Nieuwsblad voor Huizen

Herman van Veen in 't Spant

18 februari 1975

'T GOOI — Na een overweldigende toernee door Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland is Herman van Veen weer helemaal terug met zijn nieuwe programma: „En nooit weerom".
Met dit programma komt hij op vrijdag 21 februari a.s. in theater 't Spant te Bussum. Aanvang 20 uur.
Opnieuw staat de Harlekijn weer centraal in deze show. Zelf zegt Herman van Veen daarover:
"De Harlekijn zou o.a. iets te maken hebben met Mercurius de gewiekste, heidense faunen en bosgeesten en ook de middeleeuwse duivelfiguren, leuk voorland - aardige geschiedenis.



Oorspronkelijk werd hij voorgesteld in een jas met lage taille, een lange broek en op zijn hoofd een hoedje met een (jawel ) veer. Hel acrobatische, katachtige dat hem later karakteriseert, is het kenmerk van de Harlekijn gebleven. Het lappenpak bedekt met ruiten in blauw, groen en rood; de strepen ertussen zijn geel. De hoed met opgeslagen rand, opzij droeg hij een beurs en een korte stok (de wijzen zeggen dat dat een phallus-symbool moet zijn: dat zeggen ze over duizend jaar van t.v.-antennes ook). Met een zwart half-masker (slaaf?), een wonderlijke knobbel op het voorhoofd (overblijfsel van een duivelshoorn?). Bij mij zit-ie op m'n achterhoofd, net boven de nek. Dit alles gaf hem een vreemd-glinsterachtig voorkomen. Sinds 1728 - 18 mei: brutaal, spotziek, obsceen, dwaas, soepel van beweging, bedreven in luchtsprongen en koppeltje duiken.
Een groot kind met flitsen van helder verstand. Altijd verliefd, dus altijd in moeilijkheden. Een dichter met het lichaam. Authentieke kreten. Een snedige dialoog.
Harlekijn, als bedelaar verkleed, houdt een voorbijganger aan om hem een aalmoes te vragen en zegt:
„Meneer, wiit u een centje geven aan een arme, ongelukkige soldaat die in de slag van Porto Longo zijn stem verloren heeft?".
,,Wat?". zegt de meneer, „u beweert dat u stom bent en u spreekt?"
Natuurlijk", zegt Harlekijn, "ik ben dus niet stom, maar doof".
"Bent u doof?".
"Volkomen doof." "U bent niet doof, want u geeft antwoord."
Etc.
De dialoog gaat verder en Harlekijn doet hem achtereenvolgens geloven, dat hij blind, eenarmig , zonder benen is.En als het personage Harlekijn met zijn degen begint te achtervolgen, staat de onechte beenloze op en vlucht.
,,0, schurk die je bent", roept de meneer uit, "je beweert dat je geen benen hebt om medelijden op te wekken ".
"Juist meneer" , antwoordt Harlekijn "dat is mijn gebrek: ik ben niet beenloos, niet eenarmig, niet blind, niet doof maar een schurk.Heb medelijkden met een arme schurk...".