de Telegraaf
Rob Knijff

Irene legt zieleroerselen bloot


Vanaf komende zaterdag ligt er een opvallend nieuw boek in de boekwinkel: 'Dialoog met de Natuur. Een weg naar een nieuw evenwicht', geschreven door Irene van Lippe-Biesterfeld.


De auteur, de op één na oudste dochter van prinses Juliana en prins Bernhard, die sinds haar scheiding in 1981 van de Spaanse prins Carlos Hugo van Bourbon van Parma geen gebruik meer maakt van de haar erfelijk toekomende titel 'prinses', vertelt in haar boek op openhartige wijze over haar relatie en communicatie met bomen, planten, dolfijnen en de zon. Ook de pijnlijke scheiding en de moeilijke verwerking hiervan komen aan bod. Als schrijfster geeft Irene toe lang te hebben geaarzeld of zij haar diepste gevoelens wel aan het papier zou toevertrouwen.

In het voorwoord van het boek schrijft 'Soldaat van Oranje' Erik Hazelhoff Roelfzema, vriend van prins Bernhard, Engelandvaarder en adjudant van koningin Wilhelmina, dat hij vanaf het begin-was gekant tegen pu- blikatie van Irene's diepste spirituele en intuïtieve gevoelens.
"Ook na lezing van het manuscript is mijn tegenstand onverminderd. Zij heeft zich van mijn negatief oordeel niets aangetrokken, wat niet verbazingwekkend is, want ze weet wat ze wil en is bang voor niemand, op het roekeloze af."
In een interview met Bibeb in Vrij Nederland van deze week reageert Irene hierop: "Hij is bang dat ik zal worden gekwetst. Je mag wel praten met je poes, je hond, je vogel, maar praten met een boom of een boom omhelzen wordt maf gevonden. Bomen zijn wijze wezens met oude zielen, waarmee we onze zorgen kunnen delen. Ik vind het zo wonderbaarlijk dat ik het met anderen wil delen, daarom ben ik er zo open over."

In het interview zegt zij verder: "Als klein kind werd ik al door bomen getroost, maar ik wist toen niet dat ze zoveel onvoorwaardelijke liefde gaven. In Soestdijk had ik een ver- bergplek, waar ik naar het water en de bomen keek."
Op haar zesde verjaardag, herinnert zij zich, stonden er plotseling 6000 kinderen op het grasveld. Irene van Lippe: "Ik begreep dat niet, ik was bang. Mijn ouders vonden het zo normaal, ze wisten niet dat zij moesten uitleggen wat daar gebeurde." Haar boek sluit daarop aan: "Ik sla hard met mijn hoofd tegen de muur, boem, boem. Steeds duidelijker wordt het dat volwassen mensen het ene zeggen en het andere bedoelen. Ik word er angstig van, krijg aanvallen van blinde woede. Op een avond roep ik alle grote mensen bij elkaar: Er zit een leeuw in mij n bed... " Haar contact met dolfijnen is vrij recent, in een tijd dat Irene zich gekweld voelde door "schuldgevoel over de vernietiging, de vervuiling, de gemeenheid". In Hawaii bezocht zij een vrouw die met dolfijnen werkt en zwom met haar in de oceaan tussen deze zoogdieren.

"We zwommen naast elkaar, met ogen en oren ben je onder water, ongelooflijk, die prachtige lichamen, zo glad en sensueel. En dan laten ze een gordijn van bubbels los, dat geeft je een enorme opkikker."
"Op een morgen heb ik een grote mannelijke dolfijn schaamteloos alles over mezelf verteld en gevraagd of ik me in de diepte moest storten door erover te schrijven. Ik kreeg te horen: Je krijgt alles, alles, en daarna een douche van bubbels over me heen. De volgende dag dacht ik: Ik heb in mijn leven zo hard mijn best gedaan, en wat? Die dag zeggen dolfijnen: Shit it out, door uitbundig in mijn gezicht te poepen en te plassen."



Rob Knijff