het Binnenhof
Ton Oliemuller

Uniek optreden Herman van Veen

26 jun i 1975

Waar wij persoonlijk al enige jaren op hebben gewacht, schijnt nu bezig zich te voltrekken in het werk en het optreden van Herman van Veen, nl. een kentering van enigszins wazige romantiek naar relativerende humor. Dit vinden wij de grote winst van zijn allernieuwste programma „En nooit weerom", waarmee hij gisteravond voor het eerst in het Scheveiüngse Circustheater stond. Hij blijft er tot en met de 28e en vervolgens van l tot en met 5 juli (1975).


En toch hoorden wij ook gisteravond nog onder het (jonge) publiek in de driekwart volle zaal een dialoog als: „Wat zegt-ie nou?" met als antwoord: „Dat weet ik niet, maar ik .vind het hartstikke goed". Dergelijke opmerkingen zijn altijd al typerend geweest voor Van Veen, maar het gaat tot onze vreugde de goede kant op. Buiten kijf blijft, dat hij al jarenlang een unieke theaterkunstenaar is, die met zoiets als magie de zaal weet te bespelen. Van tijd tot tijd wendt hij zich rechtstreeks tot iemand in de zaal. Dat kunnen wij allemaal zijn, maar op zo'n moment heb je het gevoel, dat-ie zich met jou persoonlijk bezig houdt.

Zijn magie bestaat uit een mengsel van werkelijkheid en surrealiteit. Die haalt hij voortdurend door elkaar, zowel in zijn tekst in een roezige soort muziek als in zijn pantomimisch bewegen, dat in een droom van kleurig licht wordt gevat. In zijn muzikanten (Erik v.d. Wurff, Harry Sachsioni, Gerard Jongerius e.a.) en in zijn technici vindt hij meedenkers in zijn stijl van werken, die tot verrassende vondsten leidt.
Het grenst bijna aan het ongelooflijke wat hij weet klaar te maken, al halen niet alle nummers hetzelfde peil. Direct al bij het betreden van het podium viel hem een ovatie ten deel en schiep hij in zijn clownslied een wonderlijke wereld: het leed gaat kleurig aangekleed over straat. Zoals wij al eerder constateerden bij een optreden in het Baarnse kasteel Groeneveld weet hij in een samenvallen van virtuositeit en piasserij een wereld van muzikaal geweld uit zijn viool te voorschijn te strijken.
Nostalgie, dichterlijkheid, vreemde klanken, dissonanten, overgevoeligheid, parodie, volks vertier, het zit allemaal goed gedoseerd in dit programma, het werk van een theater-tovenaar, zoals men niet gauw een tweede zal vinden.

Ondanks zwakke punten uniek en grandioos, alleen door hem herhaalbaar.



TON OLIEMULLER