Eindhovens Dagblad

Commentatoren vonden show bittere ontgoocheling

Herman van Veen op Duits tv-scherm geen groot succes

23 juli 1970

(Van onze correspondent)

BONN, 23 juli. — Gemeten met de maatstaven, die men op Rudi Carrell toepast, blijkt het eerste optreden van Herman van Veen voor de Duitse televisie voor de meeste commentatoren maar een bittere ontgoocheling te zijn geworden. De tv-criticus van ,,Die Welt" zegt het dan ook onomwonden: „Duidelijk was een ding: Van Veen, die als een meteoor was aangekondigd, kon slechts een belangstelling in de schaduw van de andere, meer begaafde Nederlanders genieten". Toegegeven wordt dat Van Veen goed zong en zijn nummers met vrolijkheid en gevoel bracht, maar ,,desondanks haalde hij de eindstreep niet".


Volgens de recensent kon Van Veen zijn eigen verveling niet overwinnen, „laat staan die van de door de Nederlanders verwende toeschouwers." Voor Carel, Rijk de Gooyer en Johnny Kraaykamp leidt de criticus hieruit een dik compliment af, want — zo merkt hij op — het is kennelijk niet voldoende alleen maar uit Nederland te stammen.


Falen


De gezaghebbende "Süddeutsche Zeitung" wijt het falen van Van Veen aan het feit dat hij voor een Duitse uitzending pasklaar werd gemaakt. Volgens de recensent van dit Münchense blad had men het op een Nederlandse vertoning moeten houden, omdat Van Veen in Nederland zeshonderd geslaagde shows heeft gegeven voordat de Duitse televisie naar hem greep, hem Duitse teksten, Duitse technici en — zo schijnt het — Duitse showatmosfeer voor de camera's meegaf". De criticus is van mening dat de toeschouwers, afgezien van een paar kleinigheden op het gebied van de pantomime, maar weinig gelachen hadden.
„Maar wie 600 shows achter zich heeft, moet toch zeker iets bezitten om het publiek enthousiast te kunnen maken. Misschien werd Van Veen het plezier in de show werkelijk alleen maar in de Duitse studio uitgedreven."

Daarom suggereert de SZ tenslotte, dat de Duitse televisie een van de 600 Nederlandse Harlekijn- voorstellingen van Van Veen moest uitstralen.

Onzerzijds blijft slechts op te merken dat het Duitse gevoel voor humor nog wel toereikend is om Carel — hogelijk — te waarderen maar niet meer voldoende is om de vaak subtielere humor van Van Veen te kunnen appreciëren. Misschien zal men ook hier nog aan moeten wennen, maar overigens leek Van Veen werkelijk niet op zijn best te zijn.