TYPHOON
Henk Schol

Kinderen maken de dienst uit in Het Land van Ooit

14 juni 1991

Bezoekers heten er buitenlanders, kinderen zijn er de baas, maar de gouverneur heelt het voor 't zeggen in Het Land van Ooit, het dagrecreatiepark naar het idee van Marc en Marjan Taminiau in het Brabantse Drunen.




Al direct bij de ingang begint de voorstelling Een lakei en een hofdame nemen kinderen en ouders apart om hen in te wijden in de zeden en gewoonten in Het Land van Ooit.Tijs (6) en Jonna (8) blijken ongeremder en dus handiger, als de 'Ooitgroet' wordt geoefend. Rechtervoet naar achteren, rechteronderarm driemaal boven het hoofd laten cirkelen en dan een buiging. Als de buitenlanders de reverence onder de knie kunnen laten eindigen, mogen ze verder.
Het 'staatsiebezoek' is een sprong in een tableau vivant, waarin ridders, jonkvrouwen (en hier en daar een booswicht) en andere fraai uitgedoste types rondlopen, die slechts met een ding bezig zijn: kinderen plezier laten maken.



Laten maken, want in het recreatiepark zijn geen pythons, reuzenraderen, woeste waterkolken of droge racepartijen. Bijna alles wat kan bewegen staat stil, totdat kinderen het in beweging brengen. Het Land van Ooit is zo een speelse combinatie van theater, spel en merkwaardige natuurverschijn-selen, waaraan buitenlandse kinderen volop aan kunnen deelnemen.

Voorbij de kassa, waar geen toegangskaarten maar slechts visa worden verstrekt, speelt zich het eerste kleine conflict af. Voor een tientje per dag is de nationale klederdracht, in kindermaten, te huur. Daar wil vader niet aan. Kinderen boos, maar ook de baas. Onder licht protest gaan ze akkoord met de afweging: kleren of ijs? IJs dus.

Even verder ontmoeten we Zeeheer en zijn matroos. Hij waarschuwt de buitenlanders vooral op te passen voor hapgrage Sap de Aardwortel, een van de minder vriendelijke bewoners van het land, dat in zijn driejarig bestaan een eeuwenoude historie wist te vergaren.

In een ver verleden regeerden Buitenordentelijke Wildebras, graaf van Ooit en zijn gade Hare Verrukkelijke Rondalia, gravinne van Ooit, het land dat aan alle kanten aan Nederland grenst. Door boosaardig ingrijpen van de Duister Dolende Ridder Stor de Bostor veranderde alles. Hoe, dat valt bij een staatsiebezoek te vernemen. Sedertdien neemt De Gouverneur de zaken waar en wel op strenge, maar rechtvaardige wijze.


Vijfjaar

Marc was directeur exploitatie bij 'grote buurman' De Efteling, toen Marjan en hij op 9 april 1984 het besluit namen voor zichzelf te beginnen. "Bij de Efteling werd een gigantisch investeringsprogramma uitgevoerd . Er werd, hij de Aanschaf van een nieuwe attractie alleen nog gekeken naar 'hoe duur is-ie' en 'hoeveel kunnen er per uur doorheen'. Alsof je met worstmachines bezig was. Het had niets meer met ontspanning te maken. Op die negende april had ik er ineens genoeg van. Ik ben thuis gekomen en ik heb tegen Marjan gezegd: "Dit is niet wat ik wil."

Vijf lastige jaren volgden. Marjan: "We hebben vastgesteld: Als we het willen, moeten we het nü doen. Alles ervoor opzij zetten. Dat hebben we gedaan. Ik ben gaan ontwerpen. Maquettes gebouwd in onze boerderij. Dag en nacht bezig, alles in het diepste geheim. Zelfs de vriend van mijn dochter, met wie ze intussen is getrouwd, kwam er niet in, dan nadat alles was afgedekt met lakens en doeken." Marc zette zich aan verhalen en vóorstellingen.

In de boerderij ontstonden graaf en gravin van Ooit, Ridder Graniet-Sterker-Dan -lk- -Kan-Niet - Dame Tijdkwijt, de Luie Lakei en de reuzen Dan, Toen, Ooit en Nu.


Tijdloos


Marc vond twee goede vrienden bereid samen met hem op zoek te gaan naar financiers. Geen kleinigheid, want de banken waren halverwege de jaren tachtig, met het échec van het Kosmos-centrum van Chriet Titulacr vers in het geheugen, huiverig om nieuwe recreatieparken financieel te steunen.

Een van de weinigen die, twee jaar voor de uiteindelijke opening, werd ingewijd, was huisvriend Herman van Veen. Behalve succesnummer Alfred Jodokus Kwak leverde hij de naam voor het land. Marjan: "We wilden absoluut een apart land, waar kinderen alles zelf moeten doen. Grenzen dus, eigen geld, eigen wetten, een eigen identiteit. En tijdloos. Herman kwam met het Park van Ooit. Dat is Het Land van Ooit geworden." 'Geen schijn van kans', schamperde de concurrentie, toen het plan naar buiten kwam. Marc: "Een park met een investering van minder dan zestig miljoen zou, zo wordt in het wereldtje geredeneerd, geen half miljoen per jaar kunnen trekken. Wij hierin 20 miljoen geïnvesteerd. Vorig jaar hadden we 415.000 betalende bezoekers. Om De Efteling nieuw neer te zetten is 300 miljoen nodig. Die trekt vijf maal zoveel bezoekers voor een vijftien maal zo grote investering.


Improvisatie


Het Land van Ooit heeft twintig mensen in vaste dienst. Een groep van 37 acteurs en actrices bespeelt een handvol theaters en vermaakt het buitenlands publiek in het park. In het hoogseizoen werken ruim twaalf dozijn tijdelijke krachten mee.
Allen zijn geselecteerd op hun improvisatietalent, hun verbale gaven en hun contactuele kwaliteiten. Zij zijn het immers die Het Land van Ooit tot leven wekken voor de buitenlandse bezoekers. Marjan: "Je bent Ooiter in hart en nieren. Als je hier niet heel graag werkt, mag je niet eens van mij. Het concept is zo' belangrijk, de vriendelijkheid moet er altijd en vanzelfsprekend zijn."

De Taminiau's zijn Ooiters. Het idee van Het Land van Ooit heeft volledig bezit van hen genomen. Marjan: "Voor ons was en is het: 'Het zal en het moet'. Anders hadden we het niet voor elkaar gekregen. Mensen hebben ons voor absoluut gek verklaard. Op het laatst zeiden ze dat niet een meer, maar keken ze ons alleen nog meewarig aan. Wij zijn echte Ooiters geworden. Het is een soort bezetenheid. Het klinkt misschien raar, maar als ik ergens kom, zeg ik bij het weggaan altijd 'Tot Ooit!'."


waard


Weken na het bezoek aan het Land van Ooit, is Rak de Reiger nog niet vergeten. De gevaarlijke ridder op zijn stier, die in het uit steigerbuizen opgetrokken openluchttheater Ooiters en buitenlanders de stuipen op het lijf joeg, heeft diepe indruk gemaakt. Vader moest een zwaard maken, want die onbetrouwbare Rak kon tenslotte elk ogenblik de speeltuin willen veroveren. Vanzelfsprekend werd ook in Het Land van Ooit Rak verslagen door de Ooiters. Want het park vertoont tenminste één overeenkomst met andere sprookjesparken: alle verhalen lopen uiteindelijk goed af.



HENK SCHOL