de Volkskrant
Patrick van den Hanenberg

Pol: donder en bliksem, maar geen lach en traan

16 april 1988

Met grof geschut heeft het RO Theater zijn nieuwe thuishaven in bezit genomen. Pol, een Rotterdamse opera, ge-ïnspireerd op de boeken van Willem van Iependaal en de geschiedenis van Rotterdam, levert spectaculaire beelden op. Pol (Huub van der Lubbe) is de zoon van Simon Stuimel (Ramses Shaffy), "van het jongehereschool, die later in gerechtigheid most gaan studere.." en Leentje, die tevergeefs "d'r hele spaarpotje heeft afgeslacht voor Haarlemmerolie en Sanitasnep." Leentje wordt gevonden tussen de aken in de Leuvehaven en Pol, genegeerd door zijn vader die tot rechter is opgeklommen, wordt door de straat opgevoed. Rotterdam, begin deze eeuw.


Het straatschoffie verwordt langzaam maar zeker en deinst niet terug voor moord of smokkel tijdens de eerste wereldoorlog, waarbij mensen in het onder stroom gezette prikkeldraad langs de Nederlands-Belgische grens blijven hangen. Maar Pol, bezeten van geld en wraak op zijn vader, dendert door alle morele bezwaren heen.

De boeken van Willem van Iependaal die de basis voor deze opera vormen, de schelmenroman Polletje Piekhaar en Lord Zeepsop borrelen over van een harde straathumor, waardoor er een evenwicht ontstaat tussen sociale aanklacht en literair amusement. Een ideale ondergrond voor een avondje onvervalst volkstheater. Laat de klassieke lach en de traan maar komen! Jos Thie en Antoine Uitdehaag hebben er echter een zwaar, somber sociaal drama van gemaakt zonder een greintje humor. Het leven is lijden, lijkt het motto van dit dodelijk ernstige stuk. Waar ze wel een poging hebben gedaan de lachspieren te beroeren blijven ze steken in kinderlijkheid. Van Burgemeester Zimmerman is een onduidelijke malloot gemaakt die slechts met behulp van zijn 'Saartje' een speech in elkaar kan flansen.

Als het uur van de Troelstra-revolutie dreigt, waarbij ook Zimmerman een rol heeft gespeeld en het drama-vuur mag worden verwacht is het stuk vrij abrupt en vaag afgelopen.

Gelukkig heeft men wel het taalgenruik van Van Iependaalaangepast. Polletje Piekhaar is vrijwel alleen te lezen met een verklarend bargoens woordenboek. Maar het was natuurlijk ook weer niet nodig om alle Rotterdamse taalaspecten te laten verdwijnen.De prachtig zingende , maar nogal overdreven, houterig acterende Huub van der Lubbe (lead zanger van De Dijk) praat met een duidelijk Amsterdams accent en verder is naast enig Vlaams stemgeluid alleen Algemeen Beschaafd Nederlands te horen.

Naast Van der Lubbe wordt ook ijzersterk gezongen door Ramses Shaffy (wiens harde, scherpe, natte 't' en "s" wel gaan irriteren),, Lex Goudsmit (als Officier van Justitie) en Marjol Flore. Het is echter jammer dat Herman van Veen en Erik van der Wurff het beschikbare zangtalent niet meer hebben uitgebuit. De muziek is nogal vlak en hier en daar zelfs uitgesproken saai.
De dwingende monotonie werkt een paar keer wèl uitstekend. Zoals in het Brecht/Weill-achtige nummer Hier zijn onze zonen, waarin moeders hun zonen afleveren voor de oorlog: "Klaar om te vechten voor wie of wat hoeft niemand te weten/als u maar niet zult vergeten - geef ze te eten". En in de scène voor de gevangenis aan de Noordsingel wanneer enkele gevangenen met hulp van "het! volk van de straat" weten te ontsnappen. Maar dat strijdlustige lied staatt helaas niet op de plaat (met de nogal voorbarige titel Hoogtepunten uit Pol, er zit geen enkele 'hit' in de opera).

De decorbouwers en mensen van de techniek hebben zich mogen uitleven in de dolzinnigste standjes. Donder, bliksem, bommen en granaten, een gecomputeriseerde meeuw die over het doek vliegt, een stokoude auto die over het immense podium tuft, niets is te gek. Het resultaat is wel dat er absoluut niets meer te fantaseren overblijft voor liet publiek. Je kunt je hersens thuislaten. Als de armelui een broodkar kapen, vliegen de broden ook massaal dooi de lucht. Het lijkt alsof iedereen die ook maar iets met hét RO Theater te maken heeft, uitgebreid en ongecontroleerd mocht uitpakken voor deze openingsvoorstelling.