De Gelderlander

Spektakelshow Herman van Veen in Boxmeer

19 november 1969

BOXMEER — In een hoog tempo en met donderend geweld bracht Herman van Veen gisteren in schouwbrug-Riche te Boxmeer zijn cabaretprogramma „Harlekijn" waarmee hij na een wat aarzelend begin vooral bij het jongere publiek succes oogstte. De wat oudere toeschouwers hadden duidelijk meer moeite met de wijze waarop hij het gehoor terroriseert en afblaft om vervolgens liedjes met een zachtaardige en poëtische inhoud de zaal in te laten vloeien.


Hij slaagt er in elk geval onbetwistbaar in het publiek met zijn programma van schetsjes, praatjes, filosofietjes en liedjes enkele uren lang in zijn ban te houden. Het geringe niveau van sommige van zijn nummers weet hij veelal te verdoezelen door een perfecte en schijnbaar onbegrensde mimiek.

Zijn poëtische liedjes, plezierig om naar te luisteren, hebben door hun eenvoud dikwijls een grote overtuigingskracht. Maar ook de liedjes die de trommelvliezen brutaliseren zijn dikwijls van goede kwaliteit en drijven niet alleen op de vele decibellen die het publiek overspoelen. Zijn stop verhalen ter opvulling van de leemten tussen de diverse nummers missen die kwaliteit echter wel en ook de originaliteit van vele van zijn spring-, lig- en doe-bewegingen is af en toe ver te zoeken. Het is niet meer verrassend de artiest in allerlei merkwaardige standen over het podium te zien schuiven en op die punten faalt zelfs zijn voortreffelijke mimiek die veel compenseert.

De lichteffecten waarvan hij in zijn show druk gebruik maakt zijn erg aardig maar ook vermoeiend om naar te kijken. Dat nam niet weg dat de uitverkochte zaal volop genoot van het gebodene. Sommige teksten en breedsprakig vertelde grappen missen scherpte. De muzikaliteit van Herman van Veen uit zich gedurende het hele programma. De keren dat hij een instrument ter hand neemt, gebruikt hij dat als een muzikale clown waartegen onmogelijk bezwaar kan bestaan.

Afgezien van de vraag of vele van zijn nummers gepaard zouden moeten gaan met al de lichaamsbewegingen die hij erbij maakt, kan men slechts respect hebben voor de enorme vitaliteit en de energie die hij erin legt. Zijn optreden draagt daardoor een wervelend karakter waardoor de toeschouwer zich genoodzaakt ziet zich keer op keer opnieuw in te stellen op het volgende onderdeel van het programma, dat dan meestal weer qua volume en inhoud in schrille tegenstelling staat tot het vorige.
Afgaande op het applaus na afloop van de voorstelling, is het duidelijk dat Herman van Veen ook het overgrote deel van het publiek in Boxmeer voor zich heeft weten te winnen. Daaraan doen de intense en grote schommelingen in de emoties van het auditorium geen afbreuk. Evenmin de trivialiteit die hij op sommige momenten ten toon spreidt, want daar staan teveel aantrekkelijke kwaliteiten tegenover.