Paul Kokke

" Mat en koel optreden in Casino"

Herman van Veen alleen maar show



21 maart 1983
Optreden van Herman van Veen, zang en viool. Erik van der Wurft, toetsen. Nard Retjnders, klarinet, saxofoon en accordeon. Cees van der Laarse, contrabas en basgitaar. Gezien in het Casino, Den Bosch.


Een criticus van de New York Times schreef vorig jaar over de poging van Herman van Veen „Broadway" te veroveren, dat zijn show teveel is van iets povers. Een dergelijke vernietigende kritiek zou een gevoelig theatermens als Van Veen pretendeert te zijn, moeten doen instorten. Maar daar bleek de afgelopen drie dagen in een iedere keer uitverkocht Bosch' Casino niets van. Herman van Veen is ondanks het Broadway- fiasco zijn zelfvertrouwen niet kwijt. Zijn optreden is ook niet pover. Het is in een aantal opzichten (vocaal) overweldigend maar soms ook danig irritant.


Herman van Veen heeft de naam een Pierrot te zijn, een trieste clown. Daar blijkt echter steeds minder iets van. De gevoeligheid die Van Veens vroegere werk bezat blijkt plaats te maken voor een té koele, zakelijke instelling.
Zijn optreden is perfect, zonder fouten, maar blijft door die perfectie mat. Als dat een van de blijvende naweeën van zijn Amerikaanse avontuur is, doet dat het ergste vrezen voor zijn volgende optredens. Zeker nu hij blijkbaar zijn les niet geleerd heeft en weer naar Broadway wil. Het harde, zakelijke Amerika past niet bij de ware Herman van Veen en andersom:
Ondanks de vaak schitterenée en ontroerende teksten van Herman zelf of bijvoorbeeld Willem Wilmink, lukt het hem niet in een grote theaterzaal het publiek te betrekken bij wat hij zegt en doet. Van Veen maakt alleen nog maar een show: hij dreigt te verworden tot een mengeling van een intelligente Toon Hermans en een Freek de Jonge met uitgerukte klauwen, Beetje politiek, oorlog, dood, kinderen, leven, liefde. Dergelijke onderwerpen blijven het lekker doen. Maar zijn gesproken teksten, flauwe grappen en irriterende fauppelpasjes tussen de liederen zijn soms gelijk de ballon die als een soort rode draad door het programma zweeft. Als je die doorprikt krijg je een knal en een hoop lucht.

Dat is zonde, want de liederen die Van Veen zingt zijn door de zeer goede teksten. Van Veens perfecte stem en de drie uitstekend spelende musici van groot niveau. Misschien moet Herman van Veen niet steeds proberen een soort trieste clown te spelen. Hij is meer een troubadour, met een ontroerende boodschap over de liefde en een waarschuwende over bedreiging en onderdrukking.



Paul Kokke