"De Thyphoon"
B. JULIA VAN SCHAIK.

Herman van Veen goed in zijn tweede show

20 januari 1969

Johnny Kraaykamp redt het, maar niet. alleen. Heel duidelijk werd dat zaterdag bij zijn tv-première van de Weekendshow, zonder De Gooyer, maar met de ruggesteun van drie uitstekende tonelisten. Johnny's alleenspraken bij het begin en tegen het eind van de show waren vrij zwak, maar in samenspel met John Leddy, Ingeborg Elzevier en Ko van Dijk, werden de gespeelde scènes een behoorlijk succes. Vooral in de Pinterachtige sketch van Kraaykamp en Ko Van Dijk als de armzalige huurders van een nog armzaliger kamertje, zag men dat op zich niet zo daverende teksten door hun vertolkers een apart cachet kunnen krijgen. In enkele gevallen lukte dat zaterdag niet. Zo blijft dat oubollige tussen de schuifdeurennummer van Leddy (met schort), Ingeborg als de verbolgen vrouw en Johnny als de dranklustige glazenwasser, ondanks alle inspanning er iets van te maken, een heel flauwe scène. Een deel van de charme van deze (kleuren) show ging voor ons verloren omdat wij een gewone wit/zwart ontvanger hebben. Maar Kraaykamp's „hulpstukken" als de zangeressen Kirby- Margot Eskens, baarden, snorren en pruik- jes kwamen best over. Behalve die carnavaleske finale, want die deed bij wit/zwart ontvangst niet veel. De regie van Rooyens deed wat rommelig aan. De hele opbouw van de show was trouwens voor 'verbetering vatbaar, want dit maakte de indruk of men wat de opeenvolging van de nummers betreft steeds een greep in de tombola had gedaan. Toch zal „Kraay" het wel weer een seizoen redden. Men mist Rijk als trouwe aangever aan zijn zijde, maar daar staat tegenover dat de artiest nu als komisch acteur meer expansie heeft en beter tot zijn recht komt.


Herman van Veen's tweede V.A.R.A.- show is wel heel anders geworden dan de eerste. Was ik de eerste maal enthousiast over deze aanwinst voor show, cabaret en televisie, nu ben ik er helemaal van overtuigd, dat Herman van Veen onze geestdrift verdient. Zondagavond maakte hij over het algemeen een wat rustiger indruk dan bij zijn V.A.R.A.-debuut, maar op het eind liep het toch weer heerlijk uit de hand met dat Japanse lied, gevolgd door een humoristische karatedemonstratie en een „uitsmijter" van Joop Geesink die Herman als een kind wegdroeg.
Er waren verscheidene uitstekende liedjes als „Cafeetje" „Het Diner" en „Sterven in de zon" maar het meest heb ik toch genoten van, de manier waarop Herman van Veen dat nummer „Russische violist" van A tot Z „maakte", inclusief het vioolspel, het dolkomische samenspel met publiek en musici en het gegoochel met zijn instrument. Dit is een cabaretnummer van internationaal niveau en ik geloof dat Van Veen na een flinke Nederlandse aanloop al over een jaar of vijf klaar zal zijn om (al) de sprong naar andere landen en tv-stations te wagen. Het knappe is dat hij het vrijwel helemaal alleen doet, al spelen de musici en de dansers van „Pann's people" ook belangrijke rollen in zijn show. Deze wat rustiger en beheerster Herman met zijn mimiek, zijn dwaze invallen als het kussen van medewerkers, de piano en de microfoon en zijn zeldzame nu meer gecontroleerde beweeglijkheid bij het zich verplaatsen en het meedoen aan dansen, is werkelijk voortreffelijk.
Aan teksten als „Sterven in de zon" (schitterende begeleiding) vinden wij hem nog niet zo toe, maar die kostelijke toestand rond het in verschillende talen gezongen ,,Waarom" doet aan Shaffy, een beetje aan Hermans en heel sterk aan Herman van Veen als jonge maar als vaststaande persoonlijkheid denken. Vergelijken wij de twee shows van dit weekeinde, dan is Kraaykamp de lollige broek die al een lange carrière achter de rug heeft en bij het grote publiek wel sympathie vindt en Herman van Veen die zoveel jongere kracht, die het — naar onze stellige overtuiging — tenslotte zoveel verder zal brengen.

Beiden zijn afhankelijk van Nederland. Kraaykamp nog steeds en stellig tot het einde van zijn carrière, Herman van Veen aan een begin van een volstrekt andere loopbaan waar meer „muziek" in zit.



B. JULIA VAN SCHAIK.