Nieuws vd Dag
Frits Huis

Een volkslied voor Herman

15 juni 1994

In Toronto was het nog een gelukkige samenloop van omstandigheden, maar let op mijn woorden: straks vechten de artiesten erom wie voor aanvang van een voetbalinterland het Wilhelmus mag zingen.


Zoals Sjaak Swart belangrijke doelpunten op zijn naam bracht omdat hij 'toch die kant op moest', zo was Herman van Veen toevallig in Canada om op te treden voor de Nederlandse kolonie, dus het volkslied ging in een moeite door. Hij was wel een beetje zenuwachtig, want voor hij het veld op ging realiseerde hij zich ineens dat 500 miljoen televisiekijkers klaar zaten om genadeloos dat ene valse nootje er uit te pikken.

Maar Herman van Veen heeft niet voor niets op het conservatorium gezeten en op zijn prachtig omfloerst getoonzette volksliedversie was dan ook niets aan te merken. Wel leek het even of iemand hem de microfoon uit handen wilde trekken. Misschien een vooruit gestuurde sjeik in het kader van de koude oorlog voor Nederland-Saoedi-Arabië.

Hoe dan ook, dit wordt een rage. Lee Towers heeft zich waarschijnlijk al gemeld voor Orlando ("Everybody happy... Yeee-ah!") en als we de finale halen, sta ik erop dat Wïlleke Alberti wordt afgevaardigd, al was het maar ter compensatie van het onrecht dat haar tijdens het Eurovisie Songfestival is aangedaan. Wat mij betreft mag in dat geval de tekst worden aangepast, want zo'n Wïlleke die vol overtuiging staat te zingen dat zij Wilhelmus van Nassouwe is... dat klinkt gewoon niet. 'Willekehelmus' lijkt mij dan meer op zijn plaats.

Wij Nederlanders gaan so wie so nogal stijf om met ons volkslied, in tegenstelling tot de Canadezen en de Amerikanen, die niet schromen hun nationale hymne van een al dan niet geïmproviseerd arrangement te voorzien. De Canadese zangeres die na Herman van Veen het volkslied van haar land ten gehore bracht, maakte er een Whitney Houston-achtige happening van. Ze deed over het ene woord 'Canada' ongeveer net zolang als Herman over het het ene woord 'Canada' ongeveer net zolang als Herman over het hele Wilhelmus, maar dat is een kwestie van ervaring en aan Hermans gezichtsuitdrukking te zien had hij van deze première al veel geleerd. De volgende keer gooit hij er vast een riedel uit en dan wordt de prince van Oranje "een pri-hi- hi-hiiiiince van O-ho-ho-ho-hoooora-ha-ha- ha-haaaaaaaanje!", waarna het publiek de zanger ovationeel bijvalt en de tegenstander zich reeds moreel geklopt weet.

" Voor de spelers van het Nederlands team zie ik trouwens ook een rol in de nieuwe rage. Zij zouden de zanger bijvoorbeeld met tevoren ingestudeerde bewegingen kunnen begeleiden, zoals het ballet in een musical en mochten we op Rusland stuiten, dan zou Jan Wouters met die kromme pootjes van hem als toegift misschien een kozakkendansje kunnen doen.

Herman van Veen zou met zijn optreden zelfs een breder publiek dan het Nederlandse volk kunnen bereiken, want de taal hoeft geen belemmering te zijn. Toevallig weet ik dat er een Engelse versie van het Wilhelmus bestaat. Dat komt zo. In 1985 of '86, daar wil ik vanaf zijn, volgde ik in het Noorditaliaanse Bressanone, of Brixen, waar een deel van de bevolking Italiaans spreekt en het andere deel Duits, het wereldkampioenschap handbal voor mannen in de C-groep. Ik was de enige Nederlandse verslaggever die was uitgezonden om de prestaties van het nationale team te verslaan, dus ik had alles exclusief. Zo ook de eerste keer dat in de sporthal van Bressanone/Brixen het Wilhelmus werd gespeeld.

De handballers en ik stonden elkaar met plechtige blikken aan te staren, zij in het veld en ik op de tribune, toen de organisatie de cassette met ons volkslied erop startte. Eerst hoorden we een razendsnel uitgevoerde trompetsolo, waarin wij met enige moeite de melodie van het Wilhelmus herkenden. We waren nog niet van de verbazing bekomen, of daar raffelde een krachtige mannenstem in onvervalst Engels en met de snelheid van een repeteergeweer ons volkslied door de hal. ,,Wïlliam of Orange..." De rest heb ik niet onthouden.

Ik zie nog de koppen van onze handbalinternationals. Sommigen blesseerden hun tong en bij anderen biggelden tranen over de wangen. Het autochtone publiek was ontroerd door zoveel vaderlandslievendheid. Ik yieet niet waar die cassette is gebleven, maar voor de volgende wedstrijd was een instrumentale versie opgescharreld die een heel eind dichter in de buurt kwam van de traagheid waarmee wij Nederlanders ons Ik zie nog de koppen van onze handbalinternationals. Sommigen blesseerden hun tong en bij anderen biggelden tranen over de wangen. Het autochtone publiek was ontroerd door zoveel vaderlandslievendheid. Ik weet niet waar die cassette is gebleven, maar voor de volgende wedstrijd was een instrumentale versie opgescharreld die een heel eind dichter in de buurt kwam van de traagheid waarmee wij Nederlanders ons volkslied in de regel zingen.

Traditioneel daarbij is dat vrijwel niemand meer dan het eerste couplet uit het hoofd kent. Dat wij het oorspronkelijk zesde tot tweede couplet hebben gebombardeerd, maakt niet veel uit, want zodra de tonen daarvan opklinken is dat voor de goegemeente het sein om massaal in geneurie los te barsten.

En dan te bedenken dat het Wilhelmus maarl iefst vijftien (!) coupletten telt. Mochten we het met voetballen niet redden, dan kunnen we dus nog aftijd onbedreigd wereldkampioen volksliederen worden.

Als Oranje onverhoopt sneuvelt op weg naar het weréldgoud, lijkt het mij voor de hand. liggend om in het vervolg voor interlands van het Nederlands voetbalteam het twaalfde couplet te kiezen, dat als volgt gaat:

Soo het den wil des Heeren
Op dien tijd had gheweest,
Had ick gheern willen keeren
Van u dit swaer tempeest;
Maer de Heer van hier boven,
Die alle dinck regeert,
Die men altijt moet loven,
En heeftet niet begheert.

Zou Dick Advocaat een beetje kunnen zingen?