Parool
Philip Freriks

Herman van Veen op naar Olympia



21 november 1983
„Herman van Veen is een van de zeldzame internationale artiesten in Europa. Ik beschouw hem als een Yves Montand van de jonge generatie. Hij is minstens even compleet.' Jean-Francois Mülier. directeur van het Parijse Palais des Glaces, vindt niet dat hij wordt verblind door zijn onbeperkte enthousiasme over de Nederlandse showman die een week lang te gast was in zijn theater.


„Tot nu toe was Van Veen in Frankrijk totaal onbekend. Voor mezelf heb ik hem twee jaar geleden ontdekt. Ik zag toen een heel programma in het Nederlands en begreep niets van de teksten, maar werd wel meteen gefascineerd door zijn capaciteiten als homme de spectacle." Waarmee in het Frans alles gezegd is en verdere superlatieve overbodig zijn.

Herman van Veen is vorige week van maandag tot en met zaterdag In Parijs opgetreden in dat weinig comfortabele theater op een steenworp afstand van de Place de la Republique. De laatste twee avonden speelde hij voor een vol huis. Het aantal betalende bezoekers, was zeven keer hoger dan begroot, aldus Harlekijn-impressario Ron van Eeden. „Een ongelooflijk succes voor iemand, die weer op het nulpunt begint."
Herman van Veen zelf drukt zich wat bescheidener uit: „Ik voel dat ik met de mensen hier communiceer. Ik geloof wel dat ik een bodempje heb gelegd voor de toekomst. Moetje nagaan, ik heb in jaren niet in zo'n klein theater opgetreden. Zo leer je jezelf beter kennen, een zekere bescheidenheid te betrachten."

In het algemeen zijn de reacties in de zaal goed. Een dertienjarig Frans jochie roept spontaan uit 'Extra' en dat betekent in het Parijse jargon heel veel. Een achttienjarige conservatoriumleerling, half Frans en half Nederlands, zoon van een bekende Franse zanger-arrangeur en componist: „Hij heeft een paar heel goeie momenten, hij breekt het hele toneel af. Er zijn ook dingen die ik al vijftig keer heb gezien. De grap overzijn baby die helaas op hem lijkt of dat sentimentele gedoe met de zogenaamde jurk van Edith Piaf vind ik beneden de maat. Maar ik geef toe, hij is een vakman."

"Hij moet het in Parijs kunnen maken", zegt Joselyne Bodo, assistente van de in Frankrijk alom bekende conferancier conferencier Guy Bedos. "Herman van Veen (uitspraak Ermanne van Viene) id een groot nvakman. Ik heb genoten, terwijl ik beslist niet wist wat me te wachten stond. Ik ben komen kijken omdat het Palais des Glaces meestal met interessante en vaak in Frankrijk totaal onbekende mensen komt."

Theaterdirecteur Jean-Francois Millier: ..Het is aardig dat Bodo dat zegt, want dat is precies mijn beleid. In het Palais des Glaces probeer ik mensen te brengen, die het verdienen om in Frankrijk ontdekt te worden. Dat is geen eenvoudige zaak. Het Parijse publiek is erg eenkennig. Vooral in Nederland gebeuren heel interessante dingen. In februari breng ik de uit Amsterdam afkomstige Amerikaan Django Edwards. Jim van der Woude komt hier met zijn one man show gedurende de hele maand maart."

Maar het doel van Herman van Veen ligt verder, aldus Miliier. „Hij moet uiteindelijk in de Olympia eindigen. De eerste stap is nu gezet. Volgens jaar speelt hij waarschijnlijk in het Thèatre de la Ville. Dat is al groter en belangrijker. De Olympia blijft toch altijd het walhalla van het chanson en van de show. Dat moet hij naar mijn gevoel in twee a drie jaar binnen zijn bereik hebben."

Alle tussen de coulissen verzamelde deskundigen in het op z'n minst rustieke theater (minuscuul kleedhok bereikbaar via de urinoirs), zijn het erover eens dat Herman van Veen erin geslaagd is de Arabische telefoon op gang te brengen. Die ook wel als radio trottoir aangeduide mondreclame heeft het ontbreken van kranteartikelen gecompenseerd. Alleen de kwaliteitskrant Le Monde wijdde een kort maar kritisch-positief stukje aan de show." Hij was dan ook meer op zijn gemak in het Engels dan in het Frans en had slechts twee liedjes in het Frans laten overzetten (door Georges Moustaki), maar na een week voelde hij zich kennelijk al een stuk vrijer in zijn conferences (een mengeling van 'Nederlands, Engels, Duits, Frans en een denkbeeldig Japans). „Ja hij zal nog aan z'n Frans moeten werken.. Misschien moet hij ook wat meer van zijn liedjes laten vertalen," meent Jean-Francois Millier. „Wat hij in Duitsland uitsloeg, toen we daar begonnen, was nog veel erger," reageert impressario Ron van Eden tevreden grinnikend, als zaterdagavond de volgepakte zaal zich gewonnen geeft.

Het werken naar die climax was bijna voor niets geweest door die ene zo overheerlijk ogende oester, die de correspondent van deze krant Van Veen opdrong tijdens een etentje ter herinnering aan het gezamenlijke Utrechtse verleden. Herman van Veen maakte de lunch niet af, ging doodziek naar z'n hotel en moest in allerijl de dokter laten komen. De injectiespuit kwam eraan te pas om hem weer enigszins op te kalefate ren. Aan het begin van de avond leek het optreden niet te kunnen doorgaan. Enigszins wankelend bereikte hij het podium. Maar van dat alles heeft het publiek niets gemerkt.



Philip Freriks