De Nieuwe Limburger
Roel van der Leeuw

Herman van Veen trok weer volle schouwburg

14 november 1970

MAASTRICHT — Twee volle schouwburgzalen hebben don derdag en vrijdag enthousiast, gereageerd op hel nieuwe programma van Herman van Veen. Daarmee is overduidelijk veel van het sceptisisme over de ontwikkeling van dit grote talent de grond in geboord. Kortom, hij heeft het voorlopig althans, weer gehaald. Immers, Herman van Veen is nog jong en hij slaat pas enkele jaren op het, podium. Wat hij vanaf het, begin van zijn carrière duidelijk heeft gemaakt, is, dat hij grote mogelijkheden heeft op allerlei gebied.


Het is slechts de vraag, of hij de stijgende lijn kan volhouden, daar hij reeds nu erg grote eisen aan zichzelf en aan zijn publiek stelt. Er is heel wat moed voor nodig om aan de top te willen beginnen.

De vergelijking met Toon Hermans ligt voor de hand. Beiden zijn in eerste instantie clowns, brengen een in opzet gelijkgericht programma, hoewel er grote verschillen zijn. De rechtstreekse afstamming van de grote Buzieau is bij beiden echter duidelijk te zien.


Andere generatie


Herman van Veen is echter van een heel andere gcneratie, veel uitbundiger. Door zijn enorme lenigheid en lichaamsbeheersing kan hij de meest dolle fratsen uithalen. Zijn muzikaliteit en uitgebreide stemmogelijkheden stellen hem in staat om allerlei liedjes te vertolken. Van heel lyrisch tot knotsgek.

Zijn grote intelligentie en goede smaak zorgen verder voor een evenwichtige opbouw, met vele fijnzinnige grapjes. Van de liedjes, die hij zong, waren de meeste reeds van hem be|kend. Tot mijn , spijt moet ik zeggen, dat ik hem als zanger wel beter heb gehoord. Hij vertoonde een vreemde neiging om woorden te gaan rekken en in een vast, onnatuurlijk metrum te gaan zingen. Zelfs het toch wel erg mooi gezongen "Suzanne" had hier onder te liijdcn. Toch zorgde hij nog voor een hoogtepunt met het prachtige lied „Jacob Olle".


Geen conferencier


Een conferencier is hij niet. Dat gaf hij zelf ook toe en beperkte zich dan ook tot enkele grappen en opmerkingen. Werkelijk groots werd hij pas, wanneer hij zomaar de clown uithing, lekker gek deed. Meteen al bij het begin, ''Introïtus", toen hij in een rode maxi- jas al fluitend vanuit, de zaal opkwam. En vooral na de pauze, toen hij aan de piano ging zitten om een grandioze parodie te geven van een avant- gardistisch pianist.

Zo werd het geheel toch een kostelijke, uitbundige show met veel knap vakwerk. Daarbij mogen we zeker niet vergeten de belangrijke bijdrage van de volledig op hem ingespeelde musici, van wie Laurens van Rooyen aan de vleugel en Erik van der Wurff aan hel orgel uitermate kundig werk lieten horen. Ook de vaak prachtige belichting vormde een wezenlijk bestanddeel van de show.

Mochten er bedenkingen zijn, dan liggen deze meer in de toekomst. Wil hij blijvend succes hebben, dan zal Hcrman van Veen kritischer enl selektiever moeten worden. Lang niet al zijn grappen kwamen voldoende over op het publiek. Nog teveel wekt hij de indruk, dat hij voornamelijk voor zichzelf bezig is. Waar hij nu nog veel tekortkomingen kan overspelen door de uitbundigheid en oorspronkelijkheid van zijn optreden, zal hij voor een blijvend contact met zijn publiek het roer toch enigszins om moeten gooien. Ik heb de indruk, dat hij dat zelf ook beseft.
Wie dit door het publiek enthousiast ontvangen programma gemist heeft: 8 en 12 november komt Herman van Veen terug naar Maastrichtr.
Laat U de kans niet ontgaan!



Roel van der Leeuw