Nieuwe Apeldoornse Courant
Jan van der Klei

LIEDJES UIT „WONDERLIJKE AVONTUREN" OP DE PLAAT

Herman van Veen neemt zijn publiek serieus

24 februari 1979
Voordat het gote Ajax van Johan Cruijff, Piet Keizer, Sjakie Swart, Dick van Dijk,Klaas Nuninga met zijn onvoorstelbaar mooie Europa Cup — en andere voetbalwedstrijden — heel Nederland aan beeldbuis kluisterde, lukte dat Annie M. Schmidt en Harry Bannink met hun kindertelevisieserie „Ja zuster, nee zuster". Wanneer op zaterdagmiddag om vijf uur werd uitgezonden, gingen de winkels soms al eerder dicht en 's maandags zong iedereen de nieuwste hits uit de nieuwste aflevering („Mijn opa", „Een stekkie van de fuchsia", ,,De twips", „In een rijtuigie", „De ouwe Jacob", „De kat van Ome Willem" en noem maar op). Hits, die veertien dagen later dan ook prompt met twee, drie tegelijk in de Top Veertig verschenen en er hoge plaatsen innamen, een record voor „het Nederlandse lied", dat later alleen in het Pierre Kartner- jaar 1971 door Vader Abraham, Wilma, Corry & de Rekels en Jaques Herb zou worden bedreigd. Met alle .respect voor andere gerenommeerde kinderseries, zoals „Swiebertje", „Hamelen" en vooral de Stratyenmakeropzeeshow, moet toch wel geconstateerd worden, dat „Ja zuster, nee zuster" in dit genre het beste amusement voor alle leeftijden was.


Gaat het die kant ook op met „De wonderlijke avonturen van Herman van Veen", die de KRO-tv sinds enkele weken op vrijdagavond op het scherm brengt? De reacties die ik tot dusver heb opgevangen klinken enthousiast en Herman van Veen zelf (die momenteel overigens bezig is met een speelfilm voor volwassenen, waarin hij naast Monique van de Ven de mannelijke hoofdrol speelt, en met een tweede tv-serie „Wonderlijke avonturen" heeft tot dusver ook niets dan lof geoogst, ook en vooral uit de kringen van theater en televisie. Het is ook wel erg goed wat de Johan Cruijff van de kleinkunst, (wie door de kenners al evenzeer een plaats tussen Danny Kaye en Charlie Chaplin is toebedeeld als onze beste voetballer tussen Pele en Di Stefano) iedere vrijdagavond doet: origineel, veelzijdig, spannend, liefelijk en van de eerste tot de laatste seconde de aandacht vasthoudend, ook al is een en ander maar een fragment van wat hij in het theater allemaal teweegbrengt.

Het belangrijkste vind ik echter zijn mentaliteit, de typische eenvoudige en open Harlekijn-mentaliteit, die ook uit persoon en werk van de meespelende leden van zijn groep spreekt. Het aantal televisieprogramma's waarin de volwassen kijker als een kind wordt behandeld vormt het merendeel van wat er elke avond weer op het scherm komt. Herman van Veer bewijst, dat het ook anders kan: kinderen behandelen als grote, of in ieder geval toch minstens evenwaardige mensen (hij wil ook geen meneer Van Veen of Ome Herman, maar gewoon Herman worden genoemd) en aldus de volwassen kijkers meetillen op een zelfde niveau, waar presentatoren en artiesten met meer minachting voor „de grote massa" hen continu beneden trachten te houden, van „Kant aan m'n broek" tot de armzalige artistieke middelmaat van Unicefgala's en songfestivals.

Even veel hits als ,,Ja zuster, nee zuster" opleverde zullen er waarschijnlijk niet uitkomen. Al begint het „Riders in the sky"-achtige „Opzij, opzij" 't bij de kinderen die ik ken al aardig te doen. Mede omdat elke aflevering daarmee besloten wordt. In Duitsland was het gezellige deuntje "deuren"de uitsmijter, maar dat komt in een van de komende afleveringen nog aan bod en bovendien kunt u dat iedere zondag morgen om negen uu horen als tune van Meta de Vries' Hilvesum III-programma.
Maar om hits gaat net eigenlijk ook niet. Het, gaat hier vooral om de kwaliteit van de inhoud (en die zit ook in meesterlijke liedjes als „Al wat witter dan wit maakt", „Nooit is 't hier rustig", „Niet te koop" en „Liefdeslied en van de vormgeving: de sublieme manier waarop een vrij conventioneel, want weinig elektronica bevattend, instrumentarium voor de meest uiteenlopende, knap gearrangeerde melodiën zorgt.

En nu heb ik het eigenlijk meteen over de elpee die van die liedjes is gemaakt en door Polydor is uitgebracht Harlekijn HH 2441505). De zoveelste schitterende Van Veen-elpee.

Ook al viel het een van de kinderen die tijdens het recenseren voor deze keer met me mee mochten luisteren op, dat Herman van Veen van sommige woorden de laatste letter (meestal een dentaal) niet of nauwelijks hoorbaar uitspreekt. Daar heb ik het in deze kolommen ook al eens over gehad.

Maar dan denk ik altijd maar weer aan het gezegde van Remco Campert: ,Eén fout is het kenmerk van het ware',.



Jan van der Klei