Leidsch Dagblad

"Ik zie almaar meer mensen vertrekken"

24 juni 1965

Herman van Veen lijkt ons nog altijd dat grote talent te zijn waf we pas ontdekt hebben, maar een feit is wel dat Harlekijn binnenkort tien jaar bestaat. Een heus jubileum, waar Van Veen best een beetje mee wil koketteren.Ten eerste is hij pas dertig, een leeftijd die een jubileum nog leuk laat zijn. Daarbij vond Herman die tien jaar alvast een handige ,,kapstok" voor een nieuw program- ma. Hij heeft alles wat er in „zijn theater" is gebeurd op een rijtje gezet en noemde het programma "En nooit weerom", met zijn gebooïtejaaï als ondertitel: "1945".


De serie voorstellingen die hij van morgenavond tot en met zaterdag en van l tot en met 5 juli in het Scheveningse Circustheater zal geven, is de eerste in „de grote stad". Overal elders in Nederland ging "En nooit weerom" zo'n tachtig keer. Herman van Veen: „geen try-outs, gewoon: proberen". „Het vreemde is", zegt Herman van Veen, dat „En nooit weerom" de titel was van een lied voor een nieuwe langspeelplaat.
Een lied dat de lading moest dekken. De plaat is inderdaad opgenomen, alles kwam, er op, behalve „En nooit weerom omdat het lied door de andere nummers overbodig werd gemaakt. Dat mijn programma dan toch naar dat niet opgenomen lied heet... ach.. tsja.. eh.. ik ben geboren in 1945, zo'n geboorte, van mij dus, komt nooit weerom, het was de enige keer.
Bovendien is het zo dat ons bestaan niet anders is dan vertrekken. En nooit weerom. Ik zie almaar meer mensen vertrekken." Van Veens vijfde theaterprogramma in die bijna tien jaar. Hij: „alle elementen uit vorige programma's heb ik geselecteerd, gecombineerd en waar nodig geaccentueerd. Het publiek zal alles van Herman van Veen kunnen herkennen dat men wil herkennen".

Iets als een overzichtstentoonstelling. Of toch meer'? Herman: „waar nodig zal ik in mijn teksten mijn persoonlijke keuze, mijn stellingname, heel duidelijk laten doorklinken. Dat is een grote verandering met "vroeger".


VOETBAL


Voorbeeld: „Ook deze keer heb ik weer een stuk sportgebeuren in het programma gehaald. Nu geen pingpongen of boksen, maar natuurlijk voetbal.
Dat grappen met sport vond ik ooit vooral leuk voor mezelf. Dat de mensen lachten onderging ik als toevallig. Nu dat voetbal, hè. Daar is iets mee aan de hand, het gaat fout met het voetbal. Wat probeer ik te doen?
De mensen laten huilen van het lachen, da's een normaal streven, maar hun aan het eind ineens iets als een knal te verkopen. Boem, pats, en er is niets meer om te lachen".

Herman van Veen („ik denk veel over mezelf de laatste tijd") als jubilaris. Hij relativeert bij voorbaat: „Je kunt natuurlijk van alles zeggen en schrijven over een ander of nieuw programma, maar er gebeurt niets anders dan dat er weer een nieuw deeltje uitkomt in de soms spannende serie „De Avonturen van Herman van Veen".