het Vrije Volk
J.W.L.

Veelbelovend debuut van Herman van Veen.

18 december 1967

Het een programma waarin hij zijn veelzijdigheid onbekommerd heeft kunnen uitleven, is Herman van Veen zaterdag in Haarlem aan zijn loopbaan als cabaretier begonnen. Het gezelschap Harlekijn- waarvan hij het zonnige middelpunt is- verraste het Stadsschouw- burgpubliek met een uitbarsting van muzikaliteit die op onmis- kenbaar talent stoelt. Herman van Veen zingt als de spreekwoorde- lijke jonge god en speelt viool als een gevierde " Stehgeiger ". . Zijn virtuositeit op dit gebied krijgt prachtig relief door .de wijze waarop hij muzikaal wordt ondersteund door Laurens van Rooyen (piano), Erik van der Wurff (orgel), Alfred Smit (bas) en Tonnie Koning (slagwerk).


Geen flitsende politieke grappen worden door de jonge Harlekijn gebracht, maar luchtige parodieën en woordspel vormen zijn kracht. Nico Knapper die hem ontdekte en het programma regiseerde vindt het werk van Herman van Veen meer lijken op Frans en Duits cabaret - zijn bijdrage kan een verrijking van de bestaande en florerende vaderlandse cabaretgezelschappen bete- kenen.

Hoogtepunten vonden wij het lied " De Neus" (van Charles aznavour^. in een vertaling van H.Geelen) " Menuet" en het melancholieke " Waar blijft de tijd " in de beste traditie van Koos Speenhoff, " Schuintamboers " waarmee hij vorige week in Mies-en-scene zich aan een grote kijkdichtheid prijsgaf, kwam zaterdagavond beter tot zijn recht in de sfeer van uitgelatenheid die het hele programma kenmerkt.


J.W.L.