DE TELEGRAAF
Peter Liefhebber

Herman van Veen met volmaakte show

21 feb 2000

Als er een vergrotende trap bestond voor volleerd dan is Herman van Veen volleerder. Na drie jaar buitenlandse succestournees trekt hij weer eens met een show door Nederland, een show waarvoor eigenlijk één woord volstaa: àf.


Hoewel, af, helemaal niet af. De programma's van Herman van Veen zijn immers permanent in ombouw. Ook nu past hij onderweg nieuwe nummers in, en hij zit er helemaal niet mee om van alles uit te proberen en links en rechts te spieken voor zijn teksten.
Het wonderlijke nu is, dat zijn show toch die indruk van afgeronde volmaaktheid wekt, zo vanzelfsprekend vloeit alles in elkaar over. Bij hem verandert nooit iets, en tegelijk blij ft niets hetzelfde. Pak maar een etiket uit de kast en plak het op zijn hoge voorhoofd, het past altijd: clown, zanger, dichter, minstreel, violist, sprookjesverteller.
Uit die grabbelton van gaven diept hij steeds weer nieuwe oude dingen op om ons mee te behagen, te vermaken, te raken.

Natuurlijk, een clownsnummer; jawel, hij zingt weer over de liefde; en ja, hij huppelt in het rond, kruipt over de vloer, haalt Utrechtse jeugdverhalen op, maakt baldadige grappen, zingt opnieuw over de liefde, spuit mensen nat, zet een perfecte parodie neer op operazangers, haalt een Chinees en een zingende Afrikaan te voorschijn uit zijn imitatiedoos, en nog veel meer. Allemaal wel eens eerder gedaan, of in elk geval varianten ervan. Maar daarom niet minder splinternieuw, eenvoudig omdat Van Veen alles etaleert met verbazingwekkend vakmanschap en ook altijd weer frisse kleurige papiertjes en strikjes vindt om de inhoud mee te verpakken.

Thematisch verband is er niet. Het verbindingsstreepje is Van Veen zelf, met z'n grote muzikaliteit, z'n gevoel voor lyriek, z'n gave om ook in de grootste ruimten een sfeer van intimiteit te scheppen, met z'n vermogen om met het geringste gebaar alles uit te drukken wat hij wil, met dat moeiteloos ogende zaaloverwicht en die weldadige gewoonte om elk vertoon van cynisme uit de weg te gaan.

Gebleven zijn ook de multiinstrumentalist Nard Reijnders en componist en pianist Erik van der Wurff, onveranderlijk een genoegen om naar te luisteren.
Nieuw zijn gitariste Edith Leerkes, violiste Jann en de contrabasspeler Thomas Dirks. De combinatie leidt tot verrassende verrijking van het klankidioom in Van Veens programma.

Wat valt er verder aan toe te voegen? Internationale klasse, maar dat wisten we ook al.

Dan toch maar: volleerder.



Peter Liefhebber