Nieuwe Zeister Courant
René Brouwer

Theaterster blijft boeien op planken

Herman van Veen begrijpelijker in nieuwe show „Op handen"

20 oktober 1978
Het blijft toch boeiend om Herman van Veen te bezoeken. Het echte nieuwe is er vanaf, zijn vernieuwende manier van werken van jaren geleden is niet vernieuwend meer, maar het blijft klasse wat hij presteert. Een bezoek aan theater Carré met daarin het fenomeen Van Veen bevestigde dat opnieuw. „Op handen" heet zijn laatste show, en meer nog dan in zijn andere show's zingt hij, en terecht, want weinigen zingen zoals hij. Daar komt nog bij dat zijn teksten ook veelal begrijpelijker zijn dan vroeger, en een boeiend avondje theater is bij Herman van Veen dan ook gegarandeerd.


Je kunt het momenteel zo gek niet bedenken, of Herman van Veen heeft het wel al gedaan, zolang het maar iets op het brede gebied van theater is. Hij is origineel, erg muzikaal. speelt uitstekend viool, en heeft zoals gezegd een fantastischs stem, daarbij komt dat hij een groot aantal vakmensen om zich heen heeft verzameld, zoals Rob Chrispijn die teksten voor hem schrijft, Erik van de Wurff die voor hem componeert en hem begeleidt zoals ook de gewaardeerde gitarist Harry Sacksioni, die het ook „solo" erg goed doet.


Kinderen


Herman van Veen staat inmiddels al weer heel wat jaren aan de top, doet de laatste tijd veel in Duitsland en voor kinderen, heeft toneelstukken geschreven (De Spinse en Jukebox), en doet nog veel meer.
Het belangrijkste blijven echter toch zijn shows, het op de planken staan. Een aantal thema's komt in iedere show weer terug. Zo is godsdienst een vast programmapunt, maar ook bijvoorbeeld sportverdwazing. Een aantal jaren geleden was dat boxen, in zijn voorlaatste show was dat een ,,vertraagde opname" uit een voetbalwedstrijd, en ditmaal waren het Utrechtse supporters op de tribune. Dat was ook het meest humoristische gedeelte van zijn show.

Herkenbaar is ook nog steeds zijn. manier van praten. Hij heeft een volstrekt eigen intonatie en zinsbouw, maar ook herhalingen van de eerste paar woorden van een zin gebruikt hij nog steeds: „Voor dat — voor dat de terrorist zichzelf doodgeschoten werd". En daarbij legt bij de klemtoon bij het twee, keer „voor dat" ook heel verschillend. Hij leest, of doet alsof, nog steeds veel voor, maar ditmaal waren zijn monologen toch korter dan voorheen, en steeds de inleiding tot een, meestal uitstekend lied.


Weglopen


Maar zoals ook gezegd, er zijn veel terugkerende elementen in zijn shows. Wat hij onder meer namelijk op het laatst ook weer gebruikte was het weglopen door de zaal, de zaal verlaten waardoor ook mensen de zaal gaan verlaten om vervolgens weer terug te komen en opnieuw iets te zingen, En ook de mensen komen direct de zaal weer in. Ook dat hebbsen we al vaker van hem gezien.

Toch blijft Herman van Veen de moeite van het bezoeken waard, al was het alleen maar omdat het een vakman is, die nu meer dan voorheen begrijpelijke, maar zeker ook goede dingen te zeggen heeft. Zijn show heeft daardoor aan abstractie ingeboet, maar aan duidelijkheid gewonnen, en misschien is dat wel de grootste winst.



René Brouwer