MEPPELER COURANT
Ton Hensen

Intieme voorstelling is van overrompelende schoonheid

26 mrt 2004

Meppel; grote zaal Schouwburg Ogterop: Herman van Veen; muzikale begeleiding: Eric van der Wurff, piano, Edith Leerkes, gitaar en Wieke Garcia, harp, percussie; publiek: uitverkocht! 990); gezien: woensdagavond.
De grote zaal is roerloos stil. Herman van Veen leest het levensverhaal van zijn Meppeler ome Henk de kapper voor. Het logeeradres voor vele zomervakanties, boven op een zolderkamertje met plakstrips waarop vliegen hun laatste moment beleven.
Hij beschrijft minutieus en liefdevol hop hij een van zijn vele klantenleen Staphorster boer die de donderdagse veemarkt heeft bezocht, scheert en knipt. Zijn vrouw tante Klaasje overlijdt en het gaat langzaam met ome Henk minder. Op een dag wordt hij levenloos op de grond van zijn kapsalon aan de Woldstraat gevonden, een fotolijstje met een portret van zijn geliefde Klaasje in de hand.
De laatste zin spreekt neef Herman met verstikte stem uit.



Door zijn sterke band met het stadje van zijn jeugd en de avontuurlijke vakanties wordt het een beetje thuiskomen op een intieme avond. Hij ziet, zegt hij na afloop, de hele avond spontaan beelden voor zich uit zijn jeugdjaren. Het is een overrompelend mooie avond waarin de veelzijdigheid van deze wereldartiest (ook letterlijk: hij treedt op met een Engels-, Duits-en Franstalig programmal volledig tot ontplooiing Hij is dichter, performer,chansonnier, goochelaar, dan ser, mime-spelermuzikant hij is de politiek gedreven analist wiens boodschapen over Bush en 'de lijfeigene: in het Cats-huis' plotseling snoeihard overkómen.

Hij is vooral ook de clown, die met simpele gebaren snippers zilverpapier rondstrooit, hoeden opzijn hoofd zet en met een rode neus een wereld van verandering op onderscheids in fysiek opzicht maar geen vat op hem krijgen. Hij is Herman, nog steeds de tiener, eeuwig twintig, want volwassen worden is een vergissing. Hij is ook wijzer, completer. 'Een wonderlijke man', over wie de romanticus Van Veen zingt.

Hij spint een bijna hypnotiserend cocon om zijn publiek heen en in ademloze verrukking volg je zijn zijn titelloze programma. Je kunt het De Voorstelling noemen, maar dan een voorstelling voor iedereen persoonlijk, want ieder maakt zijn of haar eigen voorstelling, zei hij onlangs in deze krant.
Hij staat met een wonderschoon vers stil bij het overlijden van de moeder van Nederland, koningin Juliana die hij, als persoonlijke vriend van prinses Irene , goed heeft gekend. Voordat hij zijn ode aan Juliana zingt, onderwijl met een paar regieaanwijzingen aan zijn muzikale begeleiders Eric van der Wurff op piano Edith Leerkes, gitaar, haalt hij hard uit naar dat deel van ons land dat de natuur maltraiteert. Het Holland dat het laatste bos, de laatste duinenrij en de laatste grote rivier verkwanselt en onvoldoende oog heeft voor de noden in de wereld.

Meer dan ooit bekent hij kleur. Met open vizier, met heldere dromerige ogen zegt hij waar het naar zijn mening op staat. Dat maakt zijn programma zo opwindend afwisselend. Er zit een perfecte cadans in. De prachtige liederen, waarbij hij ook het inmiddels klassiek geworden repertoire (Zo vrolijk met een actuele tekst, Hilversum 3, Anne, Liefde van later, Sarah, Dat tedere gevoel, al in '67 gezongen in Ogterop tijdens een MSC-avond) niet vergeet/ Hij brengt soms nieuwe accenten aan. Liedjes die je al dertig jaar meezingt- en fluit hebben aan klankkleur en zeggingskracht niets ingeboet. Hij oogst stille aanbidding en uitbundig applaus.

Hij deelt de vreugde van het spelen met zijn begeleiders, de oude rot Eric van der Wurff, de fantastisch spelende gitarist en ook zangeres Edith Leerkes en de zeer ven borrelt, wat zijn shel denkende hersenen aan gevolgtrekkingen produceren en wat hij haarscherp observeert. De dichter in hem vertaalt het in mooie verzen, in I een beeldklank die alleen Verman van Veen kan oproeper:. Hij is dankbaar voor teksfcn die Jacques Brel, Judith Herzberg, Willem Vermandere en Willem Wilmink aanreiken Anderen onder wie Nard Reijnders, een van de jarenlange vaste begeleiders die in 2000 voor een eigen carričre 'heeft gekozen, leveren naast Van Veen zelf muziek en arrangementen.

Hij vertelt twee Utrechtse verhalen, wisselt zijn chansons af met korte humorvolle statements, vaak met een clou. De glimlach in zijn programma komt veelvuldig voor. Je wordt meegenomen in een tuin vol schakeringen waarvan ieder paadje op zich een rijk verhaal in zich draagt. Er waren woensdagen donderdagavond maar krap aan duizend gelukkigen die mee konden wandelen. Twee avonden van een indringende schoonheid die niet snel vergeten worden.



Ton Hensen