Nieuwsblad Gorinchem

Ook Herman van Veen trok volle Doelenzaal

18 januari 1971

GORINCHEM — Pianospel . .. harde tonen van een band . . . gefluit achter in de geheel uitverkochte zaal van de Nieuwe Doelen . . . een figuur, gehuld in een zwarte pij, beklimt het podium . . . onderdrukt gegrinnik ... de zwarte figuur schudt handen van bezoekers en draagt een gebed op aan Gorcum . . . lichteffekten onthullen een luguber gezicht . . . Herman van Veen stelt zich voor. . .
Inleidingen voor een grandioos optreden van één van Nederlands beste cabaretiers, die zorgde voor een bijzonder fijne avond. Het grootste gedeelte van Herman's show bestond uit liedjes. Liedjes over alledaagse problemen en moeilijkheden, afgewisseld met een uitstekende mime en muzikale gedeelten van de voortreffelijke begeleidingsgroep.



Bij Herman van Veen vallen vooral zijn uiterlijk bijzonder kalme optreden, haast grenzend aan onverschilligheid en zijn warme stem op. Alle liedjes krijgen daardoor die klank, welke ook zo bekend is van zijn langspeelplaten: een vrij eentonig geheel, dat hem verzekert van een aandachtig luisteren. Het komt vaak voor, dat juist door de eentonigheid en het zachte praten wel eens passages vrij onverstaanbaar werden. Dat neemt echter niet weg, dat de bekende liedjes: „De Vluchteling, ,,Ik ken een man", ,,Ik hou van jou" enz. met een hartelijk applaus beloond werden. Instrumentaal is Van Veen ook bijzonder goed. Dat bleek wel uit zijn spel op gitaar, viool en cello, waarbij een imitatie van een rockzanger met allerlei spastische bewegingen één van de meest wervelende gedeeltes van de show was.

Hoewel Van Veen steeds overal volle zalen weet te trekken, gebruikt hij toch al lange tijd een aantal nummers, die velen al diverse malen gezien hebben en o.m. ook vorig jaar in zijn programma zaten.
Ook nu zagen we weer de tennispogingen van een zuster, waarbij Herman door de hele zaal heenkroop op zoek naar de bal en een boksersimitatie met Cassius Clay. Ook de manier van opkomen en afgaan is al lange tijd dezelfde.

Vooral echter de manier van aankondigen van programma's is een typisch eigen onderdeel:
Nu komt er een mop . . ., je mag weggaan als je wilt hoor . . . enz. Hoogtepunten uit het pro- gramma waren ongetwijfeld het pianostuk, de boksersimitatie (doe niet zo lullig joh . . ) en de zienswijze van de bezoeker;
je denkt zeker dat je thuis bent, joh, gek ben je joh, wie denk je dat je bent Van Veen, enz.

Een avond, die velen nog lang zullen herinneren, zeker de bezoeker, die gezeten op het toneel niet mee wilde zingen met Rozengeur en maneschijn.
„Voor straf moet je het hele tweede couplet zingen."
Van die straf was niet veel meer te horen, zodat een vermoeiende Herman van Veen maar vroeg: „Zijn jullie nog niet weg," en daarop zelf het voorbeeld gaf.