Brabants Dagblad

Van Veen groot vakman

25 mei 1978
DEN BOSCH - Herman van Veen, gisteravond in het Casino, lijkt niet meer de verliefde poëet te zijn die we nog van enkele jaren terug kennen. Hij is wat bitterder en sarcastischer geworden, maar wint daardoor aan zeggingskracht.

Opvallend bij Van Veen blijft, dat hij zich bijna nooit direct tot het publiek richt. Zijn monologen gooit hij de zaal in, het publiek moet maar zien wat ze er mee doet. Het kan met de teksten aan de oppervlakte blijven, maar ook proberen de vaak subtiele gedachtenwendingen die dieper liggen te ontdekken. In dat opzicht betrekt Herman het publiek nu juist weer wél in zijn spel.



Toch is het dichterlijke de boventoon blijven voeren in dit vrij nieuwe programma (het draait sinds februari). Flitsen poëzie brengt hij ons, met zinnen die uit brokstukken lijken te bestaan en door elkaar lopen. Het is bijna alsof je hem hoort denken.

Ondersteund door vijf voortreffelijke musici, die het niet bij muziek maken laten, holt het programma door. En Herman ook, een stukje van de clown is blijven hangen.
Dat Van Veen een kenner is van theatereffecten staat na het zien van deze voorstelling, die ook van daag, morgen en zondag nog in het Casino is, buiten kijf. Dat hij valse vaardigheden, de kerk en oppervlakkig levende mensen verafschuwt, ook. Een indrukwekkende voorstelling van een, ik gebruik het woord met aarzeling (het is zo'n cliché, maar vooruit), groot kunstenaar.