Studio
Jan de Werd

Herman in Carré

24 maart 1979
Zeventig minuten Herman van Veen. Dat is de tv-topper van deze week en misschien wel van het hele seizoen. De KRO filmde Nederlands uniekste cabaretier in oktober vorig jaar tijdens een optreden in een stampvol theater Carré. Hoogtepunten uit deze show krijgt u vrijdagavond op televisie te zien. De montage van het programma heeft een lichte toon:
een keuze uit Herman van Veens liedjes met een voorkeur voor zijn humor. Jan de Werd in- terviewde hem onlangs, tussen (te) veel bedrijven door, in Westbroek.



Legale gek. Zo noem ik het maar, ik meen het niet. Er zijn mensen die mij zo zien, denk ik. Dat wordt door mij niet zo gevoeld. Ik doe er een beetje makkelijk over Hoew moet ik dat zeggen? Ik ben nog steeds verbijsterd door het geweldige aanbod wat er bestaat. Dezelfde verbijstering van vroeger toen ik bij vader op de stang het land opreed. Voorjaar en we gingen katjes plukken met hele familie.
Als ik hoogtepunten uit mijn leven moet noemen waren het, die dingen. Voor mijn gevoel ging daar de wereld open. Thuis kwamen de katjes in de vaas uit, eerst geel en dan bladeren. Dan brachten we de takken naar 't landje van mijn vader en daar werden het gigantische bomen. Dat is het geweldige aanbod dat ik mij mijn hele leven realiseerde. Dat is het. Meer niet.


MINKUKEL


Zo simpel is dat. De zon gaat elke dag op en het gras groeit vanzelf. Ik begrijp dus dat ik uit mezelf dien te groeien en niet dat ik het van een ander nodig heb. Niet van jou of van wat dan ook. Zeker niet dat ik het uit de krant moet halen, of uit mijn hersens alleen of uit mijn doctorandustitel. Ik moet het absoluut uit mezelf halen. Ik ben de geschiedenis, het perfekte bewijs van bestaan. Want ik schijn te bestaan en daar werk ik met alle plezier aan mee...

Het is maar een simpel voorbeeld. Ik kan ook zeggen dat ik Simone de Beauvoir gelezen heb, of de kolom van Kees of dat ik het zag op de rug van Karel of op een spandoek. Veel mensen denken dat iemand anders het, voor ze ziet. Dat je het van het scherm moet halen, op de universiteit kunt leren of' dat je het kunt kopen. Dat laatste is helemaal katastrofaal. En dan is er nog een groep die denkt dat je kunt leven op basis van wantrouwen. Van dingen „in Frage" stellen. Ter diskussie. Dat, is het kenmerk van Holland 1979, Wij Stellen Ter Diskussie. Dat heeft een kerseboom nooit gedaan en een vogel, nog nooit. Die is gegaan op zijn hart, naar het zuiden omdat iets in zijn hart, hem dat vertelde. Oké. Minkukelvogels, minkukeldieren, minkukelbomen. Alles minkukels.
Maar daar hebben we het straks over gehad. Als je een spin doodtrapt is er iets ernstigs met je aan de hand. Dan ben je namelijk blind. Je trapt iets in elkaar waartoe je zelf niet in staat bent het te maken.


MISVERSTAND


Blind, absoluut blind. Wij denken dat het er allemaal voor ons is. Het is er voor ons maar om het te gebruiken. Ermee te leven, niet om ervan te leven. Geweldig misverstand waar iedereen voor betaalt. Kanker is niet, voor niks de ziekte van deze tijd. Je krijgt, het op je brood, je betaalt ervoor, voor al die auto's. Dat zijn die borsten die daar de bak in gaan. Zoals we vroeger de pest hadden, de schurft en de tering.
We betalen met geweldige bedragen aan verkeersongelukken en aan mensen die sterven aan dat soort ziekten. Maar wie wil daar aan? Wil jij roken? Ik eet mandarijnen. Ik zeg: jij moet gelukkig zijn op jouw manier. Ik rijd geen 190 in een auto en als het glad is blijf ik ergens slapen. Als iemand hard schreeuwt, schreeuw ik niet terug, als iemand mij slaat, sla ik niet terug. En als iemand mij vernietigt in een krant, zeg ik, oké boy, je hebt jezelf vernietigd, je hebt gelijk. Dan is hoogstens mijn ijdelheid geďrriteerd, maar dat is de naarste eigenschap die ik heb. Natuurlijk word je geraakt. Je denkt toch: wat za1 de slager daar morgen in de winkel van zeggen. Maar dat is flauwekul. Ik ben nog nooit echt geraakt door een krantekritiek. Wel als die open was en de kolom uitvloog van emotie. Ik ben wel geschrokken. Van die ene figuur die bleef staan toen ik voorbij kwam en die niet meer is verder gelopen. Mensen die je op hun sterfbed uitnodigen.Flauwekul? Ik heb mensen zien lachen en zien doodgaan om hetgeen ik doe. Ermee zien doodgaan omdat, hel hun laatste wens was.

En daar mag je allemaal badinerend over doen. Mag allemaal, Daar kan best weer meteen een parodie op gemaakt worden, allemaal oké. Maar voor mij heeft het een andere betekenis. Kun je je dat, niet voorstellen? Gebeurt! Ik heb nauwelijks verwachting of hoop. Ik denk dat, mensen in staat zijn zichzelf volledig uit te moorden. Literair en fysiek af te maken. Gewoon omdat het gelijk nog steeds een soort faktor schijnt te zijn. En bij de gratie van wat zij weten, hebben zij dan gelijk, Vergeet het maar. Heb je de wratten gezien die zij in hun buik hebben? Die liploze, verbeten monden? Mensen zijn niet slecht, ze zijn arm. Nee, ik roep niet „wees jij maar gelukkig op jouw rot- manier".
Het gaat, mij niet aan: Ik heb geen probleem met die man, want ik kan hem zeggen: kijk eens wat vrolijker, schrijf eens wat, opgewekter. Dat kan hij horen of niet horen. Ik denk dat mensen die allemaal wél zien, in sociaal-maatschappclijke scheppende beroepen zitten. Kunstenaars, denk ik, en religieuze mensen. Mensen die met genezen bezig zijn, in de ruimste zin van het woord. Ik ben een geweldige optimist maar ik ben niet, naďef. Wat men soms veronderstelt, denk ik, als ik wat lees. Weinig reëel. Dat, laatste ja. Maar wat is realiteit? Ik ben een aardsrealist. Letterlijk aards. Beter kan ik het niet zeggen. Niks fantasie, niks dromerigheid.


TE KOOP


Alles is te koop. Meningen, teksten, muziek, alles. E;n als je nou slim bent... wat kritiek, hoezo kritiek? Ik begrijp toch hoe je moet zijn of wat je moet zeggen om een goeie kritiek te krijgen? In Vrij Nederland of De Telegraaf of de Amersfoorlse krant? Ik begrijp toch dat een goeie kritiek in de NRC of het AD moet voldoen aan de normen van die krant? Als ik iets zeg over de koningin of over dit kabinet of over de sociale struktuur IJ of O, weet ik bij voorbaat wie het daarmee eens zullen zijn. Dat interesseert me dus niet.
Dat is absoluut vervelend. Dus hou ik me met andere dingen bezig en ben gelukkig. Laat ze wat ik doe maar bewonderen of kraken. Zo lang het maar ik is, die boom die uit zichzelf groeit. Daarom ben ik er toch? Iedereen behoort toch te leven en z'n armen uit te steken? Daar is het toch voor. Iedereen mag zijn stem gebruiken en zijn lichaam. Iedereen mag toch iemand aanraken? Je krijgt wel een klap als iemand het niet leuk vindt. Maar daarom moet je het niet laten.

Nou zal ik een klap kopen op rijmvorm en op muziek. Waar ben ik dan mee bezig? Dan ben ik niet bezig, dus niks te koop! Niks fantasie, niks dromerigheid. Dat is waarom ik in een programma de dood aangeboden heb. Ik zou, om je een ander voorbeeld te geven van realiteit, één keer twee miljoen Massai Amsterdam willen zien binnenlopen en verbaasd die ijskast zien opendoen. Dat is realiteit Er zit alleen maar een zee tussen, een afstand, een ruimte. En als je nou zo zeurt over je man, dat hij drinkt en dat hij altijd te laat is. dat hij je slaat, ga dan weg. En als je zo zeikt kom je dan eigenlijk niet klaar van dat zeiken? Waarom zeg je niet, ik wil zeiken en voel me dan erg gelukkig. Waarom geef je niet toe dat, als je iets vertrapt, je er op klaar komt? Zo simpel ligt dat allemaal, met realiteit. Ik zal je een droom vertellen, dat is het thema van de film die we draaien. Er was een man die droomde dat hij voor een geweldig diep ravijn stond en achter hem stond een gigantisch groot monster. Die man die riep: help, help, en hij vroeg aan het monster: wat moet ik nou doen? Toen zei het monster: dat weet ik niet, het is jouw droom.
Het is datgene wat ik voorstelde van het leven wat niet werd ingevuld, maar het was mijn voorstelling. Ik had het verleden volkomen verkeerd geďnterpreteerd en had daardoor een vervormd beeld van de toekomst. Maar het is mijn probleem.
Alles wat je ziet; van iemand anders is zijn probleem Maar men wil het altijd tot jouw probleem maken. Want als jij ermee bezig bent kan de ander met zijn kniečn over elkaar gaan zitten en zeggen, god wat ben ik zielig. Daarom mogen jongens niet naar Libanon gestuurd worden. Die moeten zelf naar Libanon willen of niet. Dat moeten ze zelf willen. Je kunt ze hooguit daarin helpen, erop wijzen, ze leren dat zelf te willen. Je mag ze niet sturen, zo maar omdat je een pet op hebt.


KINDEREN


Ik ben nu heel praktisch bezig met het maken van de film ..Uit elkaar', daarnaast schrijf ik een toneelstuk dat heet „Ik zou nog maar een tegenstander hebben". Dat ga ik produceren met de Belgische groep „Arena" en Harlekijn. Daarnaast schrijf ik een uitgebreid verhaal dat ik volgend jaar een half jaar lang in theaters voor kinderen wil gaan doen. „Alfred Kwak', dat ik met het Residentie Orkest voor kinderen heb gedaan, is geweldig goed bevallen. Ik wil nu heel lang voor kinderen in het theater gaan werken. Het is onbeschrijjfelijk plezierig om met kinderen te bestaan. Zo zonder enige belasting. Ze weten nooit of je nou Ruud Geels bent of Herman van Veen. Als ik in het buitenland speel is dat ook formidabel. Ze zien je voor her eerst en dat krijg je nooit meer terug.
Maar kom, in Holland krijg je ook niks kado. De eerste avond in Carré zitten er driehonderd mensen. Dan moet je heel hard zingen, anders komt er geen hond. Altijd moet je heel hard zingen. Ik hoorde laatst Marga Klompé in een radio-interview een perfekt statement van Jezus Christus geven. Ze zei: Christus deed altijd meer dan een ander. Dat heb ik op een of andere manier dan met die man gemeen. Ik geloof dat ik goed draai, omdat ik altijd „vol' ga. En alleen maar bij de gratie van het feit dat het allemaal konsekwent is geweest.
Ik heb me uit overtuiging nooit achter een politieke partij of kerk geschaard. Ik geloof niet in theorieën, filosofieën of meningen, omdat omstandigheden veranderen. Maar als ik Juliana zou willen doodschieten, als ik dat nodig zou vinden, zou ik dat doen. Dat meen ik ernstig maar ik vind het belachelijk. Dat is het punt, de absolute konsekwentie. Ik heb wel eens voor mezelf qgedacht, ik geloof niet in God al vind ik het verhaal van Jezus Christus en Mohammed en Boeddha fantastische verhalen, waar ik niet in kan geloven omdat het mededelingen van mensen zijn. Maar als ik achter een God zou kunnen staan zou ik ervoor kapot gaan. Zo kan ik het anarchisme in Duitsland - wat daar nu gebeurt - helemaal verstaan. Maar het is niet mijn opvatting. Ik sta absoluut voor pacifisme, voor het groeien voor de natuur en voor creativiteit. Als enig alternatief.


VIER KEER WAAR


Nee, ik denk dat ik nog moet beginnen tot nog toe heb ik het gevoel dat het een soort "warm lopen"is geweest. Het echte werk moet nog voor mij beginnen. Dat zie ik heel sterk in de film zitten. Vind je dat kommercieeL dat Monique van der Ven meespeelt?' Het is een formidabele meid, een mooi mens van binnen en dat zie je van buiten. Ik heb altijd het gevoel bij haar dat men niet precies wist waarom ze haar voor films (12) gevraagd hebben Ik heb haar vroeger, vóór die speelfilms, al eens benaderd, intuďtief, maar ze kon toen niet.
Je zult haar zien zoals je haar nog niet gezien hebt, denk ik. De vrouw van Vincent speelt ze. Marlous Fluitsma speelt haar vriendin, Guido de Moor, Lou Landré en Marjon Brandsma zijn de anderen. We hebben met die kleine gesloten bezetting een fantastische tijd gehad. Die neerslag ga je te zien krijgen.
Of je dat mooi vindt of niet, dat is jouw zaak. Een stille film met een lach en een traan, niks spetakulairs. Nou ja, zo lang iedereen zijn kaartje maar betaalt is het oké. Want het is allemaal héél duur, zoiets maken.

De volgende film is al geschreven en als er weinig mensen komen wordt het best moeilijk om die film te maken.'



Jan de Werd