De Leidsche Post

Herman laat Leiden lachen

14 november 1968

Drie avonden lachen in Leiden om de man, van wie Hermans, die dat zelf al een mensenleven probeert, voorspelde dat hij eenmaal Broadway zal halen' Drie optredens in de Schouwburg van Herman (Harlekijn) van Veen, Utrechter, getrouwd, één kind, de Spoetnik van de vaderlandse lichte muze.


Tussen Brussel en Vlaardingen in komt hij naar Leiden met zijn One Man Show 'Harlekijn', gesekondeerd door de Amerikaanse negerin Africa Jarbo en Hollands zangeresje Lenny Kuhr en zijn eigen Combo, aangevuurd door Gerard Stellaard: 21, 22 en 23 november. En hij rekent op uitverkochte zalen, omdat dat overal zo is...

Drie jaar terug kende niemand hem, Herman van Veen, zoon van een Utrechtse typograaf, als conservatorium-student voorbeschikt om muziekleraar te worden. Maar sinds zyn tiende wist hij, stil voor zich zelf, dat zijn toekomst anders lopen zou. Daarom zette hij door voor zyn diploma's viool, zang en M.O.-lesbevoegdheid, om zekerheid te hebben voor als het mis mocht gaan. En vooral om zijn muzikale ouders en twee zussen een plezier te

Toen hij negentien was klampte hij op een dag Toon Hermans aan. Hij vertelde wat hij wilde worden, wilde doen. En Toon luisterde, gaf raad, moedigde aan.
Herman van Veen: „Dat gesprek heb ik nooit vergeten. En, sterker Toon Hermans zelf ook niet. Toen ik hem weer zag, zei hij: een jaar of wat terug ontmoette ik een knaap die op de Bühne wilde. Toen kon ik zeggen: Toon dat was ik, jouw voorbeeld deed me verder gaan.''

Herman van Veen, nu 23. Geboren een paar weken voor dé bevrijding, in '45. Na lagere school en HBS het conservatorium.
Als zeventienjarige participant in studentencabaret „Musick-joke". Met pianist Laurens van Rooyen, die nu zakelijk leider is van zijn eigen „Harlekijn- Holland." '
Tijdens die studietijd planken op, planken af. Totdat hij op een zomeravond zeker weet: als ik hier straks doorheen zal zijn, wil ik cabaret gaan doen.

Hij startte in zijn woonplaats, nu twee jaar terug, in " Tivoli." Vijfhonderd mensen sloegen na afloop de handen op elkaar en de kritiek was niet onwelwillend.
Maar Van Veen en zijn équipe zaten wat verbijsterd in de kleedkamer bij hun koude koffie en stelden vast: „Dit was het helemaal nog niet, dit moeten we beter doen."
Was Herman van Veen toen wanhopig, een waaghals die de sprong, die hij ging ondernemen, had onderschat?
„Nee" zegt bij nu „ik wist dat ik het béter kon. Maar er was nog zoveel bij te schaven."
Daar begon hij toen aan, ging België in, bracht elders in ons land een aange- past programma en toen opeens, in Haarlem, lukte het allemaal wel.
De pers werd lyrisch, — dit is het jong talent waarop Nederland wacht, schreven de critici.
Nu, in zijn kantoor in een Utrechtse centrumstraat, waar hij geen andere problemen kent dan de vraag waar hij zijn luxe R 16 laat, vertelt hij me:
"Sindsdien is de sneeuwbal goed gaan rollen. Men ging over me schrijven. Ik kreeg dat aanbod van die filmende Belgen om de hoofdrol te spelen in de Belgo-Britse coproductie „Princess". De Vara. haalde mij erbij, zondag 24 november gaat de eerste van mijn vier kleurenshows met Marijke Merckens, beat-group Pan's People en Africa Jarbo. En er werden een l. p. en een single van mij geperst.


Plannen?


Herman van Veen (acht uur slaap, daar sta ik op): „Dit seizoen 80 optredens, 4 TV-programma's. Doorgaan tot juni. Dan een half jaar hard werken aan programma's voor de BBC-TV, en de opname van een Nederlandse, Engelse en Duitse langspeelplaat. Dan is er ook nog het plan voor een kleurenfilm."

„Als een komeet suist hij door het vaderlandse kleinkunstwerk" schreef een krant. Van Veens perschef David D. Schuld, zijn 19-jarige sekretaresse Marianne Willemse, nicht van zijn 22-jarige vrouw Marijke Hoffman, vinden dat ook. Natuurlijk, voor de jonge \ mevrouw Van Veen is Hermans veelvuldige afwezigheid onprettig, maar ze vangt dat op door binnenkort, als de bungalow in aanbouw in Harmelen betrokken is, een boetiek te openen die kleding brengt die niet iedereen draagt.
Herman zelf werkt stug door aan zijn toekomst. Maar een carrière-maker? ..Nee, vindt hij, als het eens het PaIIadium in Londen wordt is dat prachtig. Maar lukt dat nooit dan zal ik niet ongelukkig zijn. Nu ben ik al gelukkig."

Uit die overvloed aan gevoelens wil hij meedelen aan anderen. Vandaar zijn plan dit jaar één en volgend jaar tien liefdadigheidsvoorstellingen te geven voor Unicef. Net als grootmeester Danny Kaye, die hij op handen draagt.
De roem, de fanmail, het succes, het geld dat toestroomt, nadat hij jarenlang als muziekstudent moest schnabbelen voor iets extra's, hij is er heel content mee. Maar irritant zou hij het vinden als Nederland hem voor een pretkanon zonder meer aanziet.

„Ik ben religieus," zegt hij. „Ik denk over de dingen na. Ik vind het leven goed maar ik wil niet oppervlakkig zijn Soms stel ik mijzelf moeilijke vragen. Ook politieke, ja. Politiek cabaret vind ik niet nodig, daar is politiek me weer te onbeduidend voor. Maar ik ga niet met mijn ogen dicht door de samenleving.
Een optreden in Moskou zou ik niet afslaan, nee.... Wel in Zuid-Afrika. T. V. zien vind ik belangrijk: "ik wilde dat ik er wat meer tijd voor had. Aan hobbies kom ik nauwelijks meer toe, maar ik heb ze wel. Lezen en sport, bijvoorbeeld."

En die naam Harlekijn?
„Ik koos die omdat daarin alles opgesloten ligt. Heel mijn boodschap, die ik wil laten overkomen.
Positieve en negatieve dingen , maar uiteindelijk de klemtoon op positieve. Vreemd dat dit soort werk zo internationaal is. Natuurlijk zijn er taalgrenzen, maar of je voor Belgen, Duiters of Britten speelt, de taal van de planken verstaan ze overal.
Trouwens hier in Holland heb je ook zo'n twintig minuten nodig om de zaal te laten acclimatiseren. Die eerste nummers hoor je ze denken op de eerste rij: wat is dat eigenlijk voor een vreemde vogel...?"