Zwolse courant
Anton Cramer

Totaaltheater van Herman van Veen boeit mateloos

24 september 1979
KAMPEN - Op uiterst geraffineerde wijze heeft Herman van Veen vrijdag en zaterdag zijn publiek en uw recensent in de knusse en gezellige Kamper Stadsgehooraaal laten genieten van de nieuwe theatershow 'Op Handen'.

Na ruim tweeënhalf uur show, muziek, dans, daverende lachsalvo's en ingetogen romantiek keerde het en masse toegestroomde publiek intens tevreden huiswaarts. En dat is precies wat een man als Herman van Veen bedoelt met theater.



We hebben vrijdag kennis kunnen maken met de verschillende gezichten die Herman van Veen in zijn produktie laat zien: de gevoelsmens (in bijvoorbeeld de nummers 'In m'n uppie' en 'Liefde voor later'), de brutale vlerk uit Utrecht (het nummer 'Aal'), maar vooral de aartsrealist, die Hernan uiteindelijk is. Wat hij ziet of signaleert, schrijft hij op, daarbij muzikaal onder andere bijgestaan door pianist Erik van der Wurff. Vervolgens schotelt hij het geheel, op zijn eigen wijze voor aan zijn publiek. In het nummer 'Hallo', waarin hij zich voorstelt, noemt hij zichzelf 'een muziekbehanger, die doffe melodietjes weer blinkend maakt'. '

Maar tijdens de show is er meer dan Herman van Veen alleen. Muzikaal wordt hij gesteund door een viertal uitstekende muzikanten: Erik van der Wurff op piano en hammondorgel, Martijn Alsters op fluit, Hans Koppes op tuba-euphonium, Ger Smit op trombone-euphonium en tot slot Nard Reijnders op saxofoon en klarinet.
Opvallend in deze nieuwe theatershow is dat de muziekgroep alleen maar bestaat uit blazers en dat bijvoorbeeld gitarist Harry Sacksioni ontbreekt. Deze heeft momenteel een eigen show. Het popmuziekachtige sfeertje uit vroeger dagen is nu verdwenen. Ik miste toch wel af en toe de dynamiek en de power van gitaar en slagwerk.


Miljoen


Het geluid en de belichting; alweer een verhaal apart. Bij ieder nummer dat Herman zingt, gaat zijn stem door een geluidsfilter, zodat die stem of wat harder, of scherper, of wat 'bruiner' door de geluidsboxen de zaal wordt ingestuurd. En dan het licht. Ook dat is in eigen beheer van Harlekijn gedaan. Er stond dit weekeinde voor ongeveer een miljoen gulden aan lichtapparatuur.


Met deze installatie wordt het decor gemaakt. Werkelijk weergaloos mooi, bovendien wordt het door een paar kundige vakmensen bediend. De afwerking is goed en zeker niet schreeuwerig, zoals je nog wel eens bij andere theaterprodukties tegenkomt.
Tekstueel is Herman van Veen onnavolgbaar. Wat te denken van de volgende zin uit het nummer 'In m'n Uppie'. 'Eenzaam, tweezaam, driezaam, is samen heel alleen. In je allerupste uppie, niemand om je heen'. Een taalkunstenaar pur sang. Maar het produkt van Herman van Veen biedt meer, dan alleen speler met taal en muziek. Je zou het geheel het beste kunnen omschrijven met de term totaaltheater. Herman van Veen boeit het publiek, tot dat het laatste ovationele applaus definitief is weggestorven.

We kregen er vrijdag in Kampen geen genoeg van. We dwongen de artiest verschillende toegiften af. 'Waar bijft de tijd' en 'Liefde voor later', twee liedjes uit het verre verleden, maar nog steeds springlevend en bijzonder actueel. Tot slot was er nog de titelsong van Herman uit de speelfilm 'Uit Elkaar'. Maar nog steeds wilden we - zeer begrijpelijk - meer. Herman echter niet. Hij sprong de zaal in, gooide de deuren open en nam met een handdruk afscheid van zijn publiek, om het even later, gekleed in badjas, nog eens uit te zaaalen.



. ANTON CRAMER