Alkmaarsche Courant
S.deJ.

Meeslepende avonden met Herman van Veen

25 augustus 1969

ALKMAAR — Herman van Veen in 't Gulden Vlies. Tweemaal achtereen een vrijwel vol huis; niet veel mensen, die de jonge cabaretier — of eigenlijk een „illusionist" in de meest volstrekte zin van het woord — voor het eerst zien. Het publiek is bereid zich te laten meeslepen door de dynamiek die Van Veen in allerlei vormen demonstreert. Die geweldige energie, die Herman van Veen avond-aan- avond opbrengt, compenseert ook de fouten, die hij maakt in het nog „onaffe" programma.


Het evolueert ook nog voortdurend. Zaterdag demonstreerde hij ook de zekerheid, waarmee hij op het toneel staat; een zelfvertrouwen, dat ook over komt. Er zat een „tuut" in de microfoon; één die Van Veen hinderde. „Die kerels zijn ook overal", terwijl — bij toeval — in zijn parlando juist het woord „tutoyeren" aan de orde was. De manier waarop Van Veen met deze gedwongen vondst manipuleerde maakte duidelijk welke mogelijkheden in hem schuilen en 'waarover hij ook zelf nog telkens verbaasd zal zijn. Hij laat ook het publiek steeds delen in zijn vreugde over het slagen. Hij is blij, dat hij de mensen blij kan maken.

Dat geeft een sterke verbondenheid.. Van Veen verovert zijn publiek en houdt het geboeid; ondanks de wat zwakke teksten, ondanks de items die de mist in gaan. Het geheel blijft staande op prachtig gebrachte chansons; al is er geen woord Frans bij. Dan luisterde 't Gulden Vlies ademloos, want zingend is Herman van Veen op zijn sterkst en het meeslependst. Al het andere is erg moedig en ook de moed werd twee avonden achtereen in elk geval zeer gul beloond.



S. de J.