het Vaderland
Hans Wensveen

Harlekijn geeft ons vrijheid

14 september 1976

„Voor de opzet van Harlekijn vind ik "idealistisch" niet het enige juiste woord."Idealistisch" geeft toch ook een idee van onbaatzuchtigheid. Sommige mensen hebben een tweede huis of een jacht; wij hebben Harlekijn: Dat doen we natuurlijk ook voor ons zelf en het verschaft een boel vrijheid." 'Marlous Fluitsma, 29, actrice, echtgenote van Herman van Veen, vertelt — onvermijdelijkerwijs — over het coöperatie-achtige onderneminkje, waarin ondermeer een impresariaat, een platenmaatschappij en 'n uitgeverij waken over de belangen van diverse jonge ambitieuze artiesten van verschillende culturele pluimage. Pop- en klassieke muziek, cabaret, toneel, journalistiek, het komt binnen Harlekijn allemaal aan bod.


Marlous, net terug van vakantie, moet er dit seizoen weer flink tegenaan. Ze doet mee in de zes nieuwe afleveringen van Annie M.G. Schmidts ,,Pleisterkade" en vervult daarnaast een dragende rol in Herman van Veens stuk "Juke Box 2008" een ,,volkstoneelstuk" dat na maanden Amsterdam en Rotterdam ook de provincie ingaat; Naast dit alles heeft Marlous tevens de toneelafdeling van Harlekijn onder haar hoede.

De van origine Nijmeegse actrice komt, in de beslotenheid van haar werkkamer in de Harlekijn-burelen — het voormalige gemeentehuis van de Utrechtse gemeente Westbroek — aardig, meedeelzaam en vrouwelijk over, gestoken in haar nachthemdachtige lange jurk met de fleurige overgooier erover. Toch wel een bofkont, die Van Veen. We praten om te beginnen eerst even over de vakantie die het echtpaar net achter de rug heeft. Daarna gaan we over op het onderwerp ,,Pleisterkade", de serie die in tegenstelling tot de planning nog even doorgaat dit seizoen.
Marlous Fluitsma speelt in de serie een van de jonge dochters in het gezin; een rol die ze wel leuk vindt, maar die naar haar mening ook erg weinig pretentie heeft; „Ik zou er wél niet aan moeten denken, dat ik alleen zulke rollen zou spelen. „Pleisterkade" is voor de kijkers gewoon een amusant uurtje voor de buis. Meer niet. Voor mij is zo'n serie belangrijk om t.v.-ervaring op te doen. Verder ben ik niet zo kapot van het medium."


Fabrieksachtig


Hoezo? Marlous: „Nou, ik vind de televisie één groot fabrieksach- tig continuebedrijf, waarin je als regisseur voortdurend concessies moet doen aan de geringe mogelijkheden. Het hele stelsel is — dat geldt ook voor de studio's — vrij star en ambtelijk. Bovendien lijkt het me geen lolletje om te moeten, werken met artiesten, die in feite derde of vierde keus zijn, omdat je de man of vrouw die ie eigenlijk wilde hebben, niet kon krijgen."
Aan de andere kant vind ik het uitstekend, dat er in ons land lang- zamerhand hoe langer hoe meer goede eigen t.v.-produkties worden gemaakt en we niet steeds blijven terugvallen op Amerikaanse en Engelse films. Zelf heb ik in „Klaverweide" gespeeld en daarin probeert de VARA goed Nederlands sociodrama te maken, over onze specifieke situatie, over onze eigen maatschappelijke problemen. We zeggen in Nederland altijd „we kunnen het niet", maar natuurlijk kunnen we het wel. Je moet gewoon een keer beginnen."

Je vindt film dus leuker? Marlous: „In principe wel. Ik heb nog niet zo erg vaak gefilmd hoor, één keer in het vierluik dat destijds naar verhalen van Remco Campert door jonge cineasten werd gemaakt, ,,Alle dagen feest". De wijze van werken is bij film minder beperkt, niet zo fabrieksmatig." Maar je kunt toch — zoals een goede actrice betaamt — niet buiten het Bühnezweet? „Die zaal met mensen heb ik inderdaad wel nodig. Op het toneel kan ik mijn ambities toch wel het beste kwijt."

Marlous Fluitsma ontmoette Herman van Veen — ze wil eigenlijk liever niet dat interviews met haar ook over hém gaan — in Maastricht. Marlous werkte toen na haar toneelschoolopleiding in die stad, in Maastricht bij het „Groot Limburgs Toneel", Wat later vertrok ze naar de Haagsche Comedie en wilde daarna niet meer bij het grote, gesubsidieerde toneel werken. Herman van Veen had — dat kwam goed uit — al jarenlang het idee voor een toneelstuk liggen, ,,De Spinse", dat onder auspiciën van ,,Harlekijn Holland" enige tientallen malen door Marlous en Joost Nuissl werd opgevoerd. De tweede theaterproduktie van Harlekijn is ,,Juke Box 2008", wederom een stuk van Herman, maar in tegenstelling tot het meer filosofisch getinte „De Spinse" opgezet als een brok volkstoneel. „Juke Box", dat door de critici gemengd werd ontvangen — gaat over de „beatgeneratie van jongeren uit de Jaren vijftig/zestig, die zich snel identificeren met film- en popsterren.

Marlous Fluitsma speelt er een truttige burgerjuffrouw in, vertelt ze: "Overigens wil ik even heel duidelijk, stellen dat ,,Juke Box" zeker geen grote flop is, zoals in een Parool-interview met Trudy Labij is gezegd. De recensie in dié krant was niet geweldig, maar veel andere kritieken waren erg lovend en het publiek is erg geestdriftig. Natuurlijk,, het stuk was in het begin — ook naar ons gevoel — nog geen 100%.
Maar we hebben de zaak toch toch maar even meteen in de grote stad aangedurfd en gaan pas later de provincie in. Bovendien is het met Harlekijn pas onze tweede toneelstuk en in veel opzichten heel wat beter dan ,,De Spinse", dat wel een beetje rammelde. Als je zo kort bezig bent mag je toch zeker weleens op je bek vallen? We zijn nog niet gewend aan een regelmatige theaterproduktie en moeten ook eens ervaring opdoen."

Hoe komt Marlous aan haar afkeer van het "grote" toneel? „Om te beginnen ben ik van mening, dat theater de gemeenschap niet zo ontzettend veel hoeft te kosten. Toneelgezelschappen moeten zichzelf kunnen bedruipen, hooguit een garantiesubsidie krijgen, die je zo min mogelijk moet gebruiken. De sfeer in zo'n gevestigd gezelschap ligt mij niet zo.
Ik ben destijds alleen maar naar de Haagsche Comedie gegaan, omdat ze me daarvoor vroegen en ik dat stuk ervaring wilde hebben. Ik zou het daar nooit langer dan een paar jaar hebben uitgehouden. Kijk, en het belangrijkste is, dat ik er altijd moeite mee heb gehad te zeggen „Ik ben als actrice opgeleid en moet me in de elke willekeurige rol helemaal wegcijferen". Dat lukt me vaak niet. Ik acteer veel en veel sterker wanneer ik affibniteit heb met mijn materiaal, wanneer ik er overtuigingen in vind, die een beetje aansluiten op mijn eigen levensopvatting. Steeds weer allerlei verschillende stukken te spelen, dat fascineert me niet zo."

Heeft Marlous niet een prima gespreid bedje gevonden bij Harlekijn, het initiatief van Herman? Marlous: „Hooguit in die zin, dat de organisatie al voor een groot deel overeind stond en ik met die dingen niet van voren af aan hoefde te beginnen. Maar de wezenlijke zaken in die toneelafdeling, al het werk dat daaraan vastzit, moet ik zelf doen. Ik heb méér werk dan een actrice die alleen maar 's avonds in 'n stuk staat. Er ligt toch wel wat verantwoordelijkheid en de zorg voor continuïteit op mijn schouders. We willen met een vaste kern van mensen steeds nieuwe theaterprodukties aanpakken. Nou, daar komt wel wat bij kijken."

Had ze, wat ze nu allemaal doet en heeft, ooit gedroomd? Marlous:
„Eén ding heb ik altijd wel geweten; dat ik een eigen leven en een eigen loopbaan zou hebben. Dat is juist precies datgene, waar mijn moeder — ik lijk toch wel veel op haar — niet aan toe is gekomen. Mijn moeder is nooit bestemd geweest om haar leven te slijten in een huishouden met zes kinderen Ze had méér ambities, vooral in de creatieve sfeer. Over haar overleden vader vertelt Marlous: „Mijn vader heeft nooit veel bezwaar gehad tegen mijn toneelloopbaan misschien ook wel een beetje onder druk van mijn moeder. Hij stimuleerde ons in alles wat we deden, in cultuur, sport en studie; en was altijd apetrots als we wat bereikten Hij was leraar maar werkte zich 's avonds nog uit de naad om alles voor zijn kinderen te kunnen betalen. En toen mijn vader gepensioneerd werd en eindelijk eens rustig aan kon doen, is hij overleden." Ik had wel een sterke band met hem.

Er is in het leven van Marlous; Fluitsma heel wat veranderd? „Ik kom uit een erg katholiek gezin waarin weinig nadruk op materiele en zakelijke dingen werd gelegd maar waarin ook de politiek niet of nauwelijks aan bod kwam. Alleen over de pausverkiezingen werd geproken. Dan zat mijn moeder te huilen als die wolkjes uit de schoorsteen kwamen. Achteraf zie ik pas hoe besloten dat millieu was. Ik heb me helemaal losgeweekt uit het geloof en zie de wereld pas nu zoals hij is."



(Door Hans Wensveen)