De Telegraaf Peter Liefhebber |
Herman van Veen weer helemaal zichzelf
|
26 augustus 1982 |
Bij wijze van onverklaarbare traditie trok Herman van
Veen op de eerste
avonden van een serie nieuwe voorstellingen in Amsterdam nooit meer dan
enkele honderden
bezoekers, om vervolgens na korte tijd
voor uitverkochte
zalen te staan. Dit
patroon is, in zijn
voordeel, doorbroken met de presentatie van zijn nieuwste show, waarmee
hij nu in Carré zijn
vijftienjarig theaterjubileum viert. Hij deed dat voor een
bijna tot de nok gevulde zaal en na net
uiterst kritische onthaal van zijn vorige
show, toonde Herman van Veen zich
daar aan het eind
van de voorstelling
bijzonder mee in
zijn nopjes.
„Vijftien jaar theater doen in dit land is afzien", verzuchtte hij tussen enkele toegiftjes door, die hem overigens niet zozeer werden afgedwongen, dan wel op keurig voorgeprogrammeerde wijze werden uitgeserveerd. Spontaner was de manier waarop Van Veen een fotograferende dame terechtwees. Hij gaf haar zo'n uitbrander dat hij er zelf van leek te schrikken. Een ontlading van topspanning zullen we maar denken, want het leek ietwat overdreven om de schuld. van een black-out geheel toe te schrijven aan het maken van een foto. Er vielen wel meer diepzinnige stiltes tijdens het optreden van Van Veen, ook op momenten dat in de zaal niemand zich verroerde. Ik haast me aan deze opmerking toe te voegen, dat deze minimale manco's geen enkel gewicht in de schaal liggen bij een totaalbeoordeling van Van Veen's programma, dat in een groot aantal opzichten buitengewoon aantrekkelijk is en nog steeds, of opnieuw, gerangschikt mag worden onder het beste dat het Nederlandse theater te bieden heeft. Van Veen's kwaliteiten zijn bekend, maar daarom niet minder waardeerbaar. Uitbundige en veelzijdige muzikaliteit, sublieme lichaamsbeheersing als vanouds gedemonstreerd in onuitputtelijke series loopjes, dansjes en bokkesprongen, prachtige zangkunst, een heel eigen talent voor het maken van stemmige, dichterlijke liedteksten, het vermogen om met ogenschijnlijke kleinigheden, een enkel gebaar, een duizendkoppig publiek in de ban te houden. Met deze buidel talenten als basis heeft Van Veen een show opgebouwd, die hem door zijn vele bewonderaars bepaald wel in dank zal worden afgenomen. Een show waarin, zoals van hem verwacht kon worden, opnieuw geen plaats is 'Voor bijtende kritiek, voor grimmige uithalen, voor verbale krachtpatserijen. Van Veen is er nu eenmaal de man niet naar om azijn in maatschappelijke wonden te gieten. Maar dat wil allerminst zeggen, dat hij alleen maar vrijblijvende nummertjes vermaak wegtikt. Angst voor de bom, afkeer van militarisme, de vertwijfelde eenzaamheid waarin mensen in onze samenleving gevangen kunnen zitten, het zijn elementen die op subtiele, verinnerlijkte manier in het hele programma terugkomen: niet per bulldozer het publiek binnengereden, maar eerder schuchter aangeboden op een open, weerloze hand. Vorstelijk begeleid door de musici Erik van der Wurff, Nard Reijnders en Cees van der Laarse, brengt Van Veen niet alleen teksten van eigen makelij, maar ook van Lodeizen, Campert, Wilmink (zoals het schitterende „Als het net even anders was gegaan"), Brel en Vleugel (,,De man die zelfmoord wilde plegen"). Wie Van Veen ooit boeiend heeft gevonden, kan in deze show zijn hart ophalen. En wie nog nooit met hem kennis heeft gemaakt, zou geen slechte keus doen dit tekort weg te werken. Peter Liefhebber |