Noordhollands Dagblad
Hans Visser

De constante factor bij Van Veen

16 jan 2005

Herman van Veen is een van die artiesten die jarenlang in staat is om van het grote Carré een soort huiskamer te maken. In 1971 stond hij daar voor het eerst en intussen wordt hij al verwacht voor een nieuwe serie.


Een riant overzicht van wat hij in dertig jaar in Carré heeft laten zien is terug te vinden in een set van drie dvd's. Het verrassende van deze ongeveer driehonderd minuten is dat Van Veen eigenlijk nooit is veranderd. De enkele zwartwitbeelden uit 1971 laten nog een behoorlijk onstuimige, pas begonnen Van Veen zien, maar niet lang daarna blijkt hij zijn vorm te hebben gevonden.
'ln kleur" bespeelt hij virtuoos zijn publiek in de rol van de zingende poëtische vriend en clown. Er is weinig voor nodig om te zien dat het succes van Herman van Veen schuilt in de optelsom van een aantal belangrijke factoren. In de eerste plaats bedient hij zich van geweldige teksten.
Voor zover hij die niet zelf maakt, put hij uit het werk van groten in het vak zoals Willem Wilmink, Rob Chrispijn en Jacques Brel. De muziek, vaak uit eigen keuken, sluit daar altijd perfect bij aan en al jaren blijkt Van Veen precies te weten wie hij moet vragen hem in de uitvoering daarvan te begeleiden. De trouw van deze mensen is groot want de namen wisselen maar zelden en zorgen voor het heel eigen Van Veen-geluid dat zo past bij zijn stem.

Over die stem gesproken: hij is ook een voorbeeldig zanger, die met zijn toch al zo mooie stem ook nog enorm veel sfeer kan oproepen en de teksten een grote lading mag geven. Een vleugje ernst voorkomt dat een lied te lollig wordt en wat relativering voorkomt overgewicht.

De laatste dvd bevat de show waarmee hij in 2000 Carré aandeed. Daarin zit ook het prachtig op tekst van Wilmink gezongen verhaal van de joodse goochelaar Ben Ali Libi die in het concentratiekamp verdween en het ontroerende door Lori Spee geschreven 'Praat dan waf. Alles bij elkaar driehonderd minuten geluk voor donkere winteravonden.



HANS VISSER