Goudsche Courant
Jan-Hendrik Bakker

Willem Wilminks liefde voor het gewone leven

18 sep 2004

Bekend was Willem Wilmink vooral in kleine kring. Toch kent iedereen zijn teksten. Want Wilmink was de schrijver van liedjes en gedichten die het leven in Nederland de afgelopen decennia mooier hebben gemaakt. Het Letterkundig Museum in Den Haag wijdt een expositie aan hem.


DEN HAAG | Vele bekende namen ontbraken er. gisteren op de opening van de tweede tentoonstelling die het Letterkundig Museum wijdt aan tekstschrijver en dichter Willem Wilmink. Maar dat waren dan ook allemaal theatermensen en die horen rond een uur of vijf, toen gisteren de receptiedeuren openzwaaiden, zich voor te bereiden op de voorstelling. Joost Prinsen, Aart Staartjes, Wieteke van Dort, Herman van Veen, Edwin Rutten. Maar anderen waren er wel. Herman Finkers, Arthur Japin, Karel Eykman. Mensen die intensief te maken hebben gehad met een van Nederlands actiefste tekstschrijvers.

Wat is het verschil tussen een tekstschrijver en een schrijver? Rare vraag, want beide zijn natuurlijk schrijvers van tekst. Toch is er een onderscheid. Schrijvers zijn doorgaans persoonlijkheden die, wanneer ze succesvol zijn, veel in de publiciteit staan. Tekstschrijvers daarentegen leiden een leven achter de coulissen. Natuurlijk, ze drinken een goed glas bier met hun vrienden, hebben vrouw en kinderen, maar op de televisie komen ze zelden.

Samen met Lennaert Nijgh was Willem Wilmink zo'n auteur. Bekend en geliefd in kleine kring, voor het grote publiek niet meer dan een naam. En toch kent iedereen Wilminks teksten: 'Deze vuist op deze vuist', het openingslied van De Film van Ome Willem met het bekende broodje poep, 'De oude school', 'Hilversum 3', 'Den Haag, Den Haag' (de weduwe van Indie dat ben jij) en 'Frekie'.

Willem Wilmink (1936) overleed vorig jaar. Het zal ten dele aan de nieuwsluwte van die zomer gelegen hebben, maar het was alsof de media zich plotseling realiseerden dat Wilmink de schrijver was van liedjes en gedichten die het leven in Nederland de afgelopen decennia mooier gemaakt hebben. Zijn dood kreeg plotseling veel aandacht. Het videofragment waarin Wilmink zijn gedicht 'Achterlangs' voorleest, over het gewone, niet-officiële leven in de steden, gezien vanuit de trein, zal de komende decennia nog wel enkele keren opduiken. Gisteravond zond de NPS een documentaire over Wilmink uit die aan de postume roem van de dichter verder bij zal dragen. De documentaire is ook op de expositie te bezichtigen.
Wilmink is de dichter, die getuigde van een groot verlangen naar de geborgenheid van het gewone leven. Hij deed dat vormvast en trefzeker, spelend met eenvoudig sentiment en echte ontroering, een moderne nakomeling van Theo Thijssen. Dat de expositie over Wilminks werk en leven al in de titel samenvat waarom het gaat bij deze verlegen, zachtaardige, maar ook neurotische man, is tekenend.

De kern van zijn werk draait om die geborgenheid. 'Van Javastraat tot Javastraat' is de route die Wilminks leven beschreven heeft, letterlijk maar ook overdrachtelijk. Wilmink werd geboren in de Javastraat te Enschede en keerde er in 1991 terug, waar hij ging wonen, niet ver van de oude school, het gelijknamige liedje dat hij schreef voor Don Quishocking. De expositie heeft een kleine ruimte speciaal gewijd aan die school, compleet met de schoolplaat van Goejanverwellesluis.
Vergaderen

Tussen Javastraat en Javastraat ligt een creatieve loopbaan, waarin het gewone leven van de straat centraal stond. Wilmink is direct na zijn studie Nederlands in Amsterdam wetenschappelijk medewerker aan de universiteit geworden. Dat bracht hem in een moeilijke positie, want hij hield meer van taal en liferatuur dan van ver-' gaderen en begin jaren zestig kwam dat juist in de mode. De jonge Wilmink haalde tijdens colleges liever zijn trekharmonica te voorschijn (toen nog een instrument met weinig aanzien) om liederen te zingen.
In die tijd ontstaat zijn samenwerking met Herman van Veen, Don Quishocking, het Schrijverscollectief, verantwoordelijk voor teksten van de Stratemakersopzee-show, J.J. de Bom, Het Klokhuis et cetera. Hij publiceert ook enkele (kinderboeken.
In 1977 loopt zijn huwelijk stuk, een breuk die ook in een ander opzicht een nieuw leyen zal inleiden want hij besluit daarna volledig van de pen te gaan leven. Met zijn tweede vrouw Wobke verlaat hij Amsterdam, waarover hij nog een liedje vol schuldgevoelens heeft geschreven.

De expositie in het Letterkundig Museum is bijzonder aardig ingericht rond' Wilminks eigen thema's: de kroeg, de school, Enschede en kathedralen. Dat laatse is een opmerkelijke liefde geweest van deze socialistenzoon. Wilmink was dol op kerkelijke gebouwen.
In 1952 organiseerde hij al een fietstocht door het Twentse land langs kerken. Later zou hij vaak de kathedraal van Den Bosch bezoeken en er is eep foto waarop het echtpaar Wilmink met het echtpaar Finkers een bier drinkt in het café tegenover de kathedraal van Chartres. Want dat moest wel van Wilmink, cultuur met een biertje (en voor de kinderen patat). Overigens placht de dichter ter ontspanning en met veel plezier de gulden snede te berekenen van middeleeuwse kathedralen.

Over die liefde voor de middeleeuwen gaat een van de beste bijdragen in het aan Wilmink gewijde en gisteren uitgekomen Schrijversprentenboek. Ze is van de mediëvist W.P. Gerritsen, die vertelt over zijn samenwerking met Wilmink bij de vertaling het Brandaan-lied en de Carmina Burana. Uit dat stuk wordt duidelijk hoezeer de kracht van Wilmink lag in de combinatie van groot vakmanschap en een poëtische/humoristische kijk op het gewone leven.

EXPOSITIE

'Willem Wilmink, van Javastraat tot Javastraat'. Letterkundig Museum. Tot 10 april. Open di-vr. 10-17 uur, za-zo vanaf 12 uur. Bij uitgeverij Prometheus verscheen gisteren Het Schrijversprentenboek over Willem Wilmink. Prijs: € 19,95. Jan-Hendrik Bakker