De Nieuwe Krant
Jan Derix8

"Ik ben maar de helft van wat ik ben"

De keerzij van Herman van Veen



24 december 1981
Het is wel zo dat in mijn leven de hemel alsmaar klaarder wordt. Ik krijg meer greep op mezelf. Op wat ik nou eigenlijk ben, op wat er met me gebeurt.


Hij zit behaaglijk opgerold tegenover me in het Scandinavische zitmeubel, te eng bemeten om ook zijn lange benen te kunnen laten, de hand voortdurend in zijn dunner wordende krullen. Onbevangen onrust. Twee dagen over uit Duitsland, waar hij een tournee van drie maanden doet, met enorm succes.

„Het zijn tachtig voorstellingen of zo. Ik kom er al sinds '69, ik begon met vijf. Voordat deze tournee begon, waren er al veertigduizend kaarten verkocht en nu al meer dan vijfentachtigduizend. Absoluut uniek'. In Hamburg, waar ik dertien voorstellingen geef, zijn er al elf volgeboekt, anderhalve maand voordat ik er speel. En dat is toch een zaal met tweeduizend mensen.''

Denk je, vraag ik, dat Duitsers méér gevoel hebben voor jouw soort van toneelkunst?

„Nee, dat is 't niet. In Nederland ben je gewoon minder exclusief. Ik speel hier honderdzestig voorstellingen. Volgend jaar augustus, september, oktober ben ik er weer. In Duitsland kom ik maar ééns in de twee jaar, met veertig of vijftig en dan nu iets meer. Het is hetzelfde met de Engelsen en de Amerikanen die in Duitsland ook goed gaan. Ik zit daar in een circuit met Belafonte, Sinatra, Shirley-McLaine, grote internationale figuren. 'Je bent gewoon een van de groten uit het vak. Zou ik in Amerika wonen en om de twee of drie jaar naar Nederland komen, dan zou het effect waarschijnlijk precies zo zijn."


Enthousiasme


Je gaat toch voor een belangrijk deel op enthousiasme afin je leven. het gaat allemaal op persoonlijke relaties, op vriendschap. Met is niet zo dat ik ik zeg ik wil morgen in Amerika staan of in Rusland. Er is nu eenmaal een aantal mensen in Frankrijk die ab-só-lüüt vinden dat ik naar Frankrijk moet komen. Daar denken we nu over na. Alleen, die talen vind ik hardstikke moeilijk. Ook het Duits. Je hebt een soort verleden nodig in een taal, je hebt het over emoties. Als je over politiek staat te zingen of over chemische formules, is dat niet zo belangrijk."

Ik wil het hebben over, zeg maar, de keerzij van Herman van Veen. Jij interesseert je enorm voor de Derde Wereld. Ik ken geen enkele collega in jouw vak die dat zó doet.

Lang antwoord, met veel uitbundige gebaren: „Ik geloof in leven, ten diepste. Ik geloof in het goeie van de mens. Ik vind het volstrekt onbegrijpelijk dat er misverstanden zijn tussen mensen. Ik ben mijn hele leven al bezig te begrijpen hoe dat komt. . Hoe kan een kerk die Christus dient er zó uitzien? (lacht, provocerend) Daar gaan we dan. .


Third force


Ik ben helemaal niet kerkelijk, ik kom uit een socialistisch nest. Ik geloof in wat ze in Amerika the third force noemen, dus de niet meetbare werkelijkheid. Ik ben ervan overtuigd dat we altijd maar de helft zien van wat is. Ik ben maar de helft van wat ik ben. Op de een of andere manier begrijp ik dat erg goed. Alles wat ik zeg of doe, is maar de helft. Dat heeft dat voor mij geen naam, ik noem het niet God of deur."

Maar die Godsbeschouwing, zeg ik, hoeft je toch niet te dwingen om voor de mensen in de Derde Wereld op te komen. Je zou ook gewoon Ajax-fan kunnen zijn en daarmee basta.

„Je bent medeverantwoordelijk voor wat je weet en wat je ziet. Als je nu ziet wat voor gekte losgebroken is in de bewapening en dat dringt tot je door, dan moet je daar iets tegen ondernemen."

Dat kun je dan doen vanaf het toneel, en het daarbij laten zoals jouw collega's.

„Zo functioneert dat bij 'mij niet. Ik vind taal een deel van het geheel. Een priester die alleen maar de mis doet, die zit mooi mis. Want we heb- ben het over een spirituele kerk en we hebben het over een werkende kerk. Wat ik zing en zeg op toneel, dat is de spirituele kant. Maar die kant moet voor mij ook een praktisch effect hebben. Ik vind dat je moet zijn wat je gelooft. Christus, Mohammed en al die anderen hebben niets anders bedoeld, die hebben allemaal het doen gepredikt. Dus heb uw naaste lief, in de zijnde zin, niet in de theoretische zin.


Ongenuanceerd


De kerk is in veel opzichten theoretisch geworden, ze zijn met grote torens naar de hemel gaan staan wijzen in plaats van dat ze de hemel naar beneden hebben gehaald. Dat is mijn conflict met de kerk. Ik uit dat soms een beetje grof, wéét ik, Ik , maak ook geen deel uit van de kerk, maar ik kan er ook deel van zijn door er buiten te staan, heel bewust zeg en schrijf ik er allerlei ongenuanceerde dingen over. Altijd met een glimlach in mijn ogen omdat ik zelf praktiserend christen ben."

„Ik geloof dat de waarheid het absolute doel is wat we hebben na te streven. Als je die waarheid aankan, dan dien je daar ook de gevolgen van te trekken. Ik zie artiesten, de kerk, de journalistiek, de kunst in de ruimste zin des woords als de enig mogelijke brug tussen verstand en gevoel. En dat moet dan niet alleen een literaire verantwoordelijkheid zijn."

Nogmaals, collega's meteen vergelijkbare uitstraling laten het daarbij. Jij niet.

„Het gaat om de Einstein-kant van het bestaan en de Darwin-kant van het bestaan, die moeten bij elkaar komen. Anders heb je alleen maar polarisatie, met afgrijselijk voorbeeld de nucleaire ontwikkeling die de mens volstrekt ontmenselijkt heeft. Mijn collega's hebben op de een of andere manier nog niet het geluk gehad te ervaren dat wij als mens tot veel meer in staat zijn dan we ook maar ten diepste geloven."

Welke mensen hebben je beïnvloed in je ontwikkeling tot wat je nu bent?

„Ik heb het geluk gehad werkelijk een heleboel mensen te leren kennen in mijn leven die mij hebben kunnen motiveren dat geluk te proeven. Daar was, heel vreemd en zijn weduwe zal ervan opkijken, Frits Knol, concertmeester van het Utrechts Symfonieorkest. Een formidabele man met wie ik alleen over een kopje koffie contact had. We kenden mekaar helemaal niet, ik heb ook géén vioolles van 'm gehad, maar hij geloofde in mij als muzikant, de manier waarop ik een viool vasthield.


Wim Kan


Hij heeft mij dingen gezegd die ik nooit vergeten heb, ik heb aan die man meer gehad dan aan zes jaar studie bij een grootmeester! En Wim Kan, met hem heb ik heel intensief geschreven. De genuanceerde liefde die die man heeft voor zijn vak, dat is onvoostelbaar. Die man borduurt zijn werk. Dat is zó vol liefde, en zó vol respect voor de mensen over wie hij te heeft.' En hij is zó onzeker altijd, dat is formidabel. In het ontwikkelingswerk ben ik heel sterk beïnvloed door iemand als Jan Eggink, de vroegere baas van Unicef.

Een man die de laarzen aandoet en het leed letterlijk met zijn handen aanpakte! In een later stadium ben ik zeer gegrepen door Cor Lagerweij, een pater op de Filippijnen die ik zie als de werkende kerk. Ik heb hem de meest onwaarschijnlijke dingen zien doen."

Zo ben je dus ook verzeild geraakt tussen de moeders van Tondo, de grote krottenwijk van Manilla.

„Ik ben eerst betrokken geraakt bij Unicef, na een interview in De Volkskrant waarin ik soortgelijke dingen zei als nu tegenover jou. Ik ben een goodwill-ambassadeur van Unicef en ik heb een verloskoffer- actie voor ze gedaan in Nederland. In 1977 hebben mijn vriend en partner Joost Taverne en ik een aparte stich ting opgericht, Colombine, naast ons theaterbureau Harlekijn. Colombine is voor de Derde Wereld.


Manilla


In '78 ontmoetten we Lagerweij die ons uitnodigde naar Manilla te komen. Ik was al eens in Afrika en Zuid- Amerika geweest, ik had dus al wat gezien, maar de Filippijnen, jongen, dat was het duidelijkst wat ik ooit had meegemaakt. De stronthoop waarop ze zaten met die glimlach op hun gezichten. Dat vond ik fantastisch, niet alleen maar ooooh!, maar echt fan-tas-tisch in de zin van te onwaarschijnlijk om waar te kunnen zijn. In onze gesprekken met Lagerweij is toen de gedachte ontstaan om onze stichting uit te breiden en ontwikkelingssamenwerking te gaan doen via de media. Dat was zijn idee. Een fantastisch uitgangspunt, omdat het heel modern is. De film Ben Hur id de grootste Christus-promotie aller tijden geweest. Ik bedoel je moet de media stimuleren om bruggen te slaan tussen mensen. Dat je dus naast Dallas ook iets hebt dat net zo spannend is maar dat gaat over vrede, over rassengelijkheid. over kennis tussen mensen onderling. Cor Lagerweij is daar in Azië mee begonnen en wij waren daar echt enthousiast over."

Colombine noemt dat emanciperende ontwikkelingssamenwerking, een hele mond vol. Wat bedoelen jullie er precies mee?

„Dat hulp wederzijds moet zijn, ze moet emanciperend werken voor alle betrokkenen. Ik ga ervan uit, dat wij óók een ontwikkelingsgebied zijn. Wij zijn lang niet perfect, en we hebben veel verloren van wat mensen in de Derde Wereld nog wél hebben. Het probleem is hoe je de cirkel rond maakt. Colombine financiert de aanloop van het project in Tondo, waar moeders een coöperatie gaan opzetten die kleding zal gaan maken. Het instituut van Cor Lagerweij zorgt, met allerlei media, voor de informaie en opleiding van de moeders.


Distributie


Wij gaan straks hier in Europa met werkloze jongeren kleine distributieorganisaties vormen voor dit Filippijnse product. Het idee is dat het dus wederzijds moet functioneren, Je verbetert hier iets aan de arbeidssituatie en daar iets aan de absolute basis. Het is natuurlijk maar een uitermate marginaal projectje, maar Colombine wil ook niet meer zijn dan een denk-aanzetter, een op gang brengende organisatie die signaleert en stimuleert."

Jullie hebben wel een land uitgekozen dat vanwege zijn dictatuur nogal in een kwade reuk staat, zeg ik.

Zijn felle antwoord: „Dat weet ik. Juist mensen in een rechts regime hebben meer hulp nodig, ze zijn dubbel gehandicapt. Zij lijden niet alleen armoede, ze lijden ook nog onder de loop van de geweren!"
En over zijn geloof in ontwikkeling, in algemene zin: „Ik geloof dat er in Rusland geen boer is die een Amerikaanse boer op zijn bek wil slaan. Toch worden Russen aan ons voorgesteld als rooie, vuurvretende, expansionistische rotzakken. Ik geloof dat politiek en economie aan dat soort opblazen doen, het creëren en in stand houden van onwetendheid. Maar naarmate de ene mens meer van de andere mens weet, krijgen ze respect voor elkaar.


Media


De snelste weg om mensen bij elkaar te brengen is via de media. Met ons Tondo project leveren we daarvoor een kleine aanzet. Een sateliet is meer dan een reservoir voor kernkoppen. Een satelliet maakt het mogelijk om mensen dicht bij elkaar te brengen. Een satelliet heeft beide mogelijkheden, kernkoppen en informatie. En dan zit je weer in de hoek van de kunstenaars, de kerk die zegt hallo, het gaat toch om beschaving, om progressie, en niet om hysterie.


Nieuw aanzetten


„Onze bedoeling is om elke twee, drie jaar een nieuwe aanzet te maken. We denken nu aan mediaprojecten over het energieprobleem en het vredesvraagstuk. Als je het Indianen-probleem in Zuid-Amerika neemt, daar gaan Indianen kapot omdat er een autoweg moet komen. En wat moet er over die weg? Energie, bomen, troep. Dat heet dan ontwikkeling, maar voor wat en voor wie in godsnaam? Je kunt ook uitgaan van een bedreigde groep in Nieuw-Guinea, in China of op Texel. Het maakt niet uit. Een groep die moet ophouden te bestaan omdat er naar olie geboord moet worden. Voor wat? Voor een overdaad! Dan kun je volgens hetzelfde principe van de emanciperende informatie te werk gaan: als iedereen alles van iedereen weet, slaat polarisatie om in liefde. Dan zeg je goh, wat doet een Eskimo een hoop met ijs! (daverend) Die heeft geloof ik wel tweeduizend woorden voor sneeuw, schitterend! Wij zeggen gewoon sneeuw of troep.

Een van jullie bestuursleden, zeg ik ter afsluiting, is prinses Irene. Zo'n naam ineen stichting natuurlijk extra image aan de zaak.

Meteen: „Denk je dat, denk je dat werkelijk? Ik weet niet of je kunt zeggen dat we met prinses Irene werkelijk zo'n schitterend visitekaartje hebben. Ze is in de Nederlandse maatschappij een uitermate controversiële figuur. Haar hele, houding ten aanzien van de kerk, vorst en vaderland. Ik heb een ongelooflijke bewondering voor die vrouw. Ze is zeer christelijk, zeer religieus. Wat ze doet is puur geloven.


Formidabel


Wat ze in de vrouwenbeweging doet en wat ze schrijft en wat ze. aangaat, het is formidabel. Zo'n vrouw die door een emanciperend proces heen is gegaan is een wandelend bewijs van waar wij het over hebben. Iemand die staat tussen twee werelden en daarin schijnbaar, overleeft. Je moet je maar eens indenken in wat voor ongelooflijke strijd die vrouw zich heeft geworpen en daar gelukkig in bestaat!"

Westbroek, in het waterig grasland benoorden Utrecht, waar Harlekijn en Colombine kantoor houden in het voormalige gemeentehuis. Na donker komt er geen sterveling meer buiten, de zuinige straatlampen staan er eigenlijk voor niets. Holland zoals het hoort. Over de dijkjes lopen weggetjes met water en knotwillegen opzij naar niets. Achter Westbroek is de buitenwereld vanavond al de Derde Wereld.