AANPAKKEN (Noordwolde)

Rob Chrispijn bezorgde Herman van Veen "Werk"



16 februari 1983
VLEDDERVEEN. Enige tijd geleden zond de Avro-televisie een groot platengala uit waar louter Nederlandse artiesten optraden. Bij die gelegenheid werden diverse onderscheidingen door de Stichting Conamus uitgereikt. Conamus wil het Nederlandse lied bevorderen. Rob de Nijs, de Volendamse formatie BZN en de componist Ruud Bos kregen elk een zilveren harp uitgereikt. De cabaretier Herman van Veen viel in de prijzen met het liedje „Werk". De tekst van dat nummer werd geschreven door de 38-jarige Rob Chrispijn, die sinds een jaar of zeven in VIedderveen woont. In zijn verbouwde boerderijtje aan de Jodenweg laat Chrispijn weten erg blij te zijn met de Conamusprijs: „Ik heb weliswaar mooiere liedjes geschreven, toch is dit een stuk erkenning".


Wat dat betreft heeft het lang geduurd voordat Rob Chrispijn de eer kreeg die hem toekomt. Al jarenlang schrijft hij teksten voor Herman van Veen. Bekende liedjes als „Jacob Olle", „Zuinig met haar zinnen", „Alles", „In de jaren zestig" en „Rozegeur" komen uit zijn pen. De samenwerking met Herman van Veen dateert vanaf het einde van de zestiger jaren. Toen zong Van Veen het door Rob Chrispijn in het Nederlands vertaalde „Suzanne" van Leonard Cohen. Daarmee scoorde de zanger hoog in de hitparade.


WEINIG TASTBAAR


In eerste instantie voelde Rob Chrispijn weinig voor een interview. De rust die van VIedderveen uitgaat, bevalt hem en dat wil de tekstschrijver graag zo houden. Bovendien vindt hij het erg moeilijk om over z'n vak te vertellen. Het teksten schrijven op zich is een weinig tastbaar beroep.
Soms duurt het maken van een lied maar eventjes. soms neemt het dagen in beslag. Behoefte aan veel publiciteit heeft Chrispijn niet en aanvankelijk zegt hij het gesprek te willen beperken tot het winnen van de Conamusprijs. Later worden onvermijdelijk toch diverse andere onderwerpen aangesneden. Na enige tijd praten, laat de Vleddervener zijn gereserveerdheid varen, maar hij stelt wel de eis het verhaal voor publicatie te mogen inzien.

De eerste teksten die Rob Chrispiin aan het papier toevertrouwde, waren vertalingen van nummers van Bob Dylan. Dat begon uit enthousiasme voor de Amerikaanse protestzanger. Het ontrafelen van bepaalde teksten sprak hem aan. Naast de vertalingen, werden ook eigen ideeën ontwikkeld. Dat bleef niet zonder resultaat, want wie de teksten van Chrispijn kent. weet dat ze niet alledaags zijn. Ze staan op een hoog niveau en door de muziek van Herman van Veen komen ze volledig tot hun recht.


GEVOELSWERK


Bepaalde regels voor het schrijven van een goede tekst zijn er volgens Rob Chrispijn niet. Veelal is het gevoelswerk. Bepaalde zinnen komen plotseling op en daar omheen ontstaat een tekst. Vaak is een zelf meegemaakt voorval onbewust de voedingsbodem van een nieuwe tekst. Zo herinnert hij een een gedeelte uit het liedje „Kletsnatte Clowns" dat door Herman van Veen als een soort mars op.de plaat werd gezet. Het lied gaat over allerlei gebeurtenissen in een stad. „Mensen eten zich dik. uit de muur haalt een man een bal met gele kledder en stopt hem haastig in z'n mond. Spreeuwen controleren wat hij weggooit, het eten ligt hier op de grond", luidt de tekst die ontstond naar aanleiding van een automatiek in de Spuistraat in Amsterdam waar Chrispijn enige tijd woonde.

Ooit schreef hij een lied voor de zangeres Loeki Knol waar Vledderveen in voor kwam. Dat het dorp daadwerkelijk bestond, was voor de Amsterdammer al een verrassing, maar dat hij er zelf zou komen wonen, had hij nooit kunnen denken. Het wonen in de kleine Drentse gemeenschap bevalt hem uitstekend:,. Men laat de mensen hier in zijn waarde en z'n gang gaan. Wij ontmoeten hier alleen maar vriendelijkheid". Heimwee naar Amsterdam hebben Rob Chrispijn en zijn vriendin Annet, die onder andere kinderboeken illustreert en schildert, niet. Juist in deze rustige omgeving kunnen ze beter werken en zij zijn beiden wat hun werk betreft niet plaats., gebonden. Wanneer ze in de Randstad moeten zijn combineren zij hun afspraken.

De elpee „Iets van 'n clown" van Herman van Veen noemt Rob Chrispijn de beste, evenwichtigste plaat waar aan hij z'n medewerking verleende.,, Meestal als ik iets met een plaat te maken heb draai ik ze niet meer. „Iets van 'n clown" draai ik echter nog regelmatig", aldus Chrispijn. Binnenkort komt er op televisie een in België vervaardigde special van Herman van Veen. Daarin zingt hij voornamelijk oudere nummers. Een prima gelegenheid om kennis te nemen van het werk van Rob Chrispijn.


KINDERBOEK


De samenwerking met Van Veen is vrij hecht. Onlangs verbleef Rob Chrispijn enkele weken in Amerika waar de cabaretiertier in New York optrad. Dat was het hoofddoel van de reis. Daarnaast wilde de tekstschrijver enkele verkennende gesprekken voeren over een kinderboek waarmee hij en Annet momenteel bezig zijn.
Als Chrispijn, die overigens qua uiterlijk veel lijkt op Herman van Veen zelf was bedeeld met een goede zangstem vertolkte hij z'n liedjes zelf. "Zingen is het mooiste wat er is in het leven", vindt hij. Een grote zangcarriëre zit er niet in. Ooit werd een lied opgenomen met Marlous Fluitsma, de vrouw van Van Veen. Chrispijn: "Dan besef je pas hoe moeilijk het is. Het geeft je een machteloos gevoel wanneer je op een gegeven moment niet beter kan".


STEMMING


Het schrijven van teksten is moeilijk van een noemer te voorzien. Veel hangt af van de stemming op een bepaald moment, van omstandigheden en van leeftijd. Tijdens een optreden in Carré ontmoette Rob Chrispijn in de kleedkamer Wim Kan. De oude maestro sprak zijn waardering uit over het lied ,.Jacob Olle" en vroeg of Chrispijn. voor hem iets soortgelijks kon schrijven. Bovengenoemde factoren maken zoiets echter onmogelijk, De Conamus-prijs kreeg Rob Chrispijn voor „Werk", een thema dat vandaag de dag vaak centraal staat. Het refrein luidt: „Als eens zanglijster zingt, noemt niemand dat werk, ook al zingt hij de hele dag". Met dat lied wil Chrispijn zeggen dat als iets werk wordt genoemd er dan vaak geen plaats meer is voor fantasie.
Een voorbeeld hiervan vindt hij het kappen van de fraaie houtwal rond het voetbalveld van Vledderveen. Veel te rigoreus volgens Chrispijn, die daarover een brief aan B & W heeft gestuurd. „Waarom niet net als in de polder een windsingel gemaakt door alle bomen op één hoogte te snoeien. Nu is het een lelijke kaalslag en staan spelers en supporters twee jaar op de tocht", is het verwijt van Rob Chrispijn.