Tielse Courant
Aad Nekeman

Herman van Veen: een smeltpot van oud en nieuw

19 sep 1990

Herman van Veen, Agnietenhof in Tiel, dinsdagavond, uitverkocht. Hij heeft het opvallend veel over zijn moeder, niet over zijn vader. Op de vleugel staat een grote (trouw?)foto, van zijn ouders? Zo uit de verte lijkt het een plaat van tientallen jaren geleden. Achteraan in het decor staat een modem kinderfietsautozitje.


Tegen het eind van de oorlog ben ik geboren - krakende laarzen, krassende kraaien, tsjilpende mussen en een kip die zich mooi maakt. Hij lag daar als een vorst in het Utrechtse stads- en academisch ziekenhuis tussen de enorme borsten van zijn moeder. Mijn God, hoe krijg ik die leeg, spookte door zijn zuigelingenbreintje?
Daar was het weer: zijn kindzijn en zijn moeder.

Je zoekt naar een bedoeling, naar een rode lijn. Is er iets met 'z'n moeder gebeurd? Wordt ie overspoeld door jeugdherinneringen? Want laten we eerlijk zijn, je bent een avondje uit, wilt lol hebben, maar je wilt toch ook wel nadenken over wat meneer de cabaretier bedoelt...

Dat viel niet mee met de show van Herman van Veen zoals hij die gisteravond in de Agnietenhof bracht. Zo gauw je denkt dat je weet waar ie mee bezig is, vliegt ie weer naar een ander thema: de dood bijvoorbeeld. Na de pauze heeft hij het daar knap vaak over. Is Van Veen, halverwege de veertig, in een midlife crisis? Denkt ie veel over de dood na? De show eindigt met een dansje met Magere Hein in een kist: in het stoffen skelet zit overigens z'n charmante medewerkster, een - uiteraard - frêle balletdanseres.

Waarschijnlijk is al het nadenken en speurwerk naar Van Veen's bedoelingen en zieleroerselen deze avond zinloos geweest. Het is gewoon een smeltpot geweest van zoetige liedjes, aardige grappen, dwaas-filosofische verhaaltjes, knap atletische dansjes, clownerie en slapstick. Hij kreeg de zaal moeiteloos aan zijn voeten, hij blijft natuurlijk de fantastische theaterman, die je tranen doet lachen. Maar er was niets nieuws in z'n show, er zaten zelfs opmerkelijk veel oude elementen in: de tennisscène, het gesprekje met z'n kind thuis dat naar bed gaat, een liedje van Alfred Jodocus Kwak.

Van Veen is jaren weggeweest, in ieder geval had hij vijf jaar lang al weer geen show in Tiel gegeven; veel buitenlands werk immers. Nu geeft hij opnieuw slechts een paar voorstellingen voordat hij naar het buitenland gaat. Waarschijnlijk kan hij het zich daar permitteren om een allegaartje van oude dingen en nieuwe vondsten te brengen. Daar weten ze immers niet wat oud is. Als hij in Nederland zou blijven, zou hij vermoedelijk toch kritiek gekregen hebben voor een wat gemakzuchtige insteling.



Aad Nekeman