Brabants Dagblad
Jan-Willem Overeem

HERMAN VAN VEEN:
veelbelovende beroepsharlekijn

20april 1968

IEDEREEN binnen? Combo klaar?
Doek! Licht! Muziek! Wij mogen u voorstellen: Herman van Veen's „Theater Harlekijn". De voorstelling is deze keer een boekje, dat wij vanaf NU voor u opendoen. Hoofdstuk I:


Wie is Herman van Veen?
Herman van Veen is een zanger, musicus en muzikant. Hij is ook een danser, springer en potsenma- ker. Een harlekijn kortom. Een beroep harlekijn, die een muzikale one-man-show op de planken zet en daarbij gestimuleerd wordt door het combo.
Het combo bestaat uit Laurens van Rooyen (piano), Gerard Stellart (orgel), Erik van der Wurff (fluit), Al- fred Smidt (bas) en Tonny Koning (drums). Soms wil een van de vijf ook wel eens wat en doet dan wat op eigen houtje. Achteraf weet je natuurlijk dat het afgesproken werk geweest is. Echte harlekijnen, deze mannen van het combo.
Wie is Herman van Veen (w. v.).
De drieëntwintigjaripe echtgenoot van Marijke. De bewoner van de parterre-verdieping van een historisch pand in het oude Utrecht. De buurman van Oude Nol. Een afgestudeerde conservatoriumstudent, met de bevoegdheid om muzieklessen te geven. Een pianist. Een violist. Ook wel gitarist. Een geboren Utrechter.
Kan 't zijn dat we hem al kennen?
Jazeker, bijvoorbeeld de televisiekijkers, die donderdagavond 4 april de knop op Nederland I hadden afgestemd. Of de Hagenaren die zaterdagavond 6 april in „Diligentia" on-Haags gelachen hebben om zijn show. Of de treinreizigers in de maand februari, die in ,,Tussen de rails" in een interview met Wim Kan hebben gelezen, dat hij (Wim Kan) ,,Bijna van z'n stoel is gevallen van het lachen" toen hij Herman van Veen zag optreden in Haarlem, eind december '67.

Geen artiest zonder voorgeschiedenis.
Die van Herman van Veen begon al met de fratsen en Klatsen die in de familie zitten, maar nog nooit eerder geld hadden opgebracht. De aanleg werd bijgehouden en gevormd op het Utrechts conservatorium. Nauwelijks had hij daar geleerd hoe heerlijk een deskundig bestreken viool kan klinken of met cabaretmaat Laurens van Rooyen begon de victorie. Het duo trad een jaar of drie op voor studentenverenigingen, bioscooppubliek, ,,vrij publiek" en oogstte al gauw succes door de combinatie van enthousiasme en elementaire kennis waarmee zij de muziek hanteerden. In augustus ging het theater Harlekijn in de Utrechtse semi- schouwburg Tivoli van start. Herman als cabaret-artiest alleen, in de rug gedekt door het vijfkoppige combo. Tussen augustus '67 en april '68 liggen acht maanden. Het is het vier-vijfde deel van de tijd, die Harlekijn had uitgetrokken om naam te maken.
De voorstelling.
Het is onze bedoeling niet de voorstelling te recenseren die we in Den Haag gezien hebben. Als u kritiek serieus neemt, kan ik u wel verklappen dat de Haagse en randstedelijke pers meer op de loftrompet dan op de boehoorn heeft geblazen. Laten we er alleen maar dit van zeggen: het cabaret van Herman van Veen is verrassend clownswerk, zeer muzikaal, aantrekkelijk van beweging. Het is geen klets-cabaret, er komt nauwelijks politiek in voor, conférences zijn zeldzaam. In „Diligentia" is gelachen, gesnikt en gebruld van het lachen. Dat is de kracht van ,,Harlekijn": amusement.
Politiek.
Herman van Veen vindt het fijn als het doek opengaat, 't combo speelt, dat de mensen zuchten van opluchting. Omdat hij zingt als een dwaas, , omdat hij gekomen is om gekheid te maken. Politiek is iets voor ie- dereen privé, vindt Herman. Zijn credo is erg simpel: de mensen hebben kranten gelezen, radionieuwsberichten gehoord, televisieforums bezig gezien. ,,Bij mij zijn ze er even uit. Er zijn genoeg politieke cabarets. Natuurlijk mogen ze. Maar bij Harlekijn is de show nummer één.
Voorkeur.
Schubert, Mozart, Pergolesi en Debussy. De klassieke opera. Dan- ny Kaye, Yves Montand, Michel Legrand, Gilbert Bécaud, Charles Aznavour, Jacques Brei, Simon Carmiggelt, Godfried Bomans (,,de oude"), Wodehouse, Roald Dahl, Kuifje, Asterix, Lucky Luke, Rob van Reijn.
Over militaire dienstplicht zijn we gauw uitgepraat. Herman was te springerig. Ze wouë 'm niet.
Utrecht.
Oude Romeinse stad. bisschopszetel, stad van Zuster Bertken, studentencity, kortom een bruisende historische stad van allure. Zou je denken. Maar Herman van Veen. die er geboren is, ruikt de uitlaatgassen en het abattoir, jaagt op de ratten in de grachten en de miemelende massa in de nauwe straten. Zou liever ergens buiten willen wonen, met een lekker lappie groen om zich heen. Harlekijn is ondanks Utrecht ontstaan. Want de Domstad heeft een schrikbarend tekort aan theaterruimte. Herman noemt het een naargeestige situatie. Veel praten, niks doen. HELEMAAL NIET leuk.
Plannen.
Optreden zoals Cruyffie voetbalt, doorzwoegend ook al is er geen bal in de buurt; zich in de strijd om de gunst van 't publiek werpen als de grote zangers en entertainers: om het heilig vuur. Een Danny Kaye hoeft het al lang niet meer voor het geld te doen. Maar hij kan het niet laten. Herman voelt zich verwant aan Kees Verkerk. Als Keessie verliest, ligt z'n hart honderd meter verder, maar hij hééft er voor geknokt. Volgend jaar twee televisie-shows, onder supervisie van Nico Knappert, de VARA-regisseur die ook Harlekijns zaaloptreden heeft geënsceneerd. Dit jaar verder het land door. Onder andere naar Tilburg, Eindhoven (13 juni) en Den Bosch (vrije voorstelling, nog niet bekend wanneer).

Herman van Veen (slot).
Is de cabaretontdekking van het jaar. Vanzelfsprekend is zijn programma niet volmaakt. Met name de literaire kant is lang niet altijd sterk. Maar we kunnen ons de tijd niet heugen dat een jonge vent van 23 jaar, met een dergelijke elemen- taire basis, in zo korte tijd een zo groot publiek heeft doen schudden van de pret. Nederland let op uw snaak!



JAN-WILLEM OVEREEM