Gelderlander
Huub van Heiningen

Een weerzien met Herman van Veen

19 sep 1990

Herman van Veen In een theaterprogramma met Muriel Janssens, Erik van der Wurff, Nard Reijnders, Cees van der Laarse en Chris Lookers. Gisteravond in een uitverkochte Agnietenhof in Tiel

Het is alsof hij nooit weg is geweest. De jaren beroeren kennelijk slechts zijn schedel. Zodat de bekroesden en bekrulden, die hem zullen tegenkomen in een donker straatje, op hun haar moeten passen. Aldus Herman van Veen, die overigens ook van deze nood een deugd weet te maken als hij van de zijne samen met Eriks kale schedel een parodie op je weet wel maakt.


Maar overigens is de paljas, troubadour, vagant, jongleur, hofnar, uilenspiegel of pierlala van vaderlandse bodem ook na lange buitenlandse toemees, zichzelf gebleven. Zijn mimiek heeft mogelijk hier en daar wat meer reliëf gekregen maar voor zijn duizenden fans is een bezoek aan zijn voorstelling toch op de eerste plaats een feest van herkenning.

Nieuw in zijn voorstelling zijn de prachtige klassieke dansen van Muriel Janssens. Zij opent de voorstelling en zet in de tweede helft samen met Herman van Veen een humoristische dans van adembenemende schoonheid op het podium.
De voorstelling van Herman van Veen is een reis door de tijd omdat hij teruggrijpt op de eeuwenoude technieken en kunstvormen, die altijd levend zullen blijven. Veel van zijn trucs zijn de simpelheid zelf en zijn moppen zijn niet werkelijk briljant, maar de presentatie ervan, die mimiek en de timing zijn subliem.

Hoewel er wel wanklanken te beluisteren zijn, is de wereld van zijn songs paradijselijk. Vogels en dieren, prinsen en prinsessen en liefde in het land van melk en honing met een nieuw mensje als beloning. Het is ook de nog altijd zeer welluidende melancholieke stem die zijn liedjes zo sereen maken.

Er zit veel nieuws in zijn programma, ook al grijpt Van Veen zo nu en dan terug op oude bekenden. Zijn publiek waardeert dat. Hij heeft dat overigens ook zozeer aan een lijntje dat hij parten ervan kan laten applaudisseren zoals een dirigent een orkest beheert.

Als een jonge hond dartelt de clown Van Veen over het toneel, schijnbaar spontaan en onberekenbaar, maar in werkelijkheid met een meesterlijke lichaamsbeheersing. In slow motion tennis spelend of Schubert vertolkend, in de kist gaand met de dood of stervend op straat - zijn schatrijke verbeelding en grote artistieke vaardigheid weten er steeds weer iets heel indringends van te maken.

Zijn publiek was verrukt.



Huub van Heiningen