het Binnenhof
TON OLIEMULLER

Guus Oster liet Herman van Veen zelf de zaal in



25 augustus 1982
AMSTERDAM - Carré-directeur Guus Oster stelde zich gisteravond hoogstpersoonlijk bij de zaaldeur op, toen Herman van Veen met een nieuwe show begon aan de viering van zijn 15-jarig theaterjubileum. Bij de start van zijn carrière destijds kwam hij net als nu van achter uit de zaal op. Een zaalwachter met een hoge opvatting van zijn vak hield hem toen tegen.

De voorstelling was begonnen en de zaaldeuren bleven dicht, zei die goede man. „Maar ik ben Herman van Veen", heeft Herman toen panisch uitgeroepen. „Dat kan iedereen wel zeggen", vond de zaalwachter. De directie moest er aan te pas komen om Herman binnen te krijgen. Zodoende stond Guus Oster daar gisteravond waakzamer dan ooit tevoren.



Herman van Veen kan intussen bogen op een artistieke staat van dienst, die hem kwalitatief hoge verplichtingen oplegt. Hij heeft die ook waar gemaakt en niet alleen hij, maar mede de muzikanten die zijn optreden met een melodisch weefwerk omgeven. Onder hen uiteraard Erik v.d. Wurff op piano en toetsen, die hem van het eerste uur af terzijde stond. Cees v.d. Laarse op zijn bas en Nard Reijnders op zijn sax ontplooiden niet minder muzikale verve, vaak een behang van geluid, waarbinnen van Veen zich beweegt.

Menig keer neemt van Veen ook zelf de instrumenten ter hand, zijn viool waaruit hij fraaie klanken losmaakt, gestreken dan wel pizzicato, bepaald door de sfeer van het lied dat hij onder handen heeft eh met zijn milde bariton verwoordt. Mede op tekstbijdragen van Chrispijn, Campert, Wilmink en Lodeizen gaat hij geen levensprobleem uit de weg, niet de heroïnehoer en niet het opstandige gestichtsjongetje. Bij al die gevoeligheden laat hij intussen de clown, die deze bevlogen man ook is, niet van zijn zijde wijken. De toneelattributen biedt hij kans een heel eigen rol. te spelen. Via de geluidsboxen gaat de muziek tot zijn verbazing een eigen leven leiden;' zijn viool speelt onaangeraakt zelfstandig haar lied en een golfballetje duikt op de meest onverwachte momenten op de verkeerde plaatsen op, terwijl hij toch meende het met een fikse klap de zaal ingeslagen te hebben. Op gelijke wijze explodeerde er vuurwerk in zijn handen, terwijl hij toch zingend om vrede bad. Zijn eerste optreden destijds trok 250 mensen.
Nu zat de zaal afgeladen vol. Van Veen ' voelde zich tegenover deze volle bak gezien zijn Duitse tournees een ontrouwe man die jegens het hoofdstedelijke volkje iets goed te maken had. Dit deed hij met een gedicht van Remco Campert: Die Amsterdam verried delgt nu zijn schuld met een lied. Hij draagt dit gedicht niet voor, maar het is meer zo, dat er een gedicht ontstaat tijdens het voordra- gen.

Na de pauze gooide hij alle remmen los, nadat hij zich muzikaal bevrijd had uit het net, waarin hij zich had verward. Ongekooid stichtte hij op het podium een discotempel, waarbij de decibellen in het rond vlogen. Onder toegiften uit oud gflanswerk kwam hij niet uit , terwijl in zijn kleedkamer de bloemstukken zich ophoopten.



TON OLIEMULLER