DAGBLAD VAN ALMERE

De Clown uit Soest houdt huis in Carré

14 nov 2000

HERMAN van Veen, de clown uit Soest, heeft vorige week zijn 366ste voorstelling gespeeld in het Koninklijk theater Carré. Daar komen tot en met 2 december nog een aantal optredens bij, maar de vierhonderd werd dit jaar net niet gehaald. Vandaar dat '366' werd aangegrepen om een feestje te houden. Er gaan tenslotte 366 dagen in een schrikkeljaar...


Herman van Veen was op dreef, tijdens de show. Op zijn - veelal melancholische wijze - nam hij de maatschappij op de korrel, ten overstaan van vele fans. De theaterbezoeker die niet regelmatig naar Van Veen komt kijken liep met open ogen in de val: als je maar hard genoeg klapt of met de voeten stampt komt er altijd een toegift.

Niet voor tientallen 'dagjesmensen', want die hadden de zaal na de tweede staande ovatie al verlaten. De blijvers werden nog eens extra verwend in het theater dat voor Herman van Veen zoveel betekenis heeft.
Hij maakte er 29 jaar geleden niet alleen zijn debuut, maar het optreden betekende ook zijn doorbraak. "Dankzij de toenmalige bedrijfsleider Dekker. Die gunde mij mijn stekje in Carré, terwijl zijn baas het niet wilde. Die zei: 'dit wordt niets'. Maar Dekker hield voet bij stuk: 'Als ik mijn vak goed versta, dan wordt dit een succes'.

En Dekker zou gelijk krijgen. Van Veen heeft inmiddels stapels cd's van de pers laten rollen bij platenfirma Polydor en duizenden keren opgetreden via theaterbureau Harlekijn Holland uit Wijk bij Duurstede. Het is dan ook geen wonder dat deze twee bedrijven na afloop van de 'jubileum- voorstelling' in Carré de bitterballen heten rondgaan.
Ook cadeaus mochten niet ontbreken. Zo kreeg hij uit handen van de Carré-directie een vel met daarop de aantallen verkochte kaartjes in 1971. Zonder dat er vooraf op de tamtam werd geslagen kreeg de kleinkunstenaar bovendien een gouden cd voor Nu en dan. Voor Van Veen - en de aanwezigen - een complete verrassing. De viool spelende clown - een beeldje van kunstenares Lies Lobatto - ontroerde de Soester theaterman zichtbaar. Herman van Veen zelf bleef nuchter onder al deze lofuitingen.

"Ik weet niet goed wat ik moet zeggen. Ik ben een gelukkig man en heb mensen op de juiste momenten mogen leren kennen. Zo was er de man die mij op de lagere school in Utrecht zijn viool gaf. Hij kon het niet meer bespelen en ik zat altijd te fluiten. Hij dacht dat het wel wat voor mij zou zijn. Ook de ontmoeting met Wim Kan is belangrijk geweest.

Kan had vertrouwen in mij, is in Den Haag op de fiets gesprongen om met viltstift op de borden langs de weg te schrijven 'van harte aanbevolen'.
Dit soort ontmoetingen heb je nodig in je leven. Ik ben er heel dankbaar voor, als ik Kan bijvoorbeeld niet had ontmoet dan had ik het kunnen schudden."