De Limburger
Carpay

Herman van Veen: een fenomeen

16 december 1975

ROERMOND — Herman van Veen is een fenomeen, dat is duidelijk. Het betekent, dat hij een uniek verschijnsel is en ook, dat je een standpunt tegenover hem moet innemen, als je je bezig houdt met zaken als cabaret en zo. Ik zeg met opzet: en zo, omdat je hem niet zomaar kunt onderbrengen in de afdeling cabaret van de Nederlandse theaterwereld. Alleen dat hij theater maakt, staat als een paal boven water. Of het soort theater iedereen bevalt, is een tweede. Ik kan me in ieder geval voorstellen, dat iemand er onverschillig bij blijft, wel dat het sommige mensen mateloos irriteert. Dat er zijn die het even mateloos bewonderen weet ik.


Na de voorstelling zaterdagavond in de Oranjerie zei tenminste een bewonderaar: Dit is het absolute einde. Zo ver zou ik niet willen gaan, maar ik vind het wel ongelooflijk gedurfd en knap. Het gedurfde zit vooral in wat hij doet, 't knappe in de manier waarop. Om met het laatste te beginnen: ik heb zelden een voorstelling gezien waarin alles zo goed verliep, tot op fracties van seconden getimed, met een overvloed aan vondsten, afwisseling, een volstrekte eenheid tussen wat er te zien en te horen is, ik noem maar enkele aspecten. En wat hij doet: eigenlijk alles, tot dingen toe die in het theater eigenlijk verboden zijn, zoals je als het ware van het publiek niets aantrekken, zomaar wat doen, als een gek over het toneel springen, idiote houdingen aannemen zonder dat er ogenschijnlijk aanleiding toe is.
En toch blijft het theater, waaraan ik me gewonnen geef, deels uit bewondering voor de manier waarop, maar ook voor wat hij brengt. Daartoe horen behalve de schijnbaar zinloze clownerieën, de vaak zeer poëtische en pittige liedjes, de eigenzinnige verhaaltjes, de typische wijsheden. Aanstonds ga ik nog alles opnoemen.
Wel vond ik, dat het deel voor de pauze wat traag verliep, maar het tweede deel begon al direct met een knaller. Kwintet, en eigenlijk verliep het programma naar het einde van hoogtepunt naar hoogtepunt. En was 't slot al even eigenzinnig als het begin: de zogenaamde toegiften staan gewoon in het programma.

Het enthousiasme van het publiek — natuurlijk uitverkocht — leek me over het algemeen groot.



CARPAY