Leidse Courant
DICK VAN TEYLINGEN

De Haitink van het Circus-theater

24 sep 1990

Herman van Veen. Muzikale leiding: Erik van der Wurff. Dans: Muriël Janssens. Kostuums: Marga Groen. Toneel: Feiix Messemaker. Choreorafie: Günther Kranner. Gezien op 23 september in het Circustheater. Vanavond en morgenavond herhalingen.


Tegen het einde van de show laten Erik van der Wurff en zijn musici de zaal ritmisch meeklappen. Zij vallen stil en Herman van Veen neemt de leiding, zonder een woord te zeggen. Een paar gebaren maken duidelijk dat hij de diri-gent is. Het publiek weet direct wat hij wil. Hij splitst het theater op in delen van het orkest en dat klapt hoe en wan-neer hij wil. In een mum van tijd is Van Veen de Haitink van het Circustheater. Hij heeft natuurlijk zijn kapsel mee, maar vooral toch zijn uitstraling. Groot vakmanschap. Gelukkig is dat niet het enige. Herman van Veen is ook een artiest die in originaliteit met kop en schouders uitsteekt boven het gros van de grote-zalenvullers. In een wat de vormgeving betreft tamelijk sobere show boeien zijn bewegingen, zijn liedjes en zijn persoon.


Na het beluisteren van zijn laatste plaat, Blauwe plekken, zag ik het bij voorbaat wat somber in. Het leek me dat de frisheid van de clown nogal te lijden had gehad van zijn succes. Op Blauwe plekken staan te lang uitgesponnen nummers (cd's hebben meer muziek nodig), kitscherige intro's, alles platslaande discoklappen. En nogal holle teksten van bijvoorbeeld H.R. Kunze, die ook in het programmaboek aantoont een beroepsoudehoer te kunnen zijn. Al is het niet enkel treurnis en ellende, daar leent Van Veen zich gelukkig niet voor.

Op het podium blijken door zijn presentatie en de context de nummers de relativering te krijgen die ze nodig hebben. Ook de bezwaren van de disco-doodklappen en de overgearrangeerde kitsch vallen weg dankzij de niet meer dan vier man sterke begeleiding. In zwartwit geblokte jassen dolt Van Veen het toneel over met zeer eigen grappen en grollen, zij het dat die niet zelden doen denken aan eerder werk.
Zo hebben we van de tennispartij in slow motion al eens een voetbalversie gezien. Erg is dat niet, mimiek en beweging blijven boeien. En, gelukkig, Herman van Veen weet weer de valkuilen te vermijden van de al te sympathieke boodschap, de uitstraling van gevoelig, wijs en toch jongensachtig en de warm vibrerende bariton.



DICK VAN TEYLINGEN