de Tijd
Herman Hofhuizen

gezien

25 maart 1974

In Bellevue had de actrice Elisabeth Andersen gisteravond een onderhoud met de cabaretier Herman van Veen. Het woord vraaggesprek durf ik in dit verband nauwelijks in de mond te nemen want het stond van meet af aan vast dat het om iets heel hoogstaands zou gaan. Mevrouw Andersen immers begon ermee plechtig te verklaren dat Herman van Veen zowel haar bewondering als verwondering had gaande gemaakt en dat zij hem als een van de weinigen beschouwde, die mensen „ontroering konden schenken".
Zij ondervroeg hem vervolgens naar zulke enge dingen als hoe hij toch „tot die verstilde toon was gekomen". Later had zij het nog eens over „het inluiden van die verstilling". Toevallig ging meteen daarna de voorgenomen projectie van het liedje Windstil wegens een technisch mankement de mist in. Zo'n ampex-machine is ook niet van hout moet u maar denken.
Niet alleen verdween mevrouw Andersen zelf bijna in een wolk van adoratie, maar zij las ook nog voor uit een bewonderende brief, die Wim Kan ooit aan Herman had geschreven en even later kwam hij (Kan) persoonlijk aan de telefoon om haar zijn lofrede nog eens, en dan uitvoeriger, in het oor te fluisteren. Alles bij elkaar genomen mag het geen verbazing wekken dat Van Veen ten slotte zijn tranen niet kon bedwingen. Om alle andere narigheid te voorkomen: Ook ik heb grote waardering voor zijn onmiskenbare talenten.
En ik twijfel geen ogenblik aan de oprechtheid van zijn ontroering. Zelf kreeg ik het trouwens ook een beetje te kwaad.
Gelukkig was mevrouw Andersen zo vriendelijk precies te juister tijd op de achtergrond mee te delen dat het een van de vele grootste misverstanden is te denken dat mannen niet mogen huilen. Er zijn er inderdaad nog meer.
Het wil mij voorkomen dat een ervan bij voorbeeld ook is dat je een televisie-interview door iedereen kunt laten doen.