Gazet van Antwerpen
P.A.

Spetterdende Harlekijn te Leuven

24 augustus 1967

In de reeks kulturele manifestaties, ingericht door de Nationale Konfederatie der Ouderverenigingen voor de leden van de « Zomerkursus Tweede Taal» trad zondagavond het kabaret chantant « Harlekijn » voor het voetlicht.


Eén van de hoofdbekommernis- sen van de organizatoren van deze kursus is de deelnemers elke avond een verantwoord kultureel programma te bieden dat tevens een geïntegreerd deel van de leergang kan zijn.
Een betere keuze hadden zij bezwaarlijk kunnen maken.
Herman van Veen, die toch wel de revelatie van het Humorfestival te Heist mag genoemd worden, bewees hier eens te meer razend virtuoos de Nederlandse taal te beheersen. Dit bleek reeds dadelijk uit het introduktienummer dat in hoofdzaak bestaat uit' een aaneenrijging van woorden, vaak neologismen, om hun klankrijkdom.

Van Veen toonde bovendien van alle markten thuis te zijn; hij goochelt met diverse pseudo-talen, would-be Russisch, would-be Deens en Frans, hij inkarneert in rekordtempo een drinkebroer, een kalkoense haan en een be- sluitloze minnaar, hij neemt zijn viool — zijn strijkhout — en imiteert zigeuners en een Stehgeiger uit de jaren twintig.
Volledig homogeen kon men het programma nochtans niet noemen.
Een tweetal nummers komen uit het «Tirelira»-kabaret, dat een persiflage is op het muziekleven in Nederland en werden door de zaal ook minder begrepen. Daarenboven was een duidelijk onderscheid merkbaar tussen de nummers uit het voorbije programma en de ingelaste nummers -voor het komende seizoen.' De teksten voor het nieuwe programma steken ver uit boven de andere, watf het beste laat verhopen voor het komende jaar.

Als gaste hoorden we de jonge Odille Janse, die ontegensprekelijk een eigen geluid laat horen maar die naar ons gevoel, nog niet geheel kon overtuigen. Sommige van haar melodieën missen nog wat spanning en ze zingt nog iets te introvert. Het is wel positief dat ze haar liedjes aan mekaar praat, op voorwaarde dat ze hiervoor volwassen teksten gebruikt. Het publiek zit niet meer in de kleuterklas. Mits wat stielkennis kan zij misschien de eerste vrouw worden die sinds jaren weer iets eigens te zeggen heeft in de Nederlandse kleinkunstwereld.



P.A.