Gooi- en Eemlander

Herman van Veen als regisseur

Kijken naar beestjes werd zelfs theater

25 oktober 1973

GRONINGEN — Het commentaar van de fotograaf, die even binnenkomt en het affiche van De Spinsc van Herman van Veen ziet, is even kernachtig als eerlijk: „Alleen al die titel begrijp ik niet". En dan zegt Herman van Veen: „Dat is toch prachtig man, dan heb je zo'n avond wat te doen. Als ik er „poep" op gezet had, wist je meteen waar je aan toe was, nu niet".
De hele maand oktober repeteert Herman van Veen in het Groninger cultuurcentrum De Oosterpoort aan "De Spinse", een theaterstuk dat hij schreef en nu regisseert. Zelf staat hij ditmaal niet op de planken, dat laat hij nu over aan Marlous Fluits- ma (actrice, tevens zijn vrouw). Els de Boer (operaopleiding) en cabaretier Joost Nuissl.



Betekent dat dat Herman van Veen met De Spinse een geheel nieuwe weg ingeslagen is? Herman van Veen:
„Nee, het is meer een voortzetting van waar ik mee bezig ben, alleen staan er nu andere mensen op het toneel. Dit heb ik altijd al gewild, maar ik heb er nog nooit tijd voor gehad".

De oorsprong van De Spinse ligt al vrij ver in het verleden en dateert nog uit de tijd dat Herman van Veen op het conservatorium zat: „Daar heb ik veel aan ritmiek gedaan, dat is een soort bewegingsleer die tussen ballet en gymnastiek in zit. En omdat ik altijd al erg in insekten geïnteresseerd was, ben ik eens naar die beestjes gaan kijken, hoe die bewogen. Je hebt bijvoorbeeld insekten die zeggen niet hallo, maar komen met een bepaalde zig-zag-beweging op elkaar af. Wordt die beweging onderbroken, dan vinden ze elkaar niet aardig. En anders gaan ze met elkaar naar bed".
„Hieruit ontstond het idee om een stuk te schrijven over insekten, een soort studie van bewegingspatronen. De Spinse is hiervan nog maar een eerste begin. Eigenlijk ben ik verplicht om nóg een stuk te schrijven, ik heb zoveel bij mezelf ontketend wat nog niet af is. Bij m'n cabaretprogramma's heb ik dat ook vaak gehad. Ik dacht dan: waar ben ik mee bezig. Maar juist die noodzaak tot verandering geeft je een toekomst, je bent gefascineerd bezig".


Mythologie


Voor De Spinse koos Herman van Veen een gegeven uit de Griekse mythologie: de godin Athene vindt dat een meisje te trots is en als straf wordt ze omgetoverd in een spin. Herman van Veen: „Dat meisje zat toen met het probleem: ze had een menselijk verleden en een „spinse" toekomst. En dat speelt nu als een rode draad door het hele stuk heen: die hele problematiek van het milieu en de toekomst. Het gaat niet over een mens of een spin, maar over iets daar tussenin. En dan komt de vraag van de identiteit: wie ben je? Wat ben je? Bovendien, mensen bestaan vaak bij de gratie van hun omgeving. Haal die weg, wat hou je dan nog over?".
Geen gemakkelijke themathiek voor een theaterproduktie. Herman van Veen geeft het toe, maar vervolgt:
„Het is een heel eenvoudige fantasie geworden; hier heb ik heel duidelijk kunnen zijn. Ik gok met De Spinse op de fantasie van het publiek. Die gasten kunnen nu werken, lekker bezigzijn op zo'n avond in plaats van onderuit te gaan". "

Waar Herman van Veen, bijgestaan door Marlous, Els en Joost en z'n hele technische staf naar toe gaan, is op dit moment ook nog niet te zeggen. Het eerste vaste punt is de officiële première van De Spinse op 22 februari van het volgend jaar in Brussel. Eerst volgt er nog een aantal try-outs in het cultuurcentrum, voor een aantal uitgenodigde scholieren. Alléén voor hen. Herman van Veen:
„Niemand anders komt er in. ..Bij de ingang zal een aantal breedgeschouderde mannen staan en die zullen de zaak wel even gaan „filtreren". Ha, ha".