theater, gemengd met...


Kijk, in Duitsland noemen ze artiesten zoals ik Liedermacher. In Frankrijk ben je een chansonnier. In Nederland heb je dat soort artiesten nauwelijks. Nederland is het enige land dat excelleert in eenmansprogramma's, met dan van alles wat. Ik werk eigenlijk op beide niveaus.

Ik ben een Liedermacher, een chansonnier, maar ik probeer toch ook zo volledig mogelijk theater te maken. Voor 'Pol' gaan we straks proberen om die ingrediënten samen te voegen. En als die klus klaar is ?" Herman van Veen : "Dan zijn we zóveel tijd verder,dat het al verre toekomst is'....,



Frans happel