Deventer Dagblad
d.v.b.

Herman van Veen bleef beneden verwachtingen

21 september 1970

Met hooggestemde verwachtingen namen we zaterdagavond om. acht uur plaats in de schouwburg. Twee uur en een kwartier later verlieten we enigszins teleurgesteld het gebouw. De éénmansshow van Herman van Veen was tegengevallen. Niet wat betreft de presentatie, maar er was te weinig nieuws. Herman van Veen teert een beetje op zijn „oude" roem, een beetje te veel naar mijn mening.


Bovenstaande negatieve uitlating wil echter niet zeggen dat de show niet de moeite waard is om te gaan zien. Herman van Veen is altijd nog genoeg vakman om zijn publiek te vergasten op een goed verteerbare amusementsschotel, gebrouwen van matige ingrediënten.
Die bestonden dan voornamelijk uit liedjes zoals Dit slag volk, Fiets en Ik denk dat niemand mij morgen mist. Verder debiteerde Herman van Veen een aantal grappen, die mijns inziens het meeste succes hebben na een groot aantal borrels.

De muzikale omlijsting van de show was van redelijk tot goed gehalten te noemen, hoewel de "close harmony" zo nu en dan te wensen overliet. Maar Laurens van Rooyen (Piano), Tonnie Koning (slagwerk), Bert Ruiter (basgitaar) en Erik van de Wurff (orgel) gaven stuk voor stuk te kennen meester op hun instrument te zijn,

Een samenvatting van oordeel over Herman van Veen's laatste show: Matig amusement, zwemend | naar de lyrisch-melancholieke kant , met te weinig diepgang om gerekend te kunnen worden tot het topje van Nederlands ,,cabaret"-wereldje.



d. v. b.