Nieuwsblad vh Noorden
J.J. d'Ancona

Herman van Veen: nog dezelfde

22 mei 1970

Gebeurtenis: Optreden Herman van Veen. Plaats: Stadsschouwburg in Groningen. Programma: „Harlekijn".
Medewerkenden: Herman van Veen;
combo: Laurens van Rooyen (piano), Erik van de Wurff (orgel), Tonnie Ko ning (slagwerk), Bert Ruiter (basgitaar), Hans Frederikse (vibrafoon), Hans Koppes (sousafoon), Max van Tuil (kruk).
Publiek: 725.


Vanaf het moment dat het program ma gestart was zonder een „officieel begin", totdat het uit was, voordat het ,in feite was afgelopen en Herman van Veen applaus had geďncasseerd van een lengte zoals een Groninger Stads schouwburg zelden voor een kleinkunstenaar bij elkaar klapte, had ik 't prettige gevoel dat hij dezelfde gebleven was. Dezelfde Harlekijn die omstreeks 1967 een nieuwe vorm van entertainement introduceerde en deze vers en warm heeft weten te houden.


Nu hij „in" is, wil dat niet zeggen, dat hij het grote publiek te pakken heeft. Er zijn uiteraard mensen, bij wie hij kennelijk niet aanslaat. Is het dat vrijblijvende, zogeheten moderne toontje, zijn langs-de-neuse humor, de vage conversatietrant, de jofele benadering die enkelen voortijdig op weg naar de garderobe bracht?

Het overgrote deel van de zaal voor wie Herman van Veen nog een nieuwkomer was, gaf zich via het (inderdaad wat moeizame) begin gewonnen, vooral toen hij na de pauze even duchtig uitpakte. De hele sfeer van dat bizarre, het ludieke, de spontaniteit en zijn overrompelende plastiek verlenen Herman van Veen momenteel terecht de plaats die hij zich veroverd heeft. Met ogenschijnlijk gemak.
Maar zijn intensiteit, zijn ondanks alle kluchtigheid naar perfectionisme neigend vakmanschap is geschroefd op een stuk persoonlijkheid waarin hij totaal zichzelf durft te zijn.
Daarom zal het ook wel wezen, dat Herman van Veen in zijn genre een verschijnsel is gebleven. Daarom ook is hij gelukkig niet met anderen te vergelijken en is zijn programma zo gevarieerd volgeladen, dat men gerust met de onjuiste indruk naar huis mag gaan, dat de zaak op improvisatie berust.

Kolderieke toeren, stoeien met muziekinstrumenten, daarmee bedachtzaam fijn contrasterende chansons, zijn stem(men) of zijn nonchalante babbel, al die toestanden moet je niet te serieus uit gaan zitten. Het is een show om over je heen te laten val len, inclusief de muziek, de effecten, het lawaai en de anti-traditionele be nadering van het begrip amusement. Alleen om dat laatste al is Herman van Veen voor mij een bijzondere figuur.


P.S. Voor vanavond zijn er nog een paar plaatsen vrij, morgenavond is de hele zaal uitverkocht.