De Noord-Ooster Emmen
C.St.

Harlekijn Herman van Veen is dood

„Teis" enige theater met ballen gehakt

22 april 1974

„Pappie, wat doet die vent gek".
"Daar wordt-ie voor betaald, jongen".

„Wie is er dan gek, pappie?"




Een klein stukje uit de show van Herman van Veen gisteravond in de matig bezette Geert Teis schouwburg in Stadskanaal. Eerst zou het toneelstuk „De Spinse" van hem gespeeld worden, maar één van de speelsters liep een bloedvergiftiging op. „Om u niet voor Jan Lul te laten komen, brengen we nu een show", aldus Van Veen.



Een gekke show, maar een show waarin de grollen, de fratsen, de halsbrekende toeren, de harlekijk-grapjes een beetje zijn verdwenen. Herman van Veen is niet meer zoals vroeger, maar dat wisten we allang, toen hij als een echte harlekijn het publiek vermaakte met zijn gekheid.

Van Veen zingt geen liedjes meer in de trant van ..Suzanne". Wat hij nu te berde brengt is ingetogen, eerlijk en zuiver. Het zijn haast mijmeringen over geluk en verdriet, over het doodgewone aardse hondeleven.
De verrassing is er ook uit. Vroeger kon hij wel eens op een fiets het toneel rondracen, of vanuit de lucht in een stoel op het podium neerdalen.
Nu heb je meer het idee, dat de echte Herman van Veen eindelijk voor je staat.
Desondanks kan hij het niet laten om met zijn lichaam soms de gekste act weg te geven, maar het gebeurt beduidend minder. Daarvoor in de plaats zijn gekomen zijn "preken" over God. die naar beneden komt en het hier op aarde in de kerk zo'n dutte troep vindt. Geen vrolijkheid, geen bloemen. God wendt zich daarvan af en gaat rustig in het zonnetje zitten naast een oud heertje, dat liever geniet van de zon dan van de duffe zondagse preek. En God ontmoet eindelijk een collega. Van Veen vertelt ook van de dood, van kinderen, van de liefde. Hij brengt het allemaal geinig en het publiek lacht dapper mee, maar de ondergrond is erg cynisch en het publiek heeft het niet door dat het misschien zichzelf uitlacht.


IETS PERSOONLIJKS


Het is niet verwonderlijk, dat Herman van Veen veel liedjes zong van zijn laatste langspeelplaat „Bloesem". Alleen onder andere „Zuinig met haar zinnen" en „Alles" dateren uit eerdere tijden. Tussen die liedjes door ziet Van Veen altijd kans iets persoonlijks te vlechten; zoals zijn opmerking, dat hij gistermiddag Chinees heeft gegeten in het langste dorp in Nederland: Stadskanaal, en dat Geert Teis het enige theater in ons land is, waar men ballen gehakt verkoopt.

Niet alleen Van Veen schitterde, ook zijn medespelers kregen gelegenheid te excelleren: Erik van der Wurff op het orgel en de piano en Harry Sacksioni op de gitaar. Een show van Herman van Veen is altijd even boeiend. Alleen de harlekijn Van Veen is dood, maar de echte is spring levend. ^