de Volkskrant
Rob Gollin

'Jonge man met veel ervaring'

Herman van Veen viert dit jaar zijn veertigjarig jubileum. Van sleur is nog steeds geen sprake

20 jan 2005

Utrecht, Antwerpen, Duitsland natuurlijk en dan weer Nederland. Artiest Herman van Veen viert zijn jubileum met een uitgebreide tour. Gisteren gaf hij alvast een toelichting.


ROTTERDAM

Stoppen is niet aan de orde. 'Ik geloof niet in ouderdom.' Ja, in slijtage gelooft hij, 'maar gelukkig bezit ik een genetisch goede structuur'.
Met cijfers heeft hij weinig, met mijlpalen nog minder, maar voor Herman van Veen is er geen ontkomen aan. Wie in hetzelfde jaar én 60 wordt én veertig jaar in de kleinkunst zit, zal er voortdurend op worden aangesproken, en vrienden en collega's zullen zich geroepen voelen iets te organiseren.

En dat is toch, bekent hij, 'geweldig', en hij voelt zich 'zeer vereerd'. Vandaar dat hij woensdag in het nieuwe Luxor Theater in Rotterdam zelf maar het programma met speciale voorstellingen presenteert en alvast de taart aansnijdt. 'Voor u staat een gelukkig mens. Ik voel mij een jonge man met veel ervaring.'
Het begon voor de zanger, muzikant en schrijver van liedjes, sprookjes en vertellingen in 1965, met het muzikaal clowneske solo- programma Harlekijn. Later volgden voorstellingen over de grens, vooral in Duitsland, Vlaanderen en Frankrijk. Nummers als Suzan- ne, Anne en Opzij, opzij, opzij worden tot de klassiekers van het Nederlandstalig chanson gerekend, Alfred Jodocus Kwak is zijn beroemdste geesteskind.

Het jubileum wordt internationaal gevierd. Op retrospectieven hoeft het publiek niet te rekenen, beklemtoont hij in het Luxor-thea ter. 'We kijken wel wat er gebeurt.' Kaders zijn er wel. Op 14 maart, de dag van zijn verjaardag, staat hij in de Stadsschouwburg van geboortestad Utrecht, geflankeerd door artiesten die vroeger met hem op het podium hebben gestaan - 'het zal een soundtrack van mijn leven zijn'.
In Vlaanderen is Van Veen de centrale gast tijdens de zogeheten 'Nekka Nachten' in Antwerpen, op 16 en 18 maart. In juni volgen nog verjaardagsconcerten in Xan- ten, Duitsland, het land waar hij misschien wel het vaakst optreedt.
Hij heeft geen uitgesproken voorkeur. 'We spelen waar we welkom zijn.' Elk land, nee, elke stad, is anders. Een woord kan een wereld van verschil maken. Wie 'bruin' zegt in Ziirich, maakt gedachten aan chocola los. Wie 'bruin' zegt in München roept associaties met het fascisme op.

Van een nauwgezette spreiding in de lopende voorstellingen is geen sprake. Komend weekeinde speelt hij bijvoorbeeld in Wenen. Een eerdere reeks was er juichend ontvangen, dan volgt het verzoek om terug te komen, en 'dan ga je weer'. Van februari tot april zijn Den Haag, Rotterdam en Amsterdam aan de beurt.

Hij bespeurt bij zichzelf geen tekenen van sleur. 'Anders zou ik er midden in een voorstelling mee ophouden.' Na al die tijd is het hem nog steeds te doen om het behoud van het geluksgevoel dat hij als kleuter had ervaren toen hij staande op een biljart een liedje over een pinksterbloem mocht zingen. Ook de ambitie is gebleven. 'Apathie bestrijden in het theater. Het is legitiem om daar het onuitspreekbare te zeggen.'

Is zijn publiek veranderd, is een vraag uit de toehoorders in Luxor. 'Er is een theaterpubliek. In universiteitssteden zal je altijd veel studenten zien. Vrouwen tussen de 30 en 45 vormen een groep die ik altijd mis. Die zijn bezig met de kinderen.' Maar als Herman van Veen in nieuwe gebieden zijn opwachting maakt, is bij hem ook na veertig jaar de spanning nog groot. Laatst was hij in Limoges, Frankrijk. 'Slechts zevenhonderd toeschouwers in een bak van tweeduizend. En op het eind stond iedereen op de stoelen. Dat blijft fascinerend.'

Nee, zegt hij, 'ik plan mijn dood pas over zestig jaar'.



Rob Gollin