Sneeker Nieuwsblad

Arjen Doevendans uit Sneek maakt indrukwekkende stagereis Namibië

Theaterstudenten brengen 'Troost' in township Epako

18 nov 2004

Arjen Doevendans had de 16-daagse trip voor geen goud willen missen. "Werken met de kinderen van Epako was fantastisch. Ze waren dolblij met de aandacht die ze kregen en vochten bij wijze van spreken om je hand te mogen vasthouden."


"Aan de andere kant komt de harde werkelijkheid van het leven in een Afrikaanse krottenwijk schrijnend aan het licht. Het wordt ook duidelijk dat er thuis nauwelijks naar ze wordt omgekeken. Ze worden aan hun lot over gelaten. Daarbij is een op de drie besmet met aids. Wij konden ze gelukkig een beetje plezier geven met onze lessen en voorstelling."
Dat de blanke studenten ook nog eens twee gettoblasters achter lieten op de schooltjes was helemaal een feest. "Daar gaan ze veel mee aan het werk. Verder hebben ze niks en doen ze alles met hun stem", aldus de 20-jarige Sneker. "Audio- en visuele hulpmiddelen ontbreken. Er is gewoon helemaal niks. Ze hebben alleen hun stemmen."

Via Nederlandse Lyni Venema, die in de township bij de plaats Gobabis twee kleine schooltjes heeft opgezet, wordt de straatarme kinderen ook nog geregeld wat eten toegestopt. "Dat komt omdat zij als blanke vrouw goed kan opschieten met ondernemers in de stad. Zij stoppen haar producten die bijvoorbeeld net over de datum zijn toe. Die. deelt zij uit aan de kinderen." Arjen Doevendans, zijn acht klasgenoten en twee meereizende docenten waaronder initiatiefnemer Gooitsen Eenling, merkten dat er in Namibië nog een scherpe scheidslijn loopt tussen blank en zwart. "Officieel mag de apartheid dan afgelopen zijn, daar is waar wij waren nog weinig van te merken. De plaats waar de rijke blanken wonen wordt de witte wijk genoemd, dan is er nog een bruine wijk en de zwarte w ijk, oftewel de krottenwijk waar mensen wonen diie niks hebben."

"Toch lieten ze ons vol trots hun krot zien. Er zijn golfplatenhutjes die de helft kleiner zijn dan onze badkamer thuis. Mensen doen hun behoefte op dezelfde straat waar de kinderen spelen. Niet best."
Opvallend, zo constateerde Arjen Doevendans, is dat je in de townships bijna geen vaders ziet. "Alles komt op de schouders van de moeders neer. De mannen maken de vrouwen zwanger en weg zijn ze." De kinderen van wie de ouders vaak geen cent hebben, krijgen een beetje basisonderwijs dankzij mensen als Lyni Venema. Doel van de eerste klas Sociaal Cultureel Werk- Theater var. ROC Friese Poort in Leeuwarden was om onder andere nieuwe impulsen te geven aan het vak drama binnen de scholen in Gobabis. De reis vond plaats in het kader van het Save the Children Project in de township Epako. Arjen Doevendans gaf samen met drie medestudenten dramalessen aan een klas van 35 kinderen in de leeftijdsgroep van 6 tot en met 14 a 14 jaar.

"Waar ik het hier vrij moeilijk vind om met kinderen te werken ging daar heel goed. Hun aanhankelijkheid is enorm. Ze kunnen prachtig zingen. Dat zie je bijvoorbeeld ook in de kerk. Wij hebben een kerkdienst bijgewoond in de krottenwijk. Een gebouwtje met witte tuinstoelen. Het was een groot swingend feest." De Friese studenten werkten met de Afrikaanse klassen naar een voorstelling toe waarvoor arm en rijk uitgenodigd was. Ook bij de uitvoering lieten zich nauwelijks vaders zien. "Blank zat bij blank en zwart bij zwart. Ze gaan absoluut niet bij elkaar zitten. Ik heb, op de fiets terug naar ons verblijf in Gobabis eens eén zwart jongetje een lift gegeven achterop. Je zag iedereen heel verbaasd kijken, een blankè met een zwart jongetje achterop..."

Onbehaaglijke gevoelens borrelden bij de Friese studenten op door bedelende straatkinderen op elke hoek van de straat. Getroffen weden de Nederlanders eveneens door de gevolgen van alcoholisme en een bezoek aan een ziekenhuis voor de armsten maakte de stemming er ook niet vrolijker op.
Dankzij een uitwisseling tussen Gobabis en zusterstad Drachten lopen er vrij geregeld studenten van de Friese Poort in Drachten stage in het ziekenhuis. "Zij kunnen soms doodzieke kinderen nog wat aandacht geven. Voor de rest krijgen ze elke dag wat te eten, dat is het. Dramatisch allemaal."

De voorstelling 'Troost' van Arjen Doevendans en zijn medestudenten is gebaseerd op het gelijknamige boek van Herman van Veen. De negen studenten, tijdens hun optredens op het podium in ondergoed, maakten intieme monologen over onderwerpen als verlies, zoektocht, troost en missen.