Drentscher en Asser Courant
G.J. ten Veldhuijs

Herman van Veen niet alleen clown

17 februari 1975

EMMEN - In een stampvolle Muzeval in Emmen trad hij zaterdavond weer eens op, deze vroeger als harlekijn aangekondigde levensspeler- Lichamelijk bezit hij een heel eigen structuur, in de letterlijke betekenis van "in elkaar gezet zijn". Zijn handen, met de lange, lenige vingers doen denken aan die van een chimpansee; zijn voeten en tenen zijn niet minder elastisch; hij zou eigenlijk op blote voeten moeten optreden.


"Wat daar tussen zit, is al even soepel, maar doet juist niet denken aan een harlekijn: die laat immers met zich sollen en Herman solt zelf en compleet. Hij begeleidt vrijwel ieder stukje van zijn voordracht met steeds wisselende gebaren van flappende handen en huppelende vingers.
En als je net gaat denken aan een alleen maar dwaze clown, blijken zijn teksten van een diepe ernst te zijn en zijn het juist weer de gebaren en sprongen, die deze ernst onderstrepen. Herman van Veen is in zijn liedjes en conferences volstrekt van deze tijd.
Daarnaast vlucht hij plotseling in een (wel hedendaagse) fantasie, zoals bij het verhaal van het vliegtuigongeluk in gezelschap van de oude dame, die hem, als hij met een van de vleugels op een donderwolk gaat landen, nog gauw haar laatste mandarijntje aanreikt.

In "Kind aan huis" komen jeugdherinneringen op ons af, waarvoor "sentiment" niet de meest rake term is:het is eerder "moedig terugbeleven".
Uit het „bezoek van God" aan zijn eigen, hem vreemd geworden kerk, spreekt niet slechts kritiek, maar ook heimwee naar het wezenlijke.

Heerlijk is de spot in de vertraagde herhaling van de topvoetballer en diens showmimiek bij het ontvangen van de rode kaart. Maar bij dit alles blijft Herman van Veen een ongrijpbare kabarestgestalte - en dat is nu net zijn glorie.

Zijn begeleiders (vooral Van der Wurff en Sacksioni) passen geheel bij hun "es-kul-aap". Deze is hun levensarts en zij zijn de behulpzame broeders in het ziekenhuis, waarop onze samenleving wel eens lijkt.



G.J. ten Veldhuijs. \