Utrechts Nieuwsblad
Eric van der Velden

"POL": 't is wel even wennen aan nieuwe koers in Rotterdam

15 april 1988

ROTTERDAM - Een Rotterdamse volksopera moest het zijn. En een Rotterdamse volksopera is 'Pol' geworden. De openingsvoorstelling van de doordachte 'theaterfabriek' die architect Wim Quist op de plaats van de oude - Rotterdamse schouwburg heeft neergezet, laat een zelfverzekerd begin zien van de koers waarmee het RO Theater het grote publiek tracht terug te winnen.


Maar even wennen is het wel. Wat een verschil met nog geen vijfjaar geleden, toen Franz Marijnen onder dezelfde gezelschapsnaam de kunst van het controversiële theater bedreef.

Aan de etiketjes 'spraakmakend' en 'vernieuwend' hechten zijn opvolgers Jos Thie en Antoine Uitdehaag duidelijk geen waarden. Vakmanschap en professionaliteit zijn nu de steekwoorden.

De opera is gebaseerd op de boeken van de voor-oorlogse Rotterdamse schrijver Willem van Iependaal. Niet bij naam genoemd, maar wel degelijk ook als inspiratiebron aan te wijzen zijn de 'singspiels' van Bertolt Brecht. Hoofdpersoon Pol bezit Brechtiaanse trekken. Hij is soort Mackie Messer, een slachtoffer van de sociale ongelijkheid die besluit om als crimineel wraak te nemen op de heersende klasse. Zanger/acteur Huub van der Lubbe slaagt er prachtig in om de figuur van Pol te laten associëren met een meeuw. De bewegingen van zijn armen doen denken aan vleugels van een vogel die zijn leven lang in te gezicht, met dreigend lapje gezeten over het ene blinde oog, is als een kop van een roofdier dat speurt naar een prooi om te kunnen overleven.


Goed en kwaad


'Pol' gaat over goed en kwaad. Met als historische achtergrond de periode vlak voor en vlak na de Eerste Wereldoorlog schetst de opera de opkomst van de arbeidersbeweging. Er wordt met rode vlaggen gezwaaid, 'het gepeupel' zingt krachtige strijdlie-deren, en uiteraard ontbreken ook de door oorlog en ander leed verwoeste liefdes niet. Omdat het tempo hoog ligt, de scènes kort zijn, en er enorm veel te zien is aan kostuums en decorwisselingen ontrolt de voorstelling zich toch als een betrekkelijk' luchtig stripverhaal.

De door Herman van Veen en Erik van der Wurff gecomponeerde muziek doet wat al te veel denken aan de geniale pathetiek van Andrew Lloyd Webber, de man van onder meer de musical Cats. Maar goed in gehoor liggen de composities voor Pol wel, en de teksten worden qua sfeer of onderliggend gevoel zonder meer doeltreffend ondersteund.

Technisch levert het RO Theater een hoogstandje van de eerde orde af. Of het nu om geluid, licht, zang of spel gaat, professioneler kan het haast niet.' Jos Thie en Antoine Uitdehaag verdienen voor organisatietalent en vakmanschap een tien. Gaat het om artistieke eigenheid dan kom ik niet verder dan een zes.



Eric van der Velden