Nieuw Kamper Dagblad

Duitsers juichen voor ongewone Herman van Veen

15 oktober 1975

Drie keer roept het publiek in de stadsschouwburg van Keulen Herman van Veen terug voor een toegift. Na de derde keer laat hij zich meer vermurwen ook al blijft het duizendkoppige publiek in cadans applaudisseren. Als de zaal bijna leeg is, komt hij toch nog even en geeft een drumsolo. De premičre van Herman van Veens nieuwe Duitse show is een succes.


Even leek het er op dat alles de mist in zou gaan. De geluidsapparatuur van de West Deutsche Rundfunk (WDR), die de show opnam, functioneerde niet en gaf zoemende bijgeluiden. Midden in een liedje stopt Herman. Brengt de wijsvinger van zijn rechterhand naar zijn mond en vraagt om stilte; sluipt van de ene naar de andere microfoon; brult in het Nederlands naar zijn eigen geluidstechnicus Hans van der Linden; ziet plotseling in de hoek van het podium de vrouwelijke tech- : nicus van de WDR zitten, die met de geluidswagen buiten telefo- neert, snelt op haar toe en tilt haar van het podium. Dan zingt hij weer alsof er niets gebeurd is. De zaal heeft ademloos naar de seance zitten kijken.

Na afloop zucht hij: „Het werd er een bijzondere voorstelling door. Het was alsof je even kon ademhalen. Ik merkte dat het publiek gefascineerd mee zat te leven. Natuurlijk zou dat in andere omstandigheden uiterst vervelend zijn geweest". Als hij het publiek voor de voorstelling bedankt zegt Herman van Veen in het Nederlands „Dames en Heren, ik vind het jammer van het geluid". In de kleedkamer is hij zijn gram al weer kwijt en ziet de positieve kant van het intermezzo in.

„Schor en moe, ook wel blij dat je merkt dat je op zo'n avond met een resultaat bezig bent", is zijn reactie na het optreden. „Ik treed eigenlijk de eerste keer met een dergelijk programma op in Duitsland. In totaal heb ik nu 15 voorstellingen in de Bondsrepubliek verzorgd, maar dit is de eerste grote tournee met een show, die niet spectaculair is maar gecompliceerder dan vroeger. Ik ga veel meer de diepte in. Ik probeer een zo actueel mogelijk beeld te geven van de gedachten van het ogenblik. Eerst door die gedachten op te schrijven, vooral ook dingen die een ander zegt. Zo ontstaat er een documentaire van Herman van Veen en vrienden".

Het publiek in Keulen, varieerde in de leeftijd van 20 tot 40 jaar; generatiegenoten dus. De oude Beatle-generatie. Elementen van pop, poëzie en rock zijn ook in deze Duitse show gemixt tot een intiem gebeuren. De clown, danser, zanger Van Veen op de vraag of hij niet al te diep graaft; het Duitse amusement is immers nog al aan de oppervlakkige kant: „Het publiek vindt het niet gewoon. Het moet er aan wennen. De eerste 20 minuten bovendien ook nog aan mijn Hollandse-Duits. Maar ik maak geen programma naar de smaak van het publiek".

Er zullen altijd mensen blijven die niets met Herman van Veen kunnen beginnen, maar ook tijdens de premičre van zijn nieuwe Duitse show bleek onmiddellijk dat er ook een grote groep van fans is, een vaste kern van bewonderaars. „Ik probeer de mensen iets duidelijk te maken. Dat ik net zo idioot, net zo veel angst heb, en net zo gelukkig kan zijn als zij. Om die gevoelens mee te delen, moet je soms schreeuwen; of je zingt dat je hier een beetje water wegdraagt om het daar waar het nodig is te brengen. Die manier van presenteren van een show, die van hand tot hand gaat, is in Duitsland zeer ongewoon. Ik wil de mensen activeren. Daarom is het hoog en diep, grof en mild".

Toch mist men nogal eens de nuance, die in sommige Nederlandse liedjes zitten. Dat gebeurt altijd met een vertaling, meent Herman van Veen. Maar er komen bij zo'n vertaling ook nieuwe elementen in een liedje. Het één heft het ander op. Van vertaler Thomas Woitkewitsch (32) zegt hij: „Hij kan geen familie zijn, maar hij is het wel". Herman is dan ook de Peetvader van Woitkewitsch op l april geboren zoon Till. „Een cadeautje voor hem", zegt hij ironisch.

Aan Woitkewitsch hebben de Nederlandse cabaretiers het te danken dat hun werk in de Bondsrepubliek meer bekendheid heeft gekregen. Hij maakte een serie van drie programma's voor de WDR-televisie over het Nederlandse cabaret. En produceerde programma's met Herman van Veen, Jasperina de Jong, Seth Gaaikema en vele anderen. Thomas Woitkewitsch heeft een tijdje lang in Nederland gewoond om de taal te leren en werd gegrepen door het doel om de Duitsers eens „te laten zien wat ze in een klein land doen". „Cabaret zoals dat in Nederland bestaat, kennen wij niet", zegt hij.

Herman van Veen, nu 30, is groot geworden in een wereld waarin het ressentiment tegen alles wat Duits was hem niet ontgaan moet zijn. Of hij daar nu geen moeite mee heeft. „Natuurlijk wel", zegt hij, maar hij voegt er optimistisch aan toe „wij zijn dag in dag uit bezig met het overwinnen van ons milieu", en op de oude piano in de kleedkamer geeft hij nog snel een roffeltje weg om daarna met zijn vrienden naar een Keuls etablissement te vertrekken om het succes van de premičre te vieren.