KNACK WEEKEND
Anne Geerts

Bezig bij ...

17 mei 1989

Franka DAELS (39) studeerde in Leuven pers en kommunikatie, in Amsterdam teaterwetenschappen, ze schreef teaterrecensies, werkte zeven jaar voor Herman van Veen en investeert nu als verantwoordelijke voor de public relations al haar know-how in het Raamteater in Antwerpen.


Vroeg sta ik niet op. De teaterwereld laat mij gelukkig toe mijn eigen ritme te volgen, ik ben een vreselijk moeilijke opstaander. De wekker loopt af om kwart over acht. Dan hangt het ervan af hoe wakker ik ben en hoe warm het bed is. Meestal sla ik tegen negen uur op. Ik drink één kop koffie, daarna water, want ik rook al zo ontzettend veel: De werkdag begint met het noteren en aanstrepen van een nieuwe datum in mijn schrift. Daarin hou ik alles bij als in een agenda. Zo'n schrift is praktischer omdat je zoveel plaats gebruikt als je wil. Zonder mijn schrift zou ik mij verloren voelen. Ik bewaar die schriften ook jaren. Kan ik altijd adressen of zo opzoeken. Rond elf tracht ik in Antwerpen te zijn. Dat lukt niet altijd, want ik rommel nogal veel. Het half uurtje om naar het werk te rijden vind ik zalig, dan luister ik naar het nieuws en bereid ik me mentaal voor op mijn werk Als ik aankom, schiet ik meteen in actie.

Ik heb nooit de ambitie gehad om aktrice te worden. Mijn interesse voor teater werd gewekt door teatermensen die ik in Leuven leerde kennen. Ik wou iets rond teater doen. Op aanraden van Carios Tindemans ging ik teaterwetenschap volgen in Amsterdam. Na één jaar ben ik overgeschakeid naar Le Centre d'Etude Théatrale in Louvain-la-Neuve Amsterdam was beneden alle peil. Eigenlijk had ik naar Parijs gewild, maar daar was mijn diploma niet geldig en moest ik helemaal opnieuw beginnen. Intussen schreef ik teaterrecensies voor Knack. Als free-lance verdiende ik gemiddeld 8000 frank per maand, te weinig om van te leven. Ik reed toen altijd met Herman van Dyck van de Gazet van Antwerpen naar de voorstellingen. Op een avond vertelde hij dal Michel LafailIe. destijds manager van Herman van Veen.

iemand voor Harlekijn in België zocht. Waarom ik niet eens belde ? Ik dacht Jezus Kristus nee. ik ken die wereld niet. Maar ik had niets te verliezen en dus belde ik. We spraken af na het optreden van Herman van Veen in Antwerpen. Ik stond op Michel te wachten toen Herman zelf de trap opkwam en vroeg wie ik zocht. Hij vond het leuk om een vrouwelijke "Harlekijn" te krijgen. Of ik ook nog voor Knack kon blijven schrijven ? Moesten ze eerst dat blad eens zien, of dat wel in de lijn lag van wat Herman deed. Ik verhuisde toen naar Mechelen. waar ik twee kamers met telefoon betrok. Ik was altijd bereikbaar. of ik nu in bed lag of niet. Na zes maanden werkte ik deeltijds in Nederland en België. Toen ik in '81 Hermans sekretaresse werd. verhuisde ik naar Nederland. Een schitterende tijd was dat. . Broadway, Parijs, Duitsland. Ik heb heel boeiende mensen ontmoet, van dichtbij gezien hoe Nederlanders werken en kontakten gelegd die nu nog van pas komen. Johan Anthtierens zocht mij om die reden trouwens aan voor de tournee van "De Brand In Brel". Maar het heimwee bleef. Misschien wel mijn fout: ik stortte mij volledig op die nieuwe wereld en vergat daar buiten een vriendenkring op te bouwen.

Toen ik na zeven jaar hier een job aangeboden kreeg, leek dit dé kans om uit te zoeken of ik België nu echt zo miste. Maar teksten verzinnen bij de verse eieren van Deihaize of de laatste Samsonite lag mij niet. Ik was konstant bezig met produkten in plaats van met mensen en ik heb. mensen nodig waarin ik kan geloven. De rest interesseert mij niet. Bovendien was de werksfeer zo verschillend. Herman is een vriend, we werkten in groep, ieders mening en kreativiteii telde mee. Plots zat ik in een nine-to-five job met een baas die een geboren PR-man was. maar niet met zijn personeel kon kommuniceren. Na één maand wist ik al dat ik er weg moest of kapot ging. Toen heb ik begrepen wat werken aan de band betekent. Ik dacht: nog liever poetsvrouw dan dit. Twee sollicitatiegesprekken sprongen af. Na een tijdje hield ik op met zoeken. Iedereen wist dat ik een job wou en ik vertrouwde erop dat er nog wel iets uit de bus kwam. Intussen ging ik opnieuw naar teatervoorsiellingen. Ook naar het Raamteater dat ik indertijd had weten ontstaan. Ik stond ervan versteld dal de akteurs mij nog kenden. Omgekeerd vind ik logisch. En dan op een avond belt Walter Tillemans dat we eens moeien praten... Hij wou mii als verantwoordelijke voor de public relations, een luxebaan gezien de beperkte subsidies van het Raamteater. Ik was zo gelukkig als een vogeltje dat ik opnieuw in mijn oude wereldje zat. PR is in deze tijd natuurlijk niet overbodig, ook al blijft het gerucht de beste publiciteit. PR is zo'n groot woord dat tegelijk alles en niets dekt. Ik noem het liever redaktionele publiciteit. Indirekte PR-werkjes zijn : het programmaboekje samenstellen, teksten verbeteren. het zetwerk kontroleren, zorgen dat de programmaboekjes en affiches klaar zijn voor de premières en ervoor zorgen dat de kalenders op tijd bij zijn bij de maand- en' weekbladen, iedereen op de hoogte houden van de extra voorstellingen, de reizende produkties verkopen, zorgen dat er foto's zijn, dat de akkommodatie in de zaal verzorgd is. Verder zijn er de persoonlijke kontakten met de pers - al dan niet op perskonferenties - en het publiek. Het eerste kontakt is altijd heel belangrijk. Daarom moet de persoon die de telefoon aanneemt verzorgd en helder spreken. In het teater speel ik gastvrouw: zorgen dat de sfeer en de service in de foyer en elders goed is. Naar teater gaan moet een feest zijn. vind ik.


Ik ben geen gladde verkoper, ik moet geloven in wat ik verdedig. Voor bepaalde gezelschappen zou ik dit werk niet kunnen doen. Ik geloof in het Raamteater en de mensen die er werken. Niet alle produkties zijn even schitterend, maar de sfeer zit nog goed. Momenteel lopen er twee produkties. "Spoken" is prachtig, maar heeft wat te lijden onder het sukses van De Canadese Muur" Gebrek aan subsidies maakt dat we niet zoveel advertenties kunnen kopen als we zouden willen om "Spoken" meer te promoten. Vanaf 24 mei tot 17 juni hernemen we "Houten Clara" in het Elzenveld in Antwerpen. Meestal blijf ik lang op kantoor, als iedereen de deur uit is en de telefoon meestal ophoudt met rinkelen. Sommige mensen durven na acht uur nog wel eens reserveren.
Als ik er ben. neem ik op. Maar doorgaans is het dan veel rustiger en werk ik vlugger en beter. Wat ik doe, moet perfekt zijn. Een brief tik ik opnieuw tot ik tevreden ben. Walter en de akteurs streven naar perfekte voorstellingen en die perfektie moet doorgetrokken worden in alles wat naar buiten gaat, vind ik. Ik laat ook nooit iets halfweg liggen. Desnoods werk ik door tot halfnegen. Vind ik niet erg en thuis zit niemand te wachten. Als ik niet naar een voorstelling moet rij ik rustig naar huis. luister naar het nieuws en kick ik af van de werkdag. Ik kook voor mezelf en kijk TV : het journaal, kunstzaken, aktualiteitsprogramma's en films op video. Of ik rommel wat, doe de was of strijk. Voor één uur. halftwee kom ik mijn bed niet in. Dat is een gewoonte die gegroeid is door in teater te werken. Het lukt gewoonweg niet om voor twaalf uur m bed te kruipen. Als ik er om halfeen in lig, begin ik toch nog te lezen. Meestal weekbladen, omwille van de achtergrondinformatie. Kranten doorblader ik vluchtig tijdens de middagpauze. Noem het een journalistieke reflex : zonder nieuws voel ik mij verloren. Ik luister ook naar agenda's, of en hoe we vermeld worden. Veel echte teaterprogramma's hebben we hier niet. Teater is hier nog altijd het zwart schaap, de meeste kranten hebben wel een vaste kracht voor film. maar teater wordt meestal door freelancers besproken. Schrijven voor mezelf doe ik niet. Ik mis het schrijven ook niet echt.

> Sporten ? In de zomer ga ik tennissen met een vriendin. Gewoon voor het plezier. Ik ben allergisch aan kompetitie. Ik heb vijftien jaar lang amateurdansen gedaan bij Monique Steens. Bij haar leerde ik discipline : herbeginnen tot het perfekt is en vooral niet halfweg afhaken, want zo krijg je nooit voldoening van je werk In Nederland deed ik elke week aerobic. Nu doe ik al twee jaar niets meer en ik voel het. Ik zou weer aerobic willen doen. maar ik kom er niet toe om mij ergens in te schrijven. Weekend betekent grasse matinée. Ik ben geen uiigaanstype. Diskotcken en cafébezoeken mis ik niet. Men zegt wel dat zien en gezien worden bij een PR-job hoort, maar dan zou ik bepaalde gelegenheden in Antwerpen en Brussel moeten frekwenteren en dat wereldje is zo klein. Ik heb ook een leven van mezelf. Daarvan wil ik genieten, al is het met nietsdoen. Ik vind het zalig dat ik hier in Brussel boodschappen kan doen zonder iemand tegen te komen die ik ken. Ik verveel mij nooit alleen. De nodige kontakten en vrienden zijn er.



Anne Geerts